8 MEI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende Waarnemingscentrum voor het Cultuurbeleid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-10-2014 en tekstbijwerking tot 06-10-2021)
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Het Waarnemingscentrum, opdrachten, werking, organisatie en onafhankelijkheid
Afdeling 1. - Het Waarnemingscentrum
Art. 2
Afdeling 2. - Opdrachten
Art. 3-9
Afdeling 3. - Werking
Art. 10-16
Afdeling 4. - Organisatie
Art. 17-18
Afdeling 5. - Onafhankelijkheid
Art. 19-21
HOOFDSTUK III. - Begeleidingscomité
Afdeling 1. - Bevoegdheid
Art. 22-23
Afdeling 2. - Samenstelling en werking.
Art. 24-29
Afdeling 3. - De Wetenschappelijke Raad
Art. 30-33
HOOFDSTUK IV. - Slot- en opheffingsbepalingen
Art. 34-35
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;
2° de Minister : de Minister bevoegd voor Cultuur;
3° het Waarnemingscentrum : het Waarnemingscentrum voor het Cultuurbeleid, ingesteld bij artikel 2;
4° het Begeleidingscomité : de instelling belast met de wederzijdse informatie, de overdenking, de oriëntering en de evaluatie ingesteld bij artikel 22;
5° [1 adviesorganen: de overleg- en raadplegingsorganen die door de Franse Gemeenschap in het kader van het cultuurbeleid zijn ingesteld;]1
6° de Wetenschappelijke raad : de raad ingesteld bij artikel 31;
7° het cultuurbeleid : het beleid betreffende de culturele aangelegenheden bedoeld in de artikelen 4 en 8 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
8° het delegatiebesluit : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 februari 1998 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en de latere wijzigingen ervan.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
HOOFDSTUK II. - Het Waarnemingscentrum, opdrachten, werking, organisatie en onafhankelijkheid
Afdeling 1. - Het Waarnemingscentrum
Art.2. Er wordt binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap een Waarnemingscentrum voor het Cultuurbeleid opgericht dat bij het Secretariaat-Generaal verbonden is.
Afdeling 2. - Opdrachten
Art.3.In samenwerking met de diensten van de Regering maakt het Waarnemingscentrum een permanente inventaris op, van :
1° de rechten op cultuur en het cultuurbeleid, zoals uitgeoefend in de ruimte van de Federatie Wallonië Brussel;
2° de operatoren, verenigingen en instellingen, al dan niet gesubsidieerd, die in [1 gebieden van het cultuurbeleid]1 actief zijn;
3° de beroepen, de ambachten en de betrekkingen ontwikkeld in [1 gebieden van het cultuurbeleid]1;
4° de bezorging van het cultureel bezit en de culturele diensten aan de Franstalige bevolking;
5° de culturele praktijken van de Franstalige bevolking;
6° de manieren waarop de burgers toegang hebben tot het cultureel leven en eraan deelnemen.
Op methodologisch vlak wordt de uitwerking van die permanente inventaris bedacht in samenwerking met de diensten van de Regering en het "ETNIC".
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.4. Op verzoek van de Regering, van een lid ervan, van de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of, op eigen initiatief, voert het Waarnemingscentrum analyses van elke kwestie in verband met het cultuurbeleid.
Het Waarnemingscentrum voert zelf of laat de nodige studies voeren voor de uitoefening van zijn opdrachten.
Het Waarnemingscentrum verzamelt en coördineert de resultaten van de studies en de onderzoeken inzake het cultuurbeleid.
Art.5. Het Waarnemingscentrum speelt een rol van toezicht bij middel van de in de Franse Gemeenschap ontworpen evaluatiemiddelen voor het cultuurbeleid en een rol van hulpbezorging voor het treffen van beslissingen in de rest van het land en in het buitenland.
Art.6. Het Waarnemingscentrum ontwikkelt de werkgroep geschiedenis van het Cultuurbeleid in het Franstalige gedeelte van het land.
Art.7. Onder voorbehoud van de beschikbare begrotingskredieten kan het Waarnemingscentrum, in de vorm van prijzen en beurzen, werkzaamheden en projecten van academisch onderzoek steunen waarvan de thema's en de inhouden in het samenhangende kader past van de opdrachten bedoeld in de artikelen 2, 3, 5 en 6 et met de doelstelling bedoeld door de Wetenschappelijke Raad, zoals bepaald in artikel 31.
Art.8. Het Waarnemingscentrum organiseert een centrum voor documentaire bronnen waarin publicaties en documenten betreffende het cultuurbeleid zowel in de Franse Gemeenschap als in de rest van het land en in het buitenland verzameld worden.
Art.9.Het Waarnemingscentrum stelt ter beschikking van de [1 adviesorganen]1, de bevoegde administraties, de universiteiten, de betrokken operatoren en het groot publiek, de documentaire bronnen, de resultaten van de studies en onderzoeken alsook de kennis ervan betreffende het cultuurbeleid in België en in het buitenland.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Afdeling 3. - Werking
Art.10. Onverminderd de delegaties die ze verleent overeenkomstig het delegatiebesluit, legt de Regering de nodige samenwerkingsbanden met elke internationale, federale, gemeenschappelijke, gewestelijke of plaatselijke publiek- of privaatrechtelijke instelling voor het vervullen van de opdrachten van het Waarnemingscentrum.
Art.11.Onverminderd de bevoegdheden van de [1 adviesorganen]1, alsook de opdrachten inzake gewoon beheer van de diensten van de Regering, de [1 adviesorganen]1, wisselen de diensten van de Regering en het Waarnemingscentrum de nodige informatie uit voor het vervullen van hun respectieve taken en opdrachten.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.12.Wanneer het Waarnemingscentrum een analyse maakt of laat maken van een culturele sector in het bijzonder, raadpleegt hij ambtshalve de Ambtenaar-generaal van de betrokken dient(en) en de [1 adviesorganen]1 van de betrokken sector(en), alsook de Minister(s) en, in voorkomend geval, de andere Ministers van de Regering belast met de betrokken sectoren.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.13. De diensten van de Regering informeren en betrekken, in voorkomend geval, het Waarnemingscentrum bij de ontwikkeling van informatiesystemen, databanken, digitale instrumenten, alsook archiveringssystemen die ze ontwikkelen in de culturele aangelegenheden.
Art.14. De diensten van de Regering en het Waarnemingscentrum houden zich wederzijds op de hoogte van de studies en onderzoeken die op hun initiatief overwogen worden in de domeinen die onder hun bevoegdheden vallen.
Telkens als dat nuttig blijkt, betrekken de diensten van de Regering het Waarnemingscentrum bij deze onderzoeken en studies.
Art.15.De diensten van de Regering delen het Waarnemingscentrum informatie mee en geven toegang tot de databanken die nodig zijn voor de uitvoering van zijn opdrachten.
Worden inzonderheid bedoeld :
1° de gegevens die deelnemen aan de permanente inventaris bedoeld in artikel 3;
2° de regelingen betreffende hun aangelegenheden;
3° de eindbestemming van de begrotingskredieten die ze beheren;
4° de jaarverslagen van de [1 adviesorganen]1 over de aangelegenheden die zij behandelen.
De diensten van de Regering bezorgen de nota's en verslagen over de oriëntaties inzake het cultuurbeleid die ze voorstellen.
De resultaten van de studies en onderzoeken betreffende het cultuurbeleid die, op initiatief van de Franse Gemeenschap, verwezenlijkt zijn of door haar gesubsidieerd, worden aan het Waarnemingscentrum bezorgd.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.16. De analyses bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden ambtshalve doorgezonden naar de auteur van de aanvraag, naar de leden van de Regering, naar de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, naar de ambtenaren-generaal van de diensten van de Regering bevoegd voor de betrokken aangelegenheden.
Afdeling 4. - Organisatie
Art.17. De personeelsleden van de diensten van de Regering die ter beschikking worden gesteld van het Waarnemingscentrum, worden ingedeeld bij het Secretariaat-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art.18. De Regering stelt, onder het personeel van het Waarnemingscentrum, de persoon aan, bekend onder de benaming " Coördinator ", die zorgt voor de coördinatie van de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum.
Afdeling 5. - Onafhankelijkheid
Art.19. Het Waarnemingscentrum leidt zijn opdrachten en voert ze uit in volle intellectuele, methodologische en wetenschappelijke onafhankelijkheid.
Art.20. De Regering bepaalt voor de personeelsleden van het Waarnemingscentrum het reglement voor de gevallen van onverenigbaarheid met de uitoefening van hun ambten.
Art.21. Om de twee jaar, vóór dertig juni, bezorgt het Waarnemingscentrum aan de Regering en aan het Parlement van de Franse Gemeenschap een activiteitenverslag alsook een prospectieve nota over de oriëntatie van zijn werkzaamheden.
HOOFDSTUK III. - Begeleidingscomité
Afdeling 1. - Bevoegdheid
Art.22. Een wedezijdse informatie-, overdenkings-, orienterings- en evaluatieorgaan wordt ingesteld om de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum te begeleiden. Dit orgaan wordt Begeleidingscomité genoemd.
Art.23. Onverminderd de onafhankelijkheid van het Waarnemingscentrum bepaalt het Begeleidingscomité de algemene oriëntaties van de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum.
Het Begeleidingscomité kan geraadpleegd worden door het Waarnemingscentrum over zijn werkhypothesen, zijn methodologie en de gegevens waarop het zich steunt.
Het Begeleidingscomité brengt ook adviezen uit over de overeenstemming tussen de aanvragen voor analyses die gericht worden aan het Waarnemingscentrum, alsook deze die het Waarnemingscentrum op eigen initiatief wenst te realiseren, en deze die onder de bevoegdheden van het Waarnemingscentrum vallen.
Afdeling 2. - Samenstelling en werking.
Art.24. Het Begeleidingscomité bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende stem.
Art.25.[1 § 1.Kunnen aan de werkzaamheden van het begeleidingscomité deelnemen:
1° het Secretariaat-Generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
2° de Algemene Administratie voor Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
3° de Conseil supérieur de l'audiovisuel (CSA);
4° de Hoge Raad voor Cultuur;
5° de Raad voor de Franse taal, de endogene talen en het taalkundig beleid
6° de Overlegkamer voor de Levende Kunsten
7° de Overlegkamer inzake Muziek
8° de Overlegkamer voor de Plastische Kunsten
9° de Overlegkamer inzake geschriften en het boek
10° de Overlegkamer inzake Film
11° de Overlegkamer voor het Cultureel Erfgoed
12° de Overlegkamer voor culturele en territoriale actie;
13° de Hogere Raad voor het Permanente Opvoeding
14° het Jeugdforum van de Franse Gemeenschap
15° de Adviescommissie van jeugdhuizen en -centra
16° de Adviescommissie van jongerenorganisaties
17° de Kamer van Hogere Kunstscholen
18° de Seniorencommissie van de Franse Gemeenschap;
19° het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek;
20° de Hoge Raad voor Media-opvoeding
21° de Nationale Permanente Commissie van het Cultureel Pact
22° de Unie van Steden en Gemeenten van Wallonië;
23° de Vereniging van de Steden en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
24° de Vereniging van de Waalse Provincies;
25° het Investeringsfonds voor Creatieve Ondernemingen (St'Art);
26° het Waals Instituut voor Evaluatie, Prospectie en Statistiek (IWEPS);
27° het Brussels Instituut voor de Statistiek en de Analyse (IBSA);
28° het Waals Agentschap voor het Patrimonium (AWaP);
29° de Directie Cultureel Erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
30° de Directie Culturele en Socio-culturele Aangelegenheden van de Franse Gemeenschapscommissie.
Daartoe kan elke in lid 1 genoemde dienst, orgaan of organisatie een vertegenwoordiger/-ster afvaardigen om als werkend lid in het begeleidingscomité zitting te nemen.
§ 2. Drie door de minister benoemde deskundigen uit de academische wereld of uit onderzoekscentra van verschillende academies en academische disciplines met betrekking tot het cultuurbeleid kunnen eveneens als werkend lid deelnemen aan de werkzaamheden van het Begeleidingscomité.]1
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.26.[1 § 1. Bij de werkzaamheden van het ondersteunend comité worden betrokken:
1° de algemene diensten van het Algemeen Bestuur voor Cultuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, elk voor het werk dat hem aanbelangt
2° Wallonie-Bruxelles International (WBI);
3° de cel Architectuur van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
4° de Directie van de Culturele Infrastructuren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
5° de Algemene Directie van het Onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
6° de Directie Wetenschappelijk Onderzoek van het Ministerie van de Franse Gemeenschap
7° de Academie voor Onderzoek en Hoger Onderwijs (ARES)
8° het Waarnemingscentrum voor kinderen, jeugd en jeugdhulpverlening (OEJAJ);
9° het Bureau voor geboorte en kind (ONE);
10° de Stuurgroep van het traject Culturele en Artistieke Vorming (CoPil PECA);
11° het bedrijf voor digitale informatie- en communicatietechnologie (ETNIC).
Daartoe kan elke in lid 1 genoemde dienst, orgaan of organisatie een vertegenwoordiger/-ster afvaardigen die als geassocieerd lid zitting neemt in het begeleidingscomité.
De coördinator en de leden van het onderzoeksteam van het Waarnemingscentrum hebben eveneens de hoedanigheid van geassocieerd lid.
§ 2. De minister en andere bij de agenda betrokken leden van de regering worden uitgenodigd om de werkzaamheden van het begeleidingscomité bij te wonen.
Zij kunnen een vertegenwoordiger aanwijzen om namens hen deel te nemen aan vergaderingen die zij niet kunnen bijwonen.]1
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.27. Er wordt een einde gesteld aan de uitoefening van de ambten van een lid dat zijn hoedanigheid verliest krachtens welke het werd aangesteld; een vervanger die zijn mandaat beëindigt, wordt aangewezen onder dezelfde voorwaarden als deze die werden nageleefd voor de aanstelling van de vervangen persoon.
De hoedanigheid van lid van het Begeleidingscomité is onverenigbaar met het behoren tot een vereniging die de principes van de democratie niet naleeft, zoals onder andere vermeld in de Europese overeenkomst voor het behoud van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
Art.28.Het voorzitterschap van het Begeleidingscomité wordt waargenomen door de Secretaris-generaal van de Franse Gemeenschap of zijn vertegenwoordiger.
De Voorzitter roept het Begeleidingscomité samen.
Hij stelt de agenda van zijn werkzaamheden op, in samenwerking met de Coördinator van het Waarnemingscentrum.
[1 De coördinator en de leden van het onderzoeksteam van het waarnemingscentrum staan de secretaris-generaal bij in de voorbereiding, de presentatie van de agendapunten, de debatten en de beraadslagingen.]1
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.29.Het Begeleidingscomité stelt de regels van zijn werking vast in een huishoudelijk reglement.
[1 Het begeleidingscomité kan slechts geldig vergaderen indien minstens een derde van de in artikel 25 bedoelde werkende leden vertegenwoordigd is.
Het secretariaat wordt waargenomen door het personeel van het Waarnemingscentrum.]1
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Afdeling 3. - De Wetenschappelijke Raad
Art.30.Op voorstel van het Waarnemingscentrum worden de deskundigen [1 bedoeld in paragraaf 2]1 van artikel 25 aangesteld door de Regering binnen de vier maanden volgend op de hernieuwing van het Parlement van de Franse Gemeenschap. Hun mandaat is slechts één keer hernieuwbaar.
Het Begeleidingscomité kan een of meer externe deskundigen of leden van de diensten van de Regering bij zijn werkzaamheden betrekken, met raadgevende stem, wanneer deze werkzaamheden van technische aard zijn waarvoor bijzondere bevoegdheden vereist zijn.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.31. Een Wetenschappelijke Raad wordt ingesteld bij het Begeleidingscomité dat de opdrachten ervan bepaalt. In hoofdorde wordt de samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de deskundigen van het academische onderzoek bevorderd.
Art.32.Het huishoudelijk reglement van het Begeleidingscomité bedoeld in artikel 29 bepaalt inzonderheid de regels voor de oprichting, de werking en de samenstelling van de Wetenschappelijke Raad, alsook elke groep deskundigen die nodig zijn voor de begeleiding van de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum.
De deskundigen [1 bedoeld in paragraaf 2]1 van artikel 25 zijn van rechtswege lid van de Wetenschappelijke Raad.
----------
(1)<BFG 2021-09-23/12, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 16-10-2021>
Art.33. Met uitsluiting van de leden van de diensten van de Regering komen de deskundigen bedoeld in de artikelen 30 en 34 in aanmerking voor een presentiegeld voor hun deelneming aan de werkvergaderingen en, in voorkomend geval, voor een terugbetaling van de vervoer- en verblijfkosten.
Het presentiegeld bedraagt 44 euro voor een halve dag werk.
De terugbetaling van de vervoer-en verblijfkosten wordt toegekend overeenkomstig de geldende regeling voor de personeelsleden van rang 12 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
HOOFDSTUK IV. - Slot- en opheffingsbepalingen
Art.34. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 april 2001 tot oprichting van het Waarnemingscentrum voor de beleidsvoeringen inzake Cultuur van de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Art. 35. De Minister van Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.