Details





Titel:

16 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018015682 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen en -diensten, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 2020, wordt een hoofdstuk 3/4, dat bestaat uit artikel 16/10 tot 16/16, ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Hoofdstuk 3/4. Financiering functieclassificatie ter uitvoering van het Vijfde Vlaams Intersectoraal akkoord van 8 juni 2018 en het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren
  Art. 16/10. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder voorzieningen:
  1° psychiatrische verzorgingstehuizen;
  2° woonzorgcentra;
  3° dagverzorgingscentra;
  4° centra voor kortverblijf;
  5° revalidatievoorzieningen;
  6° initiatieven voor beschut wonen;
  7° multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve zorg;
  8° de lokale dienstencentra die vallen onder het paritair comité 330 en die voldoen aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 17, 20, 21 en 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers;
  9° de diensten voor oppashulp die vallen onder het paritair comité 330 en die voldoen aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 17, 20 en 24 van het voormelde besluit.
  De voorzieningen, vermeld in het eerste lid, betreffen alleen de voorzieningen uit de private sector.
  Art. 16/11. In juli 2021 stort het agentschap aan de voorzieningen, vermeld in artikel 16/10, een bedrag ter compensatie van de uitrol van de nieuwe functieclassificatie voor de werknemers van die voorzieningen, voor de rechten 2021.
  Het bedrag dat aan de voorzieningen wordt gestort, wordt in juni 2021 aan het agentschap meegedeeld door een orgaan dat of instelling die kan overgaan tot de nodige berekeningen in het licht van de beoogde functieclassificatie en waarmee de Vlaamse Regering met dat doel een overeenkomst sluit.
  Het totaal van de bedragen die aan de voorzieningen worden gestort, is niet hoger dan het hiervoor op basis van het vijfde en zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord voorziene bedrag in de begroting 2021.
  Art. 16/12. In juni 2022 stort het agentschap aan de voorzieningen, vermeld in artikel 16/10, een bedrag ter compensatie van de uitrol van de nieuwe functieclassificatie voor de werknemers van die voorzieningen, voor de rechten 2021.
  Het bedrag dat aan de voorzieningen wordt gestort, wordt berekend door het bedrag dat de voorziening in 2021 heeft ontvangen in het deel M van de basistegemoetkoming voor zorg in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf, af te trekken van het bedrag dat in mei 2022 aan het agentschap wordt meegedeeld door een orgaan dat of instelling die kan overgaan tot de nodige berekeningen in het licht van de beoogde functieclassificatie en waarmee de Vlaamse Regering met dat doel een overeenkomst sluit.
  Een bedrag dat moet worden teruggevorderd, brengt het agentschap in mindering op de rechten 2022, vermeld in artikel 16/14.
  Het totaal van de bedragen die aan de voorzieningen worden gestort conform dit artikel en artikel 16/11, is niet hoger dan het hiervoor op basis van het vijfde en zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord voorziene bedrag in de begroting 2021.
  Art. 16/13. In januari 2022 stort het agentschap aan de voorzieningen, vermeld in artikel 16/10, een bedrag ter compensatie van de uitrol van de nieuwe functieclassificatie voor de werknemers van die voorzieningen, voor de rechten 2022.
  Het bedrag dat aan de voorzieningen wordt gestort, is gelijk aan twee derden van het bedrag dat aan de voorzieningen is betaald met toepassing van artikel 16/11.
  Art. 16/14. In juli 2022 stort het agentschap aan de voorzieningen, vermeld in artikel 16/10, een bedrag ter compensatie van de uitrol van de nieuwe functieclassificatie voor de werknemers van die voorzieningen, voor de rechten 2022.
  Het bedrag dat aan de voorzieningen wordt gestort, bedraagt maximaal de helft van het bedrag dat in juni 2022 aan het agentschap wordt meegedeeld door een orgaan dat of instelling die kan overgaan tot de nodige berekeningen in het licht van de beoogde functieclassificatie en waarmee de Vlaamse Regering met dat doel een overeenkomst sluit.
  Het totaal van de bedragen die aan de voorzieningen worden gestort conform dit artikel en artikel 16/14, is niet hoger dan het hiervoor op basis van het vijfde en zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord voorziene bedrag in de begroting 2022. In dit bedrag wordt ook de opbrengst van het deel M van de basistegemoetkoming voor zorg in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf zoals bedoeld in artikel 16/12, tweede lid opgenomen.
  Art. 16/15. In juni 2023 stort het agentschap aan de voorzieningen, vermeld in artikel 16/10, een bedrag ter compensatie van de uitrol van de nieuwe functieclassificatie voor de werknemers van die voorzieningen, voor de rechten 2022.
  Het bedrag dat aan de voorzieningen wordt gestort, wordt in mei 2023 aan het agentschap meegedeeld door een orgaan dat of instelling die kan overgaan tot de nodige berekeningen in het licht van de beoogde functieclassificatie en waarmee de Vlaamse Regering met dat doel een overeenkomst sluit.
  Het totaal van de bedragen die aan de voorzieningen worden gestort met toepassing van dit artikel en artikel 16/13 en 16/14, is niet hoger dan het hiervoor op basis van het vijfde en zesde Vlaamse Intersectorale Akkoord voorziene bedrag in de begroting 2022. In dit bedrag wordt ook de opbrengst van het deel M van de basistegemoetkoming voor zorg in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf zoals bedoeld in artikel 16/12, tweede lid opgenomen.
  Art. 16/16. De voorziening die weigert zich aan de controle van het agentschap te onderwerpen, verliest de rechten, vermeld in dit hoofdstuk.".

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.

Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het welzijn, is belast met de uitvoering van dit besluit.