11 FEBRUARI 2021. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad betreffende het moederschapsverlof
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 200 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt opgeheven;
2° in het vroegere vijfde lid, dat het vierde lid wordt, 3°, worden de woorden "met uitsluiting van de afwezigheden bedoeld in het tweede lid" geschrapt;
3° het vroegere vijfde lid, dat het vierde lid wordt, wordt aangevuld met de bepalingen van punt 4°, verwoord als volgt: "4° de vrijstelling van arbeid bedoeld in het zevende lid";
4° het zesde lid wordt opgeheven.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020.
Het recht op de verlenging van de periode van arbeidsonderbreking na de negende week met een extra week overeenkomstig artikel 200, vroeger zesde lid (dat thans opgeheven wordt), van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, zoals bepaald vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op de vrouwelijke ambtenaar, die op grond van artikel 200, vroeger vijfde lid dat het vierde lid wordt, 3°, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, zoals bepaald na de inwerkingtreding van dit besluit, geen recht heeft op een verlenging van de postnatale rust met meer dan vier weken of met meer dan zes weken bij de geboorte van een meerling.
Art. 3. De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.