Details





Titel:

29 APRIL 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971072008 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 54 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 januari 2001 en 17 december 2017 en bij de wet van 22 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Voor de toepassing van het vorige lid wordt het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid geacht tijdig via de post aan de adviserend arts te zijn verzonden als de poststempel uiterlijk de vijfde werkdag na het verstrijken van die termijn is aangebracht.".

Art.2. Artikel 55 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 2002, 21 december 2006 en 17 december 2017 en bij de wet van 22 mei 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Voor de toepassing van het vorige lid wordt het uiterlijk op de laatste dag van de toepasselijke termijn ondertekende getuigschrift van arbeidsongeschiktheid geacht tijdig via de post aan de adviserend arts te zijn verzonden als de poststempel uiterlijk de vijfde werkdag na het verstrijken van de toepasselijke termijn is aangebracht.".

Art.3. Artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Voor de toepassing van het vorige lid wordt het uiterlijk op de laatste dag van de toepasselijke termijn ondertekende getuigschrift van arbeidsongeschiktheid geacht tijdig via de post aan de adviserend arts te zijn verzonden als de poststempel uiterlijk de vijfde werkdag na het verstrijken van de toepasselijke termijn is aangebracht.".

Art.4. In artikel 57 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden ", eerste lid" ingevoegd tussen de woorden " artikelen 54" en de woorden ", 55, tweede lid" en worden de woorden ", § 2, eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "en 56" en de woorden "een zaterdag";
  2° het wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Voor de toepassing van de artikelen 54, tweede lid, 55, derde lid, en 56, § 2, tweede lid, worden alle dagen van het jaar, behalve de zondagen en de wettelijke feestdagen, als werkdagen beschouwd.".

Art.5. Artikel 58bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 1976, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 januari 2001 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 2002 en 30 juli 2018, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 58bis. In geval van niet tijdige aangifte van een arbeidsongeschiktheid en onverminderd de andere voorwaarden tot vergoeding, kan de gerechtigde aanspraak maken op volledige uitkeringen
  a) vanaf de vierde werkdag voorafgaandelijk de toezending van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid, of vanaf de eerste dag die volgt op de dag van ondertekening van dit getuigschrift indien die na de voormelde vierde werkdag ligt, waarbij de poststempel bewijskracht heeft;
  b) vanaf de eerste dag die volgt op die waarop de gerechtigde het getuigschrift heeft afgegeven aan de adviserend arts van de verzekeringsinstelling.
  Voor de periode voorafgaandelijk de in het eerste lid bedoelde periode worden de uitkeringen aan de gerechtigde of aan zijn vertegenwoordiger uitbetaald, na een vermindering van 10 procent die op het dagbedrag van de uitkeringen, verschuldigd voor die periode, wordt toegepast.
  Voor de toepassing van dit artikel worden alle dagen van het jaar, behalve de zondagen en de wettelijke feestdagen, als werkdagen beschouwd.".

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020 en is van toepassing op de getuigschriften van arbeidsongeschiktheid waarop de poststempel ten vroegste vanaf deze datum is aangebracht.

Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.