6 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit houdende verhoging van het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming met toepassing van artikel 6, § 6, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:
1° `5.517,41' door `5.627,76' ;
2° `8.276,12' door `8.441,64' ;
3° `11.184,66' door `11.408,35'.
Art.2. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:
1° `5.627,76' door `5.775,05';
2° `8.441,64' door `8.662,57';
3° `11.408,35'door `11.706,93'.
Art.3. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:
1° `5.775,05' door `5.922,33' ;
2° `8.662,57' door `8.883,51' ;
3° `11.706,93' door `12.005,50'.
Art.4. In artikel 6, § 1, eerste lid, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden de bedragen als volgt vervangen:
1° `5.922,33' door `6.069,62' ;
2° `8.883,51' door `9.104,44' ;
3° `12.005,50' door `12.304,08'.
Art.5. Artikel 1 treedt in werking op 1 juli 2021.
Artikel 2 treedt in werking op 1 januari 2022.
Artikel 3 treedt in werking op 1 januari 2023.
Artikel 4 treedt in werking op 1 januari 2024.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021.
Art. 7. De minister bevoegd voor Personen met een handicap is belast met de uitvoering van dit besluit.