Details





Titel:

12 OKTOBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020042484 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. In artikel 1, 1°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers worden de woorden "200 en" ingevoegd tussen de woorden "evenals" en "322".

Art.2. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 2/1. § 1. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten wordt een compensatiepremie toegekend aan de cultuurwerker die naargelang het geval:
  1° maximaal 2.000 euro bedraagt indien de cultuurwerker in de periode tussen 1 juni en 30 september 2020 geen inkomsten uit een beroepsactiviteit of vervangingsinkomsten heeft genoten voor een maximumbedrag van 3.000 euro netto;
  2° maximaal 1.500 euro bedraagt indien de cultuurwerker in de periode tussen 1 juni en 30 september 2020 inkomsten uit een beroepsactiviteit of vervangingsinkomsten heeft genoten voor een maximumbedrag van 4.000 euro netto;
  3° maximaal 1.000 euro bedraagt indien de cultuurwerker in de periode tussen 1 juni en 30 september 2020 inkomsten uit een beroepsactiviteit of vervangingsinkomsten heeft genoten voor een maximumbedrag van 5.000 euro netto."

Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit, wordt 2° vervangen door wat volgt:
  "2° ten minste één bezoldigde prestatie kunnen aantonen, gedurende de 12 maanden voorafgaand aan 13 maart 2020, bij een operator die afhangt van de paritaire comités 227, 303, 304 en 329 of met een contract code "046", "495"of "015" in het paritair comité 200 of 322, met uitzondering van de prestaties ingediend in het kader van de kleinevergoedingsregeling bedoeld in artikel 17sexies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;".

Art.4. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 3/1 De in artikel 2/1 bedoelde uitzonderlijke steun wordt toegekend aan de cultuurwerker in de mate dat hij gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1° gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of er gedomicilieerd zijn tussen 1 juni en 30 september 2020;
  2° ten minste één bezoldigde prestatie kunnen aantonen, gedurende de 12 maanden voorafgaand aan 13 maart 2020, bij een operator die afhangt van de paritaire comités 227, 303, 304 en 329 of met een contract code "046", "495" of "015" in het paritair comité 200 of 322, met uitzondering van de prestaties ingediend in het kader van de kleinevergoedingsregeling bedoeld in artikel 17sexies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
  3° in de periode tussen 1 juni en 30 september 2020 geen beroepsinkomsten of vervangingsinkomsten hebben genoten in het kader van Covid19 van meer dan 5.000 euro netto.
  Wordt uitgesloten van steun, de persoon die een beroep gedaan heeft op het overbruggingsrecht, zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen, tijdens de periode van 1 juni 2020 tot 30 september 2020.

Art.5. In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "voorzien in artikel 2 en/of 2 bis," ingevoegd tussen de woorden "premie" en "in".
  2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "ACTIRIS ontvangt het volledige aanvraagdossier voor de premie uiterlijk op 23 november 2020.".

Art.6. In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de woorden "14 september 2020" vervangen door de woorden "30 december 2020".

Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan.

Art. 8. De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.