23 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 betreffende het Waarnemingscentrum voor cultuurbeleid
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 betreffende het Waarnemingscentrum voor cultuurbeleid, wordt punt 5° vervangen door hetgeen volgt:
"5° adviesorganen: de overleg- en raadplegingsorganen die door de Franse Gemeenschap in het kader van het cultuurbeleid zijn ingesteld;".
Art.2. In artikel 3, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "voormelde gebieden" vervangen door de woorden "gebieden van het cultuurbeleid".
In punt 3° van hetzelfde lid worden de woorden "bovengenoemde gebieden" vervangen door de woorden "gebieden van het cultuurbeleid".
Art.3. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "adviesorganen" vervangen door de woorden "adviesorganen".
Art.4. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "adviesinstanties" vervangen door de woorden "adviesorganen".
Art.5. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "adviesinstanties" vervangen door de woorden "adviesorganen".
Art.6. In artikel 15, tweede lid, 4°, van hetzelfde besluit worden de woorden "adviesinstanties" vervangen door de woorden "adviesorganen".
Art.7. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
"Art. 25 § 1.Kunnen aan de werkzaamheden van het begeleidingscomité deelnemen:
1° het Secretariaat-Generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
2° de Algemene Administratie voor Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
3° de Conseil supérieur de l'audiovisuel (CSA);
4° de Hoge Raad voor Cultuur;
5° de Raad voor de Franse taal, de endogene talen en het taalkundig beleid
6° de Overlegkamer voor de Levende Kunsten
7° de Overlegkamer inzake Muziek
8° de Overlegkamer voor de Plastische Kunsten
9° de Overlegkamer inzake geschriften en het boek
10° de Overlegkamer inzake Film
11° de Overlegkamer voor het Cultureel Erfgoed
12° de Overlegkamer voor culturele en territoriale actie;
13° de Hogere Raad voor het Permanente Opvoeding
14° het Jeugdforum van de Franse Gemeenschap
15° de Adviescommissie van jeugdhuizen en -centra
16° de Adviescommissie van jongerenorganisaties
17° de Kamer van Hogere Kunstscholen
18° de Seniorencommissie van de Franse Gemeenschap;
19° het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek;
20° de Hoge Raad voor Media-opvoeding
21° de Nationale Permanente Commissie van het Cultureel Pact
22° de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië;
23° de Vereniging van de Steden en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
24° de Vereniging van de Waalse Provincies;
25° het Investeringsfonds voor Creatieve Ondernemingen (St'Art);
26° het Waals Instituut voor Evaluatie, Prospectie en Statistiek (IWEPS);
27° het Brussels Instituut voor de Statistiek en de Analyse (IBSA);
28° het Waals Agentschap voor het Patrimonium (AWaP);
29° de Directie Cultureel Erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
30° de Directie Culturele en Socio-culturele Aangelegenheden van de Franse Gemeenschapscommissie.
Daartoe kan elke in lid 1 genoemde dienst, orgaan of organisatie een vertegenwoordiger/-ster afvaardigen om als werkend lid in het begeleidingscomité zitting te nemen.
§ 2. Drie door de minister benoemde deskundigen uit de academische wereld of uit onderzoekscentra van verschillende academies en academische disciplines met betrekking tot het cultuurbeleid kunnen eveneens als werkend lid deelnemen aan de werkzaamheden van het Begeleidingscomité.
Art.8. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst:
"Art. 26 § 1. Bij de werkzaamheden van het ondersteunend comité worden betrokken:
1° de algemene diensten van het Algemeen Bestuur voor Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, elk voor het werk dat hem aanbelangt
2° Wallonie-Bruxelles International (WBI);
3° de cel Architectuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
4° de Directie van de Culturele Infrastructuren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
5° de Algemene Directie van het Onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
6° de Directie Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
7° de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs (ARES)
8° het Waarnemingscentrum voor kinderen, jeugd en jeugdhulpverlening (OEJAJ);
9° het Bureau voor geboorte en kind (ONE);
10° de Stuurgroep van het traject Culturele en Artistieke Vorming (CoPil PECA);
11° het bedrijf voor digitale informatie- en communicatietechnologie (ETNIC).
Daartoe kan elke in lid 1 genoemde dienst, orgaan of organisatie een vertegenwoordiger/-ster afvaardigen die als geassocieerd lid zitting neemt in het begeleidingscomité.
De coördinator en de leden van het onderzoeksteam van het Waarnemingscentrum hebben eveneens de hoedanigheid van geassocieerd lid.
§ 2. De minister en andere bij de agenda betrokken leden van de regering worden uitgenodigd om de werkzaamheden van het begeleidingscomité bij te wonen.
Zij kunnen een vertegenwoordiger aanwijzen om namens hen deel te nemen aan vergaderingen die zij niet kunnen bijwonen.
Art.9. In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt een lid 4 ingevoegd dat luidt als volgt:
"De coördinator en de leden van het onderzoeksteam van het waarnemingscentrum staan de secretaris-generaal bij in de voorbereiding, de presentatie van de agendapunten, de debatten en de beraadslagingen.".
Art.10. In artikel 29 van hetzelfde besluit worden een lid 2 en 3 ingevoegd, luidend als volgt:
"Het begeleidingscomité kan slechts geldig vergaderen indien minstens een derde van de in artikel 25 bedoelde werkende leden vertegenwoordigd is.
Het secretariaat wordt waargenomen door het personeel van het Waarnemingscentrum".
Art.11. In artikel 30, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in punt 21° " vervangen door de woorden "bedoeld in paragraaf 2".
Art.12. In artikel 32, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in punt 21° " vervangen door de woorden "bedoeld in paragraaf 2".
Art. 13. De minister van Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.