15 JULI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot gedeeltelijke opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 oktober 2018 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de procedureregels die op de BGHM, de OVM's, de gemeenten en de OCMW's van toepassing zijn en die onlosmakelijk verbonden zijn met de financiering van aankoop- en ontwikkelingsprojecten van woningen, evenals met projecten voor de afbraak van gebouwen en de heropbouw van woningen
Art. 1-20
Artikel 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 oktober 2018 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de procedureregels die op de BGHM, de OVM's, de gemeenten en de OCMW's van toepassing zijn en die onlosmakelijk verbonden zijn met de financiering van aankoop- en ontwikkelingsprojecten van woningen, evenals met projecten voor de afbraak van gebouwen en de heropbouw van woningen wordt vervangen als volgt :
Art.2. De titel van het besluit wordt vervangen als volgt :
"Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de procedureregels die op de gemeenten en de OCMW's van toepassing zijn en die onlosmakelijk verbonden zijn met de financiering van aankoop- en ontwikkelingsprojecten van woningen, evenals met projecten voor de afbraak van gebouwen en de heropbouw van woningen
Art.3. Artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Dit besluit heeft betrekking op de projecten voor de ontwikkeling van woningen door aankopen van onroerende goederen door de gemeenten en de OCMW's. "
Art.4. In het artikel 1, 2de lid, worden de 6° en 14° geschrapt.
Art.5. Hoofdstuk 2 van Titel II van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. De titel van het hoofdstuk 3 van Titel II van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen door: "Hoofdstuk 2. - Middelen ter beschikking gesteld van de gemeenten en OCMW"
Art.7. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt:
"Binnen de perken van de begrotingsmiddelen voor de financiering van de productie van huisvesting kan de BGHM, middels het akkoord van de Regering, een subsidie aan de gemeenten en OCMW toekennen voor de financiering van de kosten voor de aankoop van onroerende goederen en de ontwikkeling van een woningproject.
§ 2. Het saldo van de totale kostprijs van de operatie, niet gedekt door de subsidie, kan gevrijwaard worden door de inbreng van eigen middelen. Het kan ook gevrijwaard worden door elke andere overheidssteun en/of door voorschotten van de BGHM die over een periode van 30 jaar terugbetaalbaar zijn, indien de Regering dit toestaat. "
Art.8. De titel van het hoofdstuk 4 van Titel II van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt : "Berekening van de subsidie".
Art.9. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De maximum subsidieerbare kostprijs wordt op 2.200 euro btw inbegrepen per bruto m2 (bovengronds + ondergronds) vastgesteld bestemd voor woningen en voor het eventueel gedeelte subsidieerbare collectieve uitrusting.
§ 2. De maximum subsidieerbare kostprijs zal elk jaar volgens de ABEX-index geïndexeerd worden".
Art.10. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De subsidie wordt vastgelegd op 33,33%:
- van de maximum subsidieerbare kostprijs voor de gedeelten van het gebouw die gebruikt zullen worden voor de productie van woningen voor middeninkomens of bescheiden inkomens wanneer die lager dan de totale kostprijs van de operatie is;
- van de totale kostprijs van de operatie voor de gedeelten van het gebouw die gebruikt zullen worden voor de productie van woningen voor middeninkomens of bescheiden inkomens wanneer die lager is dan de maximale subsidieerbare kostprijs. "
Art.11. De titel van het hoofdstuk 1 van Titel III van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.12. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"Het voordeel van de subsidie met betrekking tot de aankopen wordt aan de naleving van de voorwaarden bedoeld in §§ 2 tot 8 gekoppeld.
§ 2. De aankopen moeten betrekking hebben op:
1° ofwel een terrein
2° ofwel een bestaand en te renoveren gebouw dat, voorafgaand aan de start van de operatie, bestemd is als kantoor, productieactiviteit of voorziening, in de zin van het glossarium van het G.B.P.;
3° ofwel een bestaand en te renoveren gebouw dat, voorafgaand aan de start van de operatie, bestemd is als huisvesting en in zover het gaat om gebouwen met woningen die als verbeterbaar of functioneel onaangepast erkend zijn.
Op voorstel van de BHGM kan de Regering van bovenstaande voorwaarden afwijken voor specifieke aankoopoperaties wanneer de technische, juridische en/of economische haalbaarheid van de operatie dit verantwoordt.
§ 3. Het goed is gelegen in een zone van het G.B.P. verenigbaar met de bestemming van huisvesting.
§ 4. De gesubsidieerde operatie voorziet dat de geproduceerde of gerenoveerde woningen conform zijn aan de criteria bepaald door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 waarbij de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van woningen vastgesteld wordt.
§ 5. Het opdrachtgeverschap van de werkzaamheden voor de ontwikkeling van een woningproject wordt aan de BGHM voor de andere gevallen gedelegeerd, behalve indien in uitzonderlijke omstandigheden die met redenen omkleed zijn, een gemeente of een OCMW het opdrachtgeverschap van het project bij de BGHM vraagt, die zijn analyse aan de minister voorlegt met het oog op een delegatie van het opdrachtgeverschap aan de betrokken operator
De overeenkomst tussen de partijen zal de opvolgingsmodaliteiten van het project vaststellen voor de gemeenten en de OCMW die het opdrachtgeverschap van een operatie verzorgen.
§ 6. Binnen de 50 maanden vanaf de kennisgeving van de toelage door de BGHM, moeten de werkzaamheden voor ontwikkeling van de woningen op betekenisvolle wijze opgestart zijn.
Op voorstel van de BGHM kan de minister een aanvullende termijn toekennen.
§ 7. De documenten in verband met de aanvraag van toelage door de gemeenten en OCMW worden door de BGHM bepaald.
§ 8. Iedere aankoop van onroerende goederen moet ter expertise voorgelegd worden aan het Aankoopcomité."
Art.13. Hoofdstuk 2 van Titel III van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.14. Titel IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door: "TITEL IV. - Procedureregels"
Art.15. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"Elk jaar brengt de BGHM ten laatste tegen 1 september en in functie van de middelen bestemd voor het doel beoogd door dit besluit voor het volgende jaar en onder voorbehoud van de goedkeuring van de gewestelijke begroting door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de gemeenten en de OCMW door middel van briefwisseling op de hoogte van de toekenningsvoorwaarden, evenals van de procedureregels die op de financiering van de aankoop- en ontwikkelingsprojecten van woningen, van toepassing zijn. De brief omvat ook de lijst met bij te voegen documenten bij de aanvraag.
§ 2. Alle beschikbare informatie staat op de website van de BGHM. "
Art.16. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De gemeenten en de OCMW dienen hun aanvraag ten laatste 5 maanden na ontvangst van de brief bedoeld in artikel 9, § 1, in, door hun dossier bij de BGHM tegen indieningsattest in te dienen.
§ 2. De gemeenten en de OCMW delen een kopij van hun aanvraag, gelijktijdig met het indienen van hun dossier bij de BGHM, aan de minister mee.
§ 3. De BGHM onderzoekt de volledigheid van het dossier binnen de 15 kalenderdagen die volgen op de indiening van het dossier bedoeld in artikel 10, § 1 en betekent binnen deze termijn, een ontvangstbewijs aan de gemeente of het OCMW met bevestiging van:
1° ofwel de volledigheid van het dossier;
2° ofwel de onvolledigheid van het dossier, waarbij de ontbrekende nog voor te leggen elementen, in verband met de samenstelling van het dossier bepaald in brief, vermeld worden. In voorkomend geval hebben de gemeenten en OCMW een termijn van 15 dagen vanaf de kennisgevingsdatum via brief om hun dossier, op straffe van onontvankelijkheid te vervolledigen. "
Art.17. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt:
"Voor de aankoopprojecten legt de BGHM het dossier ter advies voor aan het aankoopcomité, en dit gelijktijdig met de kennisgeving van de ontvangstbevestiging van volledig dossier, behalve wanneer het dossier een schatting van het onroerend goed weergeeft die door het aankoopcomité verricht is en op voorwaarde dat deze schatting verricht is in het jaar van de indiening van het dossier bij de BGHM bedoeld in artikel 10 § 1 of in het jaar dat deze indiening voorafgaat.
§ 2. Het aankoopcomité verstrekt zijn advies binnen de 3 maanden na de aanvraag van de BGHM.
§ 3. De BGHM legt haar onderzoek ter goedkeuring van haar Raad van Bestuur voor door zich op de bij de aanvraag gevoegde documenten en, voor de aankoopprojecten, op de schatting van het aankoopcomité, te baseren.
§ 4. Na onderzoek en beslissing van de Raad van Bestuur, stuurt de BGHM, binnen de 150 kalenderdagen die volgen op de kennisgeving van de ontvangstbevestiging van volledig dossier bedoeld in artikel 10 § 3:
1° haar advies over de opportuniteit om het project te selecteren aan de minister;
2° een kopie van haar advies aan de gemeente of het OCMW. "
Art.18. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De minister legt zijn advies over de projecten, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de BGHM, ter goedkeuring van de Regering voor."
Art.19. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De BGHM licht de gemeenten en de OCMW over de beslissing van de Regering in. "
Art. 20. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt :
"De gemeenten en de OCMW maken aan de BGHM een eensluidend gewaarmerkte kopie van de authentieke verkoopakte over.
Vanaf de ondertekening van de authentieke akte neemt de eigenaar iedere voorlopige maatregel ten aanzien van het goed tot op de datum van de aanvang van de werken."