18 DECEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 3 van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken en tot uitvoering van artikel 13/1 en 37/1 van het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, vervangen bij het ministerieel besluit van 30 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt a) wordt tussen de zinsnede "Nieuw-Zeeland," en de woorden "de Verenigde Staten" de zinsnede "het Verenigd Koninkrijk," ingevoegd;
2° er worden een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt:
"f) de goederen bestemd zijn voor het eigen gebruik door de EU, de NAVO, de VN, of het IAEA, of een andere intergouvernementele organisatie waarvan het Vlaamse Gewest of België lid is; of
g) de goederen bestemd zijn voor het eigen gebruik door de strijdkrachten, de binnenlandse veiligheidsdiensten of vergelijkbare entiteiten van een lidstaat van de EER of van één van de volgende lidstaten van de NAVO of van het Wassenaar Arrangement: Argentinië, Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Zwitserland;".
Art.2. Aanvullend op de afwijking van de vergunningsplicht bij doorvoer, vermeld in artikel 8, § 2/1, derde lid, van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012, en in artikel 13/1, eerste lid, van het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012, geldt de afwijking in kwestie ook voor het Verenigd Koninkrijk.
Art.3. Aanvullend op de afwijking van de vergunningsplicht bij doorvoer, vermeld in artikel 30, § 1, vierde lid, van het Wapenhandeldecreet van 15 juni 2012 en in artikel 37/1, eerste lid, van het Wapenhandelbesluit van 20 juli 2012, geldt de afwijking in kwestie ook voor het Verenigd Koninkrijk.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021, met uitzondering van artikel 1, 2°, dat in werking treedt op de dag die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.