29 OKTOBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-12-2011 en tekstbijwerking tot 13-12-2021)
HOOFDSTUK I. - Administratief statuut
Art. 1-7, 7/1
HOOFDSTUK II. - Geldelijk statuut
Art. 8-20
BIJLAGE.
Art. N
2011031598 2012031300 2012203841 2016031226 2017013623 2019042373 2021034125 2021040822
HOOFDSTUK I. - Administratief statuut
Artikel 1. Onverminderd de bepalingen van dit besluit, is het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut van toepassing op het personeel van Net Brussel, Gewestelijk Agentschap voor Netheid, hierna "het Agentschap" genoemd.
Art.2. De artikelen 77 tot 95bis van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 tot vaststelling van het statuut van de rijksambtenaren zijn niet toepasselijk op het personeel van het Agentschap.
Art.3. Wat het Gewestelijk Agentschap voor Netheid betreft, wordt § 2, van artikel 140 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen als volgt vervangen :
" § 2. Het personeelslid moet de helft, twee derden, drie vierden, vier vijfden of negen tienden van de prestaties verrichten die hem normaal worden opgelegd.
Deze prestaties worden ofwel elke dag ofwel volgens een andere vaste verdeling over de week of over twee weken verricht.
Een wijziging van de werkkalender tijdens een lopende periode van verminderde prestaties moet steeds ingaan op de eerste dag van de maand. "
Art.4. Onder taak uitgeoefend in bijzonder ongezonde omstandigheden moet worden verstaan die welke uitgeoefend wordt door personeel dat effectief en uitsluitend bij de afvalophaling en -verwerking of bij het onderhoud van de ophaalwagens wordt ingedeeld.
Worden eveneens beschouwd als taken die in bijzonder ongezonde omstandigheden worden uitgeoefend, die welke uitgeoefend worden door de controleurs " opsporing en verbalisering ".
De personeelsleden die taken uitoefenen die genoemd in het eerste en tweede lid van deze bepaling hebben recht op 5 bijkomende verlofdagen die te nemen zijn onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof.
De Regering kan dit stelsel toekennen aan andere personeelsleden van wie de werkomstandigheden als bijzonder ongezond worden beschouwd door de Regering.
De personeelsleden die tijdelijk bijzonder ongezonde prestaties moeten leveren, genieten een bijkomend verlof in verhouding tot de duur van deze prestaties. Dit bijkomend verlof wordt slechts toegekend wanneer de duur van het verlof ten minste een halve dag bereikt en voor zover de duur van deze prestaties ten minste gelijk is aan 20 werkdagen.
Art.5. De personeelsleden van het Agentschap mogen beroepsactiviteiten cumuleren voor zover ze verenigbaar zijn met de hoedanigheid van personeelslid en voor zover ze zonder nadeel voor de dienst of voor het publiek kunnen worden uitgeoefend.
Onder beroepsactiviteit in de zin van dit artikel dient te worden verstaan elke bezigheid waarvan de opbrengst een bedrijfsinkomen is als bedoeld in artikelen 23 tot 34 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
Een openbaar mandaat van politieke aard wordt niet als een beroepsactiviteit beschouwd.
Art.6. § 1. Binnen het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt een Proeftijdcommissie opgericht die bestaat uit twee afdelingen naargelang van de taalrollen waartoe de personeelsleden behoren.
§ 2. Elke afdeling is respectievelijk samengesteld uit :
- een personeelslid dat titularis is van een graad van rang 13 of hoger en dat aangewezen wordt door de leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;
- twee leden gekozen onder het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid die titularis zijn van een graad die minstens één graad hoger is dan die van het personeelslid in proeftijd en die aangewezen worden door de leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid;
- drie vertegenwoordigers aangewezen door de representatieve vakbondsafvaardigingen naar rato van één vertegenwoordiger per organisatie onder het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid.
Ingeval de in het eerste lid bedoelde gewone leden verhinderd zijn, worden ze vervangen door plaatsvervangende leden die volgens dezelfde procedure worden aangewezen.
De leidend ambtenaar van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wijst onder zijn personeelsleden van niveau 1 een gewone en een plaatsvervangende secretaris aan voor elke afdeling.
De secretarissen zijn niet stemgerechtigd.
§ 3. Elke afdeling beraadslaagt geldig wanneer ten minste vier leden aanwezig zijn, onder wie ten minste twee leden aangewezen door de representatieve vakorganisaties.
Bovendien moeten bij de stemming de leden die de overheid vertegenwoordigen en de leden die de vakorganisaties vertegenwoordigen even talrijk zijn. Eventueel wordt de pariteit hersteld door het uitschakelen van een lid na loting.
Wanneer de Commissie na een eerste oproeping van de leden in onvoldoende aantal is, beraadslaagt en stemt zij geldig over dezelfde stagiair bij de volgende vergadering, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De stemming is geheim. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
§ 4. Het personeelslid dat de stagiair onder zijn gezag heeft, wordt ambtshalve gehoord door de afdeling.
De afdeling hoort eveneens de stagiair op diens verzoek alvorens een beslissing te nemen over de voortzetting of de verlenging van de proefperiode of alvorens het ontslag van de stagiair voor te stellen.
De stagiair kan zich laten bijstaan door een advocaat of een vakbondsafgevaardigde van een representatieve vakorganisatie.
§ 5. Elke afdeling legt de benoemende overheid een met redenen omkleed voorstel voor tot benoeming, voortzetting van de proefperiode, verlenging van de proefperiode of ontslag.
Art.7. § 1. In afwijking op artikel 75, § 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende vaststelling van het statuut van de rijksambtenaren, van de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut en van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, wordt er een bevordering via baremaverhoging ingevoerd in het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid.
Onder bevordering via baremaverhoging wordt verstaan : de toekenning aan het personeelslid van een hogere weddenschaal dan de weddenschaal die verbonden is aan zijn graad, overeenkomstig de tabellen gevoegd in bijlage van dit besluit, en dit mits voldaan is aan de voorwaarden van paragraaf 2 inzake anciënniteit en opleiding, zonder dat de toekenning van deze schaal een verandering van graad inhoudt.
De bevordering via baremaverhoging kan twee keer worden toegekend in eenzelfde graad, met uitzondering van de personeelsleden die titularis zijn van rang 13 en hogere rangen, die slechts één keer van de bevordering via baremaverhoging in eenzelfde graad kunnen genieten.
De verkrijging van de bevordering via baremaverhoging voorzien in het vorige lid veronderstelt dat het personeelslid voor elk van deze bevorderingen de voorwaarden gesteld in paragraaf 2 van dit artikel vervult.
§ 2. Om de toekenning van deze hogere weddenschaal te kunnen genieten, dient het personeelslid :
1° zes jaar graadanciënniteit te hebben bij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, zonder dat bij de berekening van deze graadanciënniteit rekening kan worden gehouden met de perioden die worden gelijkgesteld met effectieve dienstperioden, met toepassing of in uitvoering van artikel 102, 10°, 12°, 13°, 14° van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende vaststelling van het statuut van de rijksambtenaren;
2° met succes een opleiding georganiseerd of erkend door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid te hebben gevolgd. Onder opleiding erkend door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt verstaan de opleiding die een verband heeft met het belang van de dienst en niet door het Gewestelijk Agentschap voor Netheid wordt georganiseerd, de persoonlijke werken die een verband hebben met het belang van de dienst en welke door de Directieraad als gelijkgesteld met deze opleiding worden beschouwd;
3° de twee jaren die voorafgaan aan de toekenning van de promotie,
- voor het statutair personeel, geen tuchtsanctie hebben opgelopen;
- voor het contractueel personeel, geen kennisgeving hebben ontvangen hetzij van drie schriftelijke verwittigingen van de ingenieur van openbare reinheid, van het diensthoofd van niveau 1 of van de ingenieur-directeur, hetzij van een laatste schriftelijke verwittiging van de directeur Personeelsbeleid;
Na twee jaar zonder tuchtsanctie voor het statutair personeel of verwittiging voor het contractueel personeel verkrijgt het personeelslid opnieuw zijn recht op bevordering via baremaverhoging.
Art. 7/1. [1 § 1. Om het werk te organiseren, werkt de directieraad het personeelsplan uit. Het personeelsplan is een plan waarin per niveau, per rang en per graad het aantal personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, wordt vastgelegd dat noodzakelijk wordt geacht om de opdrachten, toegewezen aan het Agentschap uit te oefenen.".
§ 2. De directieraad werkt een voorstel van personeelsplan uit.
Hij bereidt minstens één personeelsplan per begrotingsjaar voor en legt het voor aan de Regering ten laatste op 28 februari van het jaar waarin het plan wordt uitgevoerd.
Het personeelsplan moet verenigbaar zijn met de beschikbare budgettaire middelen voor het betrokken begrotingsjaar.
§ 3. De Regering keurt het personeelsplan op voorstel van de directieraad goed. Bij ontstentenis van een voorstel van de directieraad binnen de daartoe vastgestelde termijnen, kan de Regering zelf een personeelsplan opstellen.
§ 4. Wordt geen personeelsplan opgesteld, blijft het laatste vastgelegde plan van toepassing.
§ 5. De vaststelling van het personeelsplan, houdt de toestemming in van de invulling van de voorziene betrekkingen door aanwerving, promotie, mobiliteit of indienstneming.
§ 6. Het personeelsplan, en alle wijzigingen ervan, worden meegedeeld aan alle personeelsleden en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2021-11-18/20, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
HOOFDSTUK II. - Geldelijk statuut
Art.8. Onverminderd de bepalingen van dit besluit is het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut van toepassing op het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid.
Art.9. Een vergoeding wordt toegekend aan het personeel van het Agentschap wegens zijn karakter van openbare onderneming met industriële roeping. De vergoeding stemt overeen met vier jaarlijkse verhogingen of twee tweejaarlijkse verhogingen overeenkomstig het stelsel van de periodieke verhogingen dat verbonden is aan de schaal van de rang die in aanmerking komt.
Het jaarbedrag ervan wordt volgens de weddenschaal vastgesteld als volgt :
(max. v/d schaal - min. v/d schaal) x 4/(omvang van de loopbaan
De vergoeding is op dezelfde manier als de wedde aan het mobiliteitsstelsel onderworpen en wordt toegevoegd aan alle trappen van de weddenschaal van de graad dat het personeelslid geniet. Ze wordt tegelijk met de wedde uitbetaald en geeft aanleiding tot afhouding voor het pensioen.
Art.10. Er wordt aan de werklieden van het Agentschap belast met het besturen van een zwaar voertuig wegens een tekort aan beschikbare bestuurders een forfaitaire dagelijkse toelage van 2,83 euro (index 138,01 tegen 100 %) toegekend.
De toelage is aan de personeelsleden die effectief een zwaar voertuig bestuurd hebben verschuldigd, enkel voor de dagen waarop ze de ophaalwagen moesten besturen wegens een tekort aan personeel.
Alleen de personeelsleden met betrekkingen overeenstemmend met de graden van werkman of eerste werkman in de formatie van het Agentschap die een rijbewijs C of D bezitten, kunnen in aanmerking komen om een zwaar voertuig te besturen en om deze toelage te ontvangen nadat ze aan de reglementaire medische onderzoeken werden onderworpen en nadat ze voor een geschiktheidstest zijn geslaagd.
Art.11. Een forfaitaire geïndexeerde toelage van 123,95 euro per maand wordt toegekend aan de personeelsleden van het Agentschap die met controleurfuncties belast zijn (index 138,01 tegen 100 %).
Art.12. Een forfaitaire geïndexeerde toelage van 99,16 euro per maand wordt toegekend aan het personeel van het Agentschap belast met telefoononthaal en -informatie. Deze toelage wordt toegekend na een proefperiode van twee maanden.
Art.13. Aan de ambtenaren, titularis van de graad van ingenieur of eerstaanwezend ingenieur, van ingenieur-directeur of hoofdingenieur-directeur, en aan de ambtenaren van rang 15 en 16 die houder zijn van een diploma van burgerlijk ingenieur of van bio-ingenieur, wordt een ingenieurspremie toegekend.
Het forfaitair jaarbedrag van deze premie bedraagt 3.500 euro. De premie wordt per maand, en onder dezelfde voorwaarden als de wedde uitbetaald. Ze wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
De ingenieurspremie is niet verschuldigd wanneer de ingenieur het geldelijk voordeel geniet dat bij overgangsmaatregel werd toegekend door het koninklijk besluit van 14 januari 1969 betreffende de productiviteitspremie voor ingenieurs bij het Ministerie van Openbare Werken.
Art.14.[1 § 1. Het personeelslid dat zich per fiets verplaatst om zich van zijn woonplaats naar zijn werk te begeven, heeft recht op een vergoeding van zijn kosten.
§ 2. De vergoeding wordt toegekend aan het personeelslid dat minstens vijf keer per maand gebruik maakt van zijn fiets op de weg van en naar het werk.
§ 3. De vergoeding stemt overeen met het geïndexeerde bedrag per kilometer, vrijgesteld van inkomstenbelastingen en sociale bijdragen, zoals vastgelegd door de Federale Overheidsdienst Financiën.
§ 4. Ze wordt berekend volgens de kortste of de veiligste fietsweg tussen :
1° a) zijn woonplaats en zijn werkplaats;
b) of zijn woonplaats en het opstappunt van een ander vervoermiddel naar zijn werkplaats;
en/of het afstappunt van een ander vervoermiddel naar zijn werkplaats;
2° a) zijn werkplaats en zijn woonplaats;
b) of zijn werkplaats en het opstappunt van een ander vervoermiddel naar zijn woonplaats;
en/of het afstappunt van een ander vervoermiddel naar zijn woonplaats;
§ 5. De vergoeding wordt elke trimester uitbetaald op overlegging van een aangifte op erewoord gestaafd met een driemaandelijks overzicht.
§ 6. De leidend ambtenaar oefent toezicht uit op de aangiften.]1
----------
(1)<BESL 2016-03-03/25, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2014>
Art.15.§ 1. Een levensduurtepremie wordt maandelijks toegekend aan de personeelsleden die [1 ingeschreven in de bevolkingsregisters van één van de gemeenten van het Brussels Hoofstedelijk Gewest]1.
§ 2. [2 Deze levensduurtepremie bedraagt 46,38 euro. Deze wordt maandelijks betaald onder dezelfde voorwaarden en prorata als de wedde. Deze premie wordt niet geïndexeerd.]2
[3 § 3. Voor het personeelslid dat zijn of haar domicilie wijzigt, wordt de levensduurtepremie uitbetaald vanaf de maand die volgt op de datum van inschrijving van het personeelslid in het bevolkingsregister van een van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor zover deze datum na 1 juli 2012 valt.
De toekenning van de levensduurtepremie eindigt op de eerste dag van de maand die volgt op de schrapping van het personeelslid uit het bevolkingsregister van een van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, behalve indien hij is ingeschreven in de bevolkingsregisters van een andere gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het personeelslid brengt de directie Personeelsbeheer onmiddellijk op de hoogte van elke domiciliewijziging die een impact heeft op zijn of haar recht op het verkrijgen van de levensduurtepremie.]3
----------
(1)<BESL 2012-06-01/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2012>
(2)<BESL 2012-06-01/04, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2012>
(3)<BESL 2012-06-01/04, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2012>
Art.16. § 1. Er wordt een productiviteitspremie ingevoerd voor de personeelsleden van het Agentschap. Elk jaar wordt in de loop van het laatste trimester de productiviteitspremie toegekend naar gelang van het resultaat van de laatste twaalf maanden.
De Regering bepaalt het bedrag en de verdelingscriteria ervan na overleg met de representatieve vakbondsorganisaties. Dit overleg begint in de loop van het 3de trimester van het voorafgaande jaar.
§ 2. De besluiten van de raad van de Agglomeratie Brussel van 18 september 1974 en 25 maart 1975 genomen overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1974 tot vaststelling van de algemene bepalingen met betrekking tot de toekenning van een uitkering voor diploma aan sommige ambtenaren van de provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten blijven van toepassing op de ambtenaren van het Agentschap.
Art.17. De personeelsleden van de Agglomeratie Brussel die naar het Agentschap zijn overgeheveld, blijven op persoonlijke titel de weddenschaal genieten die hen was toegekend op de datum van hun overheveling, de tussentijdse verhogingen die door deze weddenschaal waren voorzien inbegrepen tot op het ogenblik dat ze hetzij een verhoging van deze weddenschaal, hetzij een bevordering die hen een hogere weddenschaal toekent, kunnen genieten.
Art.18. Het besluit van 23 maart 1995 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 1999, van 3 mei 2001 en van 7 juli 2005, wordt opgeheven.
Art.19. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van artikel 4 dat in werking treedt op 1 januari 2011, van artikel 3 en artikel 14 die van kracht worden op 1 juni 2011, en van artikel 15 dat van kracht wordt op 1 juli 2012.
Art.20.De Minister bevoegd voor Openbare Netheid en de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Overgang van een weddenschaal met toepassing van artikel 7, § 1, tweede lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2011 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van Net Brussel, het Gewestelijk Agentschap voor Netheid
Overgang naar hogere weddenschaal
Niveau 4 :
Graad | Uitgangsschaal | 1e bevordering door graadwijziging | 2e bevordering door graadwijziging |
Werkman openbare reinheid | [<font color="red">1</font> 1.24]<font color="red">1</font> | 1.30 | 1.30bis |
Eerstaanwezend werkman openbare reinheid | 1.26 | 1.26bis | 1.26ter |
Bestuurder Zware Voertuigen 1e werkman openbare reinheid | 1.30 | 1.30bis | 1.30ter |
Eerstaanwezend bestuurder Zware voertuigen | 1.40 | 1.40 prim | 1.40 sec |
Graad | Uitgangsschaal | 1e bevordering door graadwijziging | 2e bevordering door graadwijziging |
Adjunct van openbare reinheid | 1.24 | 1.40 | 1.40bis |
Geschoold werkman Eerste adjunct van openbare reinheid [<font color="red">1</font> omkaderaar]<font color="red">1</font> | 1.40 | 1.40bis | 1.40ter |
Vakman Ploegbaas | 1.45 | 1.59 | 1.75 |
Eerstaanwezend vakman van openbare reinheid Opzichter van Openbare reinheid | 1.59 | 1.75 | 1.75bis |
1e opzichter van openbare reinheid 1e vakman van openbare reinheid | 1.75 | 1.75bis | 1.75ter |
Hoofdcontroleur | 1.84 | 1.84 prim | 1.84 sec |
Graad | Uitgangsschaal | 1e bevordering door graadwijziging | 2e bevordering door graadwijziging |
Assistent van openbare reinheid | 1.50 | 1.50bis | 1.50ter |
Controleur " opsporing en verbalisering " Buurtcontroleur | 1.59 | 1.75 | 1.75bis |
Chemicus | 1.75 | 1.75bis | 1.75ter |
1e assistent Directieassistent | 1.53 | 1.63 | 1.63bis |
1e eerstaanwezend assistent | 1.63 | 1.63bis | 1.63ter |
1.66 | 1.66 prim | 1.66 sec |
Graad | Uitgangsschaal | 1e bevordering door graadwijziging | 2e bevordering door graadwijziging |
Deskundige Maatschappelijk assistent Vertaler Verpleger | 26/1 | 27/1 | 28/1 |
Eerstaanwezend deskundige Programmeur | 27/1 | 28/1 | 28/1bis |
Hoofddeskundige Hoofdprogrammeur | 28/1 | 28/1bis | 28/1ter |
Programmeringsanalyst | 29/1 | 29.10 prim | 29.10 sec |
Graad | Uitgangsschaal | 1e bevordering door graadwijziging | 2e bevordering door graadwijziging |
Attaché | 10/1 | 10.1bis | 10.1ter |
Ingenieur | 10/3 | 11.6 | 11.6bis |
Industrieel ingenieur van openbare reinheid | 1.80 | 1.80bis | 1.80ter |
Eerstaanwezend industrieel ingenieur van openbare reinheid | 1.89 | 1.89bis | 1.89ter |
Adjunct-adviseur | 11/3 | 11.3bis | 11.3ter |
Eerstaanwezend ingenieur | 11/6 | 11.6bis | 11.6ter |
Directeur | 13/2 | 13.2bis | - |
Hoofdingenieur-directeur | 13/4 | 15.1 | - |
Inspecteur-generaal | 15/1 | [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> | - |
Adjunct-directeur-generaal | 15/1 | [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> | |
Directeur-generaal | 16/1 | [<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font> | - |