Artikels:
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van titel II van het VLAREM
Art.2. In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017, wordt in de definities "KOELINSTALLATIES" de definitie van "nominaal koelvermogen" vervangen door wat volgt:
"- nominaal vermogen: het totale opgestelde koelvermogen, uitgedrukt in kW, dat door de fabrikant voor continu gebruik is aangegeven en gegarandeerd, waarbij het door hem aangegeven nuttig rendement wordt gehaald. Als het airconditioningsysteem of het gecombineerde airconditioning- en ventilatiesysteem op gebouwniveau bestaat uit een aantal individuele installaties, worden de vermogens van de verschillende individuele installaties opgeteld;".
Art.3. In artikel 5.16.3.3, § 3, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° Punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° Dit punt voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. De toegankelijke delen van een airconditioningsysteem of een gecombineerd airconditioning- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW worden iedere vijf jaar gekeurd door een erkende airco-energiedeskundige als vermeld in artikel 6, 1°, f), van het VLAREL. Een nieuw airconditioningsysteem of gecombineerd airconditioning- en ventilatiesysteem met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW wordt binnen twaalf maanden na de inbedrijfstelling een eerste keer gekeurd. De keuring omvat een beoordeling van het rendement en de dimensionering van het airconditioningsysteem vergeleken met de koelingsbehoeften van het gebouw en, in voorkomend geval, rekening houdend met het vermogen van het airconditioningsysteem om zijn prestaties onder gemiddelde werkingsomstandigheden te optimaliseren. De elementen waaruit de keuring bestaat zijn opgenomen in bijlage 5.16.8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan bijlage 5.16.8 aanvullen of wijzigen. Het keuringsverslag bevat minstens het resultaat van de keuring, en ook aanbevelingen voor een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het gekeurde systeem. De exploitant bezorgt een duplicaat van het keuringsverslag aan de eigenaar van het gebouw. De exploitant en de eigenaar van het gebouw houden het keuringsverslag ten minste vijf jaar ter beschikking van de toezichthouder. De keuring is niet verplicht voor:
a) airconditioningsystemen die onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld;
b) airconditioningsystemen die worden beheerd door een nutsbedrijf- of netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen;
c) niet-residentiële gebouwen met een of meer airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen die voorzien zijn van gebouwautomatiserings- en controlesystemen als vermeld in artikel 11.1/1.2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.";
2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 4°, a) en b), moet de aanpak hetzelfde globale resultaat opleveren als de keuring. De airconditioningsystemen moeten worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.".
Art.4. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020, wordt tussen bijlage 5.16.7 en bijlage 5.17.1 een bijlage 5.16.8 ingevoegd, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater
Art.5. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt punt 35° vervangen door wat volgt:
"35° verwarmingsauditrapport: een verslag van de verwarmingsaudit van de gehele verwarmingsinstallatie. Het verslag omvat een beoordeling van het rendement van de ketel en van de ketelgrootte vergeleken met de verwarmingsbehoeften van het gebouw. In voorkomend geval wordt rekening gehouden met het vermogen van het verwarmingssysteem om zijn prestatie onder gemiddelde werkomstandigheden te optimaliseren. Het verslag omvat ook het advies over de vervanging van de ketel, aanbevelingen voor andere wijzigingen van het verwarmingssysteem en alternatieve oplossingen die een kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie kunnen realiseren;".
Art.6. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2008, 1 maart 2013 en 16 mei 2014, wordt paragraaf 3 opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
" § 3. In afwijking van paragraaf 1 geldt voor de volgende gevallen een vrijstelling van de verplichting tot uitvoering van de verwarmingsaudit:
1° centrale stooktoestellen die onder een overeengekomen energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld;
2° centrale stooktoestellen die beheerd worden door een nutsbedrijf- of netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen;
3° niet-residentiële gebouwen met een of meer centrale stooktoestellen die voorzien zijn van gebouwautomatiserings- en controlesystemen als vermeld in artikel 11.1/1.2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.
In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, moet de aanpak hetzelfde globale resultaat opleveren als de verwarmingsaudit, vermeld in paragraaf 1. De centrale stooktoestellen moeten worden onderworpen aan een regelmatige beoordeling. De Vlaamse minister, bevoegd voor de energie, kan de nadere regels vaststellen om na te gaan of aan deze voorwaarde is voldaan.".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art.7. In bijlage XXIII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 september 2018 en 3 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor deskundigen" wordt de rij
"
39/1, eerste lid, 3°, eerste zin | De erkende airco-energiedeskundige, vermeld in artikel 6, 1°, f):3° bezorgt na iedere keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, 4°, van titel II van het VLAREM, een verslag van de keuring aan de exploitant van het gebouw met het airconditioningsysteem. |
"
vervangen door de rij
"
39/1, eerste lid, 3°, eerste zin | De erkende airco-energiedeskundige, vermeld in artikel 6, 1°, f): 3° bezorgt na iedere keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM, een verslag van de keuring aan de exploitant van het gebouw met het airconditioningsysteem. |
";
2° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor deskundigen" wordt de rij
"
39/1, tweede lid | Als het certificaat van bekwaamheid inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 13/1, 3°, ouder is dan vijf jaar na de afgiftedatum, vermeld op het certificaat, moet de aircoenergiedeskundige de bijscholing gevolgd hebben en voor het bijhorende examen geslaagd zijn, vermeld in het eerste lid, van dit artikel, voor hij de erkenning van rechtswege, vermeld in artikel 32, § 2, eerste lid, 6°, kan gebruiken. |
"
vervangen door de rij
"
39/1,tweede lid | Als het certificaat van bekwaamheid inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 13/1, 3°, ouder is dan vijf jaar na de afgiftedatum, vermeld op het certificaat, moet de airco-energiedeskundige de bijscholing gevolgd hebben en voor het bijhorende examen geslaagd zijn, vermeld in het eerste lid, van dit artikel, voor hij de erkenning van rechtswege, vermeld in artikel 32, § 2, eerste lid, 6°, kan gebruiken. |
";
3° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij
"
43/4, § 1, eerste lid | Het erkende opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 6, 4°, f), organiseert de opleiding met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de opleiding en de minimale duur van de opleiding en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 1°, die bij dit besluit is gevoegd. |
"
vervangen door de rij
"
43/4, § 1, eerste lid | Het erkende opleidingscentrum voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 6, 4°, f), organiseert de opleiding met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de opleiding en de minimale duur van de opleiding en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 1°, die bij dit besluit is gevoegd. |
";
4° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij
"
43/4, § 2,eerste lid | Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, organiseert de bijscholing met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de bijscholing en de minimale duur van de bijscholing en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 2°, die bij dit besluit is gevoegd. |
"
vervangen door de rij
"
43/4, § 2, eerste lid | Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, organiseert de bijscholing met het bijhorende examen voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW waarvan de inhoud van de bijscholing en de minimale duur van de bijscholing en het bijhorende examen worden vastgelegd in bijlage 12, 2°, die bij dit besluit is gevoegd. |
";
5° in het punt "bijzondere gebruikseisen voor opleidingscentra" wordt de rij
"
43/4, § 3,eerste lid | Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, reikt binnen een maand na een examen een certificaat van bekwaamheid of van bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW uit nadat een persoon de opleiding of, in voorkomend geval, de bijscholing, gevolgd heeft en geslaagd is voor het bijhorende examen, vermeld in § 1, respectievelijk § 2. |
"
vervangen door de rij
"
43/4, § 3,eerste lid | Het erkende opleidingscentrum, vermeld in paragraaf 1, reikt binnen een maand na een examen een certificaat van bekwaamheid of van bijscholing inzake de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW uit nadat een persoon de opleiding of, in voorkomend geval, de bijscholing, gevolgd heeft en geslaagd is voor het bijhorende examen, vermeld in § 1, respectievelijk § 2. |
".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het VLAREL
Art.8. In artikel 6 van het VLAREL van 19 november 2010, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1° wordt punt f) vervangen door wat volgt:
"f) airco-energiedeskundige: deskundige voor het uitvoeren van keuringen aan airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM;";
2° in punt 4° wordt punt f) vervangen door wat volgt:
"f) voor het uitreiken van het certificaat van bekwaamheid en bijscholing voor de keuring van airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW, vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°, van titel II van het VLAREM;".
Art.9. In artikel 13/1, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".
Art.10. In artikel 24/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".
Art.11. In artikel 39/1, eerste lid, 3°, en tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".
Art.12. In artikel 43/4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016, 24 februari 2017 en 3 mei 2019, worden de woorden "airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen" telkens vervangen door de woorden "airconditioningsystemen of gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen".
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.13. Het ministerieel besluit van 10 februari 2011 tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen wordt opgeheven.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving, de natuur en de energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie
Bijlage 5.16.8 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.
Bijlage 5.16.8. De elementen van de keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen met een nominaal vermogen van meer dan 12 kW in gebouwen, vermeld in artikel 5.16.3.3, § 3, eerste lid, 4°
De keuring van airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen omvat:
1° een controle van de documentatie;
2° een visuele inspectie van het systeem;
3° een beoordeling van het correcte gebruik;
4° een controle van een aantal werkingsparameters van het systeem.
De keuring wordt uitgevoerd aan de hand van de informaticatoepassing die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Vlaamse overheid.
Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie.
Brussel, 8 januari 2021
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme,
Z. DEMIR