30 OKTOBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-11-2020 en tekstbijwerking tot 31-07-2024)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Erkenningscriteria
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 2
Afdeling 2. - Financieel criterium
Art. 3
Afdeling 3. - Wetenschappelijke criteria
Art. 4-15
HOOFDSTUK 3. - Vormvereisten voor de indiening van een aanvraag tot erkenning als ramp door de schadelijders
Art. 16
HOOFDSTUK 4. - Vergoedingsprocedure
Art. 17-21
HOOFDSTUK 5. - Raming van de schade
Art. 22-25
HOOFDSTUK 6. - Berekening van de tegemoetkoming
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 26
Afdeling 2. - Schade aan private goederen
Art. 27-28
Afdeling 3. - Schade aan openbaardomeingoederen
Art. 29
HOOFDSTUK 7. - Aanstelling van deskundigen
Art. 30-31
HOOFDSTUK 8. - Procedure voor de toekenning van een tegemoetkoming aan de verzekeringsondernemingen voor rekening van hun verzekerden of aan de rechthebbenden van een verzekeringsovereenkomst, de berekeningswijze van de bedragen en de voorwaarden van de uitbetaling
Art. 32-36
HOOFDSTUK 9. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 37
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingsbepalingen
Art. 38-39
HOOFDSTUK 11. - Overgangsbepalingen
Art. 40
HOOFDSTUK 12. - Slotbepalingen
Art. 41-42
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet van 5 april 2019 : het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest;
2°[1 Agentschap Landbouw en Zeevisserij: het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie]1;
3° KMI : het Koninklijk Meteorologisch Instituut;
4° Vlaams Rampenfonds : de dienst binnen het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken die belast is met de uitvoering van het decreet van 5 april 2019;
5° VMM : de Vlaamse Milieumaatschappij, opgericht bij artikel 10.2.1 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
§ 2. De betekening via de eBox, vermeld in artikel 2, 3°, van de wet van 27 februari 2019 inzake elektronische uitwisseling van berichten via de eBox, geldt als beveiligde zending in de zin van artikel 2, 6°, van het decreet van 5 april 2019.
----------
(1)<BVR 2024-05-03/64, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
HOOFDSTUK 2. - Erkenningscriteria
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.2. Een natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter dat ofwel voldoet aan het financiële criterium, vermeld in artikel 3, ofwel aan de wetenschappelijke criteria, vermeld in afdeling 3, kan als ramp erkend worden.
Een ramp kan zowel erkend worden indien het gaat om een individueel natuurverschijnsel als in de situatie dat verschillende natuurverschijnselen met uitzonderlijk karakter zich gelijktijdig op een specifiek moment of in een specifiek afgebakende tijdspanne voordoen.
Afdeling 2. - Financieel criterium
Art.3. Het natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter voldoet aan het financiële criterium als het Vlaams Rampenfonds vaststelt, op basis van de ontvangen ramingen van de schadelijders conform artikel 16, dat dat natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter op het grondgebied van het Vlaamse Gewest minstens voor honderd miljoen euro schade aan private en openbare goederen heeft veroorzaakt.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, is gekoppeld aan de evolutie van het ABEX-indexcijfer. De basis voor de indexering is de index die van kracht is op de datum van de bekendmaking van dit besluit.
Afdeling 3. - Wetenschappelijke criteria
Art.4. Hevige regenval kan als ramp erkend worden.
Hevige regenval is zware en plotse regen van meer dan 35 millimeter per uur per vierkante meter of meer dan 70 millimeter per 24 uur per vierkante meter, die lokale overstromingen, opstuwingen van riolen of modderstromen veroorzaakt.
Periodes van aanhoudende regenval worden als één enkele ramp beschouwd.
Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt het uitzonderlijk karakter van de hevige of aanhoudende regen op basis van de adviezen van het KMI, van de VMM of van beide.
Art.5. § 1. Een overstroming, met uitzondering van de overstromingen, vermeld in artikel 4, eerste lid, kan als ramp erkend worden als ze een stijging van het waterpeil veroorzaakt in een onderdeel van een waterloop, kanaal, meer, vijver of zee als gevolg van een van onderstaande fenomenen :
1° een tijdelijke, uitzonderlijke overstroming door aanhoudende regenval;
2° het afvloeien van water bij onvoldoende absorptie door de ondergrond;
3° het smelten van sneeuw of ijs;
4° een natuurlijke dijkbreuk;
5° een vloedgolf.
De initiële overstroming en elke overstroming binnen 168 uur na het zakken van het waterpeil of de terugkeer naar het normale peil wordt beschouwd als één enkele overstroming.
Een overstroming van waterlopen die onderhevig zijn aan getijden kunnen als ramp erkend worden als het waterpeil een terugkeerperiode van dertig jaar overschrijdt.
Een overstroming van waterlopen die niet onderhevig zijn aan getijden kunnen als ramp erkend worden als het debiet van de waterloop gelijk is aan of hoger is dan het debiet waarvoor de terugkeerperiode ten minste dertig jaar bedraagt.
Als het onmogelijk is om op basis van de beschikbare statistische gegevens de terugkeerperiode te berekenen, wordt een beroep gedaan op de statistische gegevens van de meest nabije, vergelijkbare situatie waarvan wel meetgegevens beschikbaar zijn.
§ 2. Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de overstroming op basis van de adviezen van het Waterbouwkundig Laboratorium van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, van de VMM of van beide.
In het eerste lid wordt verstaan onder Departement Mobiliteit en Openbare Werken : het departement, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
Art.6. Stormwinden en rukwinden met een lokaal karakter met een piekwaarde van minstens 135 kilometer per uur kunnen als ramp erkend worden.
In het eerste lid wordt verstaan onder rukwinden met een lokaal karakter :
1° windhozen;
2° tornado's;
3° windschering.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van storm- en rukwinden op basis van het advies van het KMI.
Art.7. § 1. Een aardbeving kan als ramp erkend worden als de Belgische lokale magnitude van 5,0 is bereikt.
De initiële aardbeving en de naschokken die optreden binnen 72 uur worden beschouwd als één enkele aardbeving.
§ 2. Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de aardbeving op basis van het advies van de Koninklijke Sterrenwacht van België.
Art.8. Een periode van ernstige droogte kan als ramp erkend worden als de hoeveelheid neerslag, de frequentie van de neerslag, de bodemwaterreserves en het vochtverlies door evapotranspiratie samen een productieverlies van de teelten en niet-binnengehaalde oogsten of van het vee veroorzaken. Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de droogte aan de hand van de adviezen van het KMI.
Art.9. Uitzonderlijke vorst kan als ramp erkend worden.
Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de vorst aan de hand van het advies van het KMI.
Art.10. Natuurbrand kan als ramp erkend worden als hij van natuurlijke oorsprong is.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de brand aan de hand van het advies van de brandweer, van het KMI of beide. Als droogte aan de basis ligt van de brand, wordt rekening gehouden met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Art.11. § 1. Een aardverschuiving of grondverzakking kan als ramp erkend worden als een intensiteitsgraad VII op de Europese Macroseismische schaal is bereikt.
In het eerste lid wordt verstaan onder aardverschuiving of grondverzakking : een beweging van een belangrijke massa van de bodem, veroorzaakt door een natuurverschijnsel, met uitzondering van een aardbeving of overstroming.
§ 2. Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van aardverschuivingen of grondverzakkingen aan de hand van waarnemingen op het terrein.
Art.12. Hagelbuien met hagelstenen met een diameter groter dan 3 centimeter kunnen als ramp erkend worden.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de hagelbui aan de hand van het advies van het KMI.
Art.13. Sneeuw- of ijsdruk kan als ramp erkend worden als een uitzonderlijke ophoping van sneeuw of ijs door de hoge soortgelijke massa druk uitoefent en de omvang ervan een terugkeerperiode van 30 jaar heeft.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de sneeuw- of ijsdruk aan de hand van het advies van het KMI en waarnemingen op het terrein.
Art.14. Een vulkaanuitbarsting kan als ramp worden erkend.
Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van de vulkaanuitbarsting aan de hand van waarnemingen op het terrein.
Art.15. Een orkaan kan als ramp worden erkend.
Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van dertig jaar.
Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt de omvang van een orkaan aan de hand van waarnemingen op het terrein.
HOOFDSTUK 3. - Vormvereisten voor de indiening van een aanvraag tot erkenning als ramp door de schadelijders
Art.16. Om de geografische uitgestrektheid van de ramp, vermeld in artikel 4, tweede lid, van het decreet van 5 april 2019, te bepalen, geven de schadelijders binnen zestig dagen het natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter aan bij het Rampenfonds.
De schadelijders bezorgen al de volgende informatie :
1° de plaats van de ramp;
2° het natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter of de natuurverschijnselen met uitzonderlijk karakter, vermeld in artikel 4 tot en met 15;
3° het tijdstip waarop het natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter zich heeft voorgedaan;
4° de beschrijving van de schade;
5° het geraamde schadebedrag.
Met het oog op het onderzoek tot beoordeling van de ramp en de controle van het financiële criterium, vermeld in artikel 3, kan het Vlaams Rampenfonds de schadelijders om bijkomende informatie vragen om de gemeenten te kunnen bepalen die vallen binnen de geografische uitgestrektheid van de ramp. De schadelijders bezorgen die informatie binnen zestig dagen nadat het Vlaams Rampenfonds daarom vraagt.
HOOFDSTUK 4. - Vergoedingsprocedure
Art.17. Schadelijders of hun gemachtigden dienen per ramp één aanvraag tot tegemoetkoming als vermeld in artikel 9, § 1, van het decreet van 5 april 2019, in voor het geheel van hun beschadigde goederen.
Echtgenoten, samenwonenden en eigenaars in onverdeeldheid dienen één aanvraag in voor het geheel van de beschadigde goederen.
Art.18. Schadelijders of hun gemachtigden dienen de aanvraag in met een beveiligde zending of digitaal. Ze gebruiken daarvoor de formulieren die het Vlaams Rampenfonds op zijn website ter beschikking stelt.
Schadelijders of hun gemachtigden voegen de bewijzen van hun titel en alle informatie over het bestaan en de omvang van de schade bij de aanvraag.
Art.19.§ 1. De aanvraag wordt gelijkgesteld met een verklaring op erewoord.
§ 2. De aanvraag vermeldt de juiste ligging van het beschadigde goed.
§ 3. Voor schade aan niet binnengehaalde oogsten, de bodem en de teelten vermelden de aanvragers het perceelnummer van de verzamelaanvraag die ze hebben ingediend bij [1 het Agentschap Landbouw en Zeevisserij]1, voor het jaar van de schade.
In het eerste lid wordt verstaan onder verzamelaanvraag : de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 11 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Europese Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden.
§ 4. De aanvragers beschrijven elk beschadigd element omstandig met een raming van de schade. Ze voegen bij de aanvraag, als ze erover beschikken, facturen, bestekken, leveringsnota's of weegbonnen en het verslag van de privé-deskundige. In voorkomend geval kan ook het proces-verbaal van de gemeentelijke commissie tot vaststelling van schade aan teelten bijgevoegd worden.
§ 5. De aanvragers voegen bij de aanvraag een gedetailleerd fotoverslag dat de aard en de omvang van de schade specificeert.
----------
(1)<BVR 2024-05-03/64, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art.20. Aanvragers die in financiële moeilijkheden verkeren als een gevolg van de schade veroorzaakt door de ramp, kunnen het Vlaams Rampenfonds vragen om hun aanvraag met voorrang te behandelen. Ze voegen de nodige bewijsstukken daarvan bij de aanvraag.
Art.21. Het Vlaams Rampenfonds :
1° spreekt de vervallenverklaring uit als vermeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet van 5 april 2019;
2° onderzoekt de aanvraag en beslist over de ontvankelijkheid ervan als vermeld in artikel 11, § 1, van het voormelde decreet;
3° herziet de beslissing als vermeld in artikel 14, eerste lid, van het voormelde decreet;
4° zet materiële vergissingen recht als vermeld in artikel 14, tweede lid, van het voormelde decreet.
HOOFDSTUK 5. - Raming van de schade
Art.22. Het Vlaams Rampenfonds kan, om de aanvragen van een tegemoetkoming te controleren, in alle stadia van de vergoedingsprocedure, op basis van bewijsstukken of ter plaatse, alle onderzoeken uitvoeren die nuttig lijken.
Art.23.§ 1. Het Vlaams Rampenfonds stelt het brutobedrag van de schade als volgt vast :
1° voor vergunde of vergund geachte constructies : op basis van een gedetailleerd bestek, of de kostprijs per kubieke meter, per vierkante meter, per lopende meter of per stuk. Bij discussie gelden de eenheidsprijzen van de dag van de ramp die erkende vakorganisaties binnen de bouwsector op regelmatige basis publiceren;
2° voor verplaatsbare constructies die voor bewoning gebruikt worden : op basis van de vervangingskosten van het beschadigde goed;
3° voor motorrijtuigen : op basis van de vervangings- of herstelkosten;
4° voor roerende goederen die bestemd zijn voor dagelijks of huiselijk gebruik, met uitzondering van de motorrijtuigen, vermeld in punt 3° : op basis van de vervangings- of herstelkosten;
5° voor de onroerende goederen, vermeld in artikel 5, eerste lid, 1°, d), en 2°, van het decreet van 5 april 2019 : op basis van de kostprijs voor het herstellen of vervangen van het goed in zijn oorspronkelijke staat onmiddellijk vóór de ramp;
6° voor koopwaren, producten en voorwerpen die in aanmaak zijn of die vervaardigd of verworven zijn door de schadelijder met het oog op de verkoop : op basis van de kost- of aankoopprijs;
7° voor grondstoffen, voorraden en stocks van een onderneming, bedrijf of instelling : op basis van de normale kostprijs van die goederen;
8° voor de nog niet geoogste teelten : op basis van forfaitaire prijzen die [1 het Agentschap Landbouw en Zeevisserij]1 jaarlijks vaststelt en, bij gebrek daaraan, op basis van de gemiddelde kostprijs van de teelt op het ogenblik dat ze klaar is voor verkoop, met aftrek van de niet-gedane kosten;
9° voor geoogste producten, vee, paarden, kleine fokkerijdieren en andere dieren met professionele bestemming : op basis van forfaitaire prijzen die het Departement Landbouw en Visserij jaarlijks opstelt en, bij gebrek daaraan, op basis van de gemiddelde prijzen van de marktberichten onmiddellijk vóór de ramp. Voor dieren met verwondingen of letsels door de ramp wordt het bedrag van de schade geacht gelijk te zijn aan de kosten van de verleende zorg;
10° voor bomen, struiken en planten die voor het bedrijf of de handel bestemd zijn : op basis van de verkoopprijs van teler aan teler of, als ze nog niet bruikbaar waren voor het bedrijf of de handel, op basis van de tot de dag van hun vernieling gedane kosten, verhoogd met de kosten voor het heraanplanten;
11° voor bosaanplantingen : op basis van de verkoopwaarde van de stammen op het ogenblik van de ramp, verhoogd met de kosten van het rooien en het heraanplanten;
12° voor de roerende goederen, vermeld in artikel 5, eerste lid, 1°, d), en 2°, van het decreet van 5 april 2019 : op basis van de prijs van een gelijkwaardig goed op het gebied van gebruik en rendement, met inbegrip van eventuele vervoer- en montagekosten.
§ 2. De vergoeding voor de motorrijtuigen, vermeld in paragraaf 1, 3°, voor privégebruik is beperkt tot één eenheid per gezinslid boven de zestien jaar dat beschikt over een geldig rijbewijs.
De tegemoetkoming voor de motorrijtuigen, vermeld in het eerste lid, wordt beperkt conform de volgende tabel :
maximale tegemoetkoming bij totaalverlies | maximale tegemoetkoming bij gedeeltelijke schade | ||
personenauto of lichte vrachtauto | 12.000 euro | 6000 euro | |
motorfiets | < 35 KW | 3500 euro | 1750 euro |
> 35 KW | 7500 euro | 3750 euro | |
bromfiets | max. 45 km/u | 1000 euro | 500 euro |
bromfiets klasse speed pedelec | 900 euro | 450 euro |
schijven van het netto totaalbedrag van de schade | vergoedingscoëfficiënten |
0 euro tot 500 euro (vrijstelling) | 0,0 |
501 euro tot 2500 euro | 1,0 |
2501 euro tot 15.000 euro | 0,9 |
15.001 euro tot 25.000 euro | 0,8 |
25.001 euro tot 37.000 euro | 0,6 |
37.001 euro tot 250.000 euro | 0,4 |
meer dan 250.000 euro | 0,0 |
schijven van het netto totaalbedrag van de schade | vergoedingscoëfficiënten |
0 euro tot 12.500 euro (vrijstelling) | 0,0 |
12.501 euro tot 25.000 euro | 1,0 |
25.001 euro tot 50.000 euro | 0,8 |
50.001 euro tot 100.000 euro | 0,6 |
100.001 euro tot 250.000 euro | 0,4 |
meer dan 250.000 euro | 0,0 |