Details





Titel:

18 JUNI 2020. - Besluit nr. 2020/036 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tijdelijke uitbreiding van het in het kader van de organisatie van de elektriciteits- en gasmarkten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingevoerde statuut van beschermde afnemer (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 34)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-2020 en tekstbijwerking tot 31-12-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020044716 



Artikels:

Artikel 1. Voor de uitvoering van dit besluit, wordt verstaan onder:
  1° "de Elektriciteitsordonnantie": de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  2° "de Gasordonnantie": de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  3° "het besluit van 4 oktober 2007": het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijk Regering van 4 oktober 2007 houdende de nadere bepaling van de specifieke criteria en de procedure betreffende de toekenning van het statuut van beschermde afnemer door de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  4° "het koninklijk besluit van 30 maart 2020": het koninklijk besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het COVID-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit;
  5° "het statuut van beschermd afnemer": het bij de artikelen 25septies van de Elektriciteitsordonnantie en 20quinquies van de Gasordonnantie geregeld statuut;
  6° "het gezin": het gezin in de zin van artikel 2, 30° van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 3, 27° van de Gasordonnantie.

Art.2. § 1. De bepalingen van de Elektriciteitsordonnantie en van de Gasordonnantie die van toepassing zijn op gezinnen die het statuut van beschermde afnemer genieten krachtens artikel 25septies, § 1 tot § 3 van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies, § 1 tot § 3 van de Gasordonnantie, zijn van toepassing op de in artikel 3 bedoelde gezinnen en eindafnemers voor zover de artikelen van dit besluit daar niet van afwijken.
  § 2. De bepalingen van artikel 25sexies van de Elektriciteitsordonnantie en van artikel 20quater van de Gasordonnantie inzake het afbetalingsplan, zijn eveneens van toepassing op de in artikel 3 bedoelde gezinnen en eindafnemers.

Art.3.Vanaf de in artikel 25sexies, § 1 van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quater, § 1 van de Gasordonnantie bedoelde ingebrekestelling, kent Brugel het statuut van beschermde afnemer toe voor de levering van gas en/of elektriciteit:
  1° aan het gezin dat het vraagt en waarvan een van de leden [1 ...]1 tijdelijke werkloosheidsuitkeringen wegens overmacht ingevolge COVID-19 of om economische redenen, overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en het koninklijk besluit van 30 maart 2020, heeft genoten, indien deze uitkeringen betrekking hebben op minstens 14 dagen tijdelijke werkloosheid;
  2° aan het gezin dat het vraagt en waarvan een van de leden een zelfstandige, een helper of een meewerkende echtgenoot is in de zin van de artikelen 3, 5quater, 6 en 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, die [1 ...]1 een financiële uitkering heeft genoten ingevolge een - gehele of gedeeltelijke - gedwongen onderbreking van zijn of haar zelfstandige activiteit die is tussengekomen ingevolge COVID-19, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen [1 ...]1;
  3° aan de op het net aangesloten eindafnemer in de zin van artikel 2, 18° van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 3, 17° van de Gasordonnantie, natuurlijke persoon, die het vraagt en die elektriciteit en/of gas aankoopt voor een leveringspunt dat zijn of haar hoofdverblijfplaats voorziet of voor een hoofdzakelijk huishoudelijk gebruik, indien hij of zij [1 ...]1 als zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot in de zin van de artikelen 3, 5quater, 6 en 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, een financiële uitkering heeft genoten ingevolge een - gehele of gedeeltelijke - gedwongen onderbreking van zijn of haar zelfstandige activiteit die is tussengekomen ingevolge COVID-19, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen [1 ...]1; in dit geval, wordt hem of haar uitsluitend voor dit leveringspunt het statuut van beschermde afnemer toegekend.
  4° aan de op het net aangesloten eindafnemer in de zin van artikel 2, 18° van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 3, 17° van de Gasordonnantie, rechtspersoon, die het vraagt en die elektriciteit en/of gas aankoopt voor een leveringspunt dat de hoofdverblijfplaats voorziet of voor een hoofdzakelijk huishoudelijk gebruik van een natuurlijke persoon die [1 ...]1 als zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot in de zin van de artikelen 3, 5quater, 6 en 7bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, een financiële uitkering heeft genoten ingevolge een - gehele of gedeeltelijke - gedwongen onderbreking van de beroepsactiviteit die hij uitoefent voor rekening en/of naam van de eindafnemer - die is tussengekomen ingevolge COVID-19, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen [1 ...]1; in dit geval, wordt het statuut van beschermde afnemer uitsluitend voor dit leveringspunt toegekend.
  ----------
  (1)<BESL 2020-12-23/06, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.4.§ 1. De in artikel 3 bedoelde gezinnen en afnemers kunnen vanaf de ingebrekestelling bij Brugel een aanvraag indienen voor het verkrijgen van het statuut via het hiervoor bestemde formulier. Dit wordt door Brugel opgesteld en op haar website gepubliceerd. De leverancier overhandigt hen een exemplaar van dit formulier.
  § 2. Dit formulier vermeldt het verblijfsadres van het gezin of het in de aanvraag bedoelde leveringspunt; het bevat een beschrijving van de aard van het verbruik ervan. De aanvraag wordt voor echt verklaard en ondertekend:
  Voor de in de artikel 3, 1° en 2° bedoelde gevallen, door de residentiële afnemer van het gezin en door het gezinslid dat aan de daarin bedoelde voorwaarden voldoet;
  voor het in artikel 3, 3° en 4° bedoelde geval, door de eindafnemer.
  De aanvraag wordt uiterlijk op [1 30 juni 2021]1 verstuurd naar het adres van BRUGEL; ze zal uitwerking hebben ofwel op de dag van de ontvangst, door BRUGEL of haar gemachtigde, van de gewone brief, ofwel op de derde werkdag die volgt op dag van neerlegging bij de postoperator, door het kandidaat-gezin of de kandidaat-eindafnemer, van de gecertificeerde of aangetekende zending die het formulier bevat. De aanvraag kan ook elektronisch worden ingevuld en via de website van Brugel worden ingediend; in dat geval, wordt een automatische ontvangstbevestiging van de aanvraag elektronisch naar de aanvrager verzonden en zal de aanvraag uitwerking hebben vanaf deze verzending.
  § 3. Op de zetel van BRUGEL wordt een chronologisch register bijgehouden van de ontvangen aanvragen.
  ----------
  (1)<BESL 2020-12-23/06, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

Art.5. § 1. Het in artikel 3, 1° bedoelde kandidaat-gezin dient bij het formulier van indiening van zijn aanvraag steeds de volgende documenten te voegen:
  1° het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1 van de Elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de Gasordonnantie;
  2° een attest van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of van enige andere uitbetalingsinstelling van werkloosheidsuitkeringen inzake de tijdelijke werkloosheid dat aantoont dat het kandidaat-gezin voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden om het statuut van beschermde afnemer te genieten;
  3° indien het contract voor de levering van elektriciteit en/of gas is opgesteld op naam van een ander gezinslid dan het in artikel 3, 1° bedoelde gezinslid: een certificaat van gezinssamenstelling afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats van de residentiële afnemer op wiens naam het formulier is opgesteld.
  § 2. Het in artikel 3, 2° bedoelde kandidaat-gezin dient bij het formulier van indiening van zijn aanvraag steeds de volgende documenten te voegen:
  1° het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1 van de Elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de Gasordonnantie;
  2° een attest van een sociaal verzekeringsfonds inzake de financiële uitkeringen die werden toegekend in het kader van het in artikel 3 van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen vastgesteld overbruggingsrecht dat aantoont dat het kandidaat-gezin voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden om het statuut van beschermde afnemer te genieten;
  3° indien het contract voor de levering van elektriciteit en/of gas is opgesteld op naam van een ander gezinslid dan het in artikel 3, 2° bedoelde gezinslid: een certificaat van gezinssamenstelling afgeleverd door het gemeentebestuur van de woonplaats van de residentiële afnemer op wiens naam het formulier is opgesteld.
  § 3. De in artikel 3, 3° en 4° bedoelde kandidaat-eindafnemer dient bij het formulier van indiening van zijn aanvraag steeds de volgende documenten te voegen:
  1° het afschrift van de ingebrekestellingen, voorzien in artikel 25sexies, § 1 van de Elektriciteitsordonnantie of 20quater, § 1 van de Gasordonnantie;
  2° een attest van een sociaal verzekeringsfonds inzake de financiële uitkeringen die werden toegekend in het kader van het in artikel 3 van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen vastgesteld overbruggingsrecht dat aantoont dat de kandidaat-eindafnemer voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden om het statuut van beschermde afnemer te genieten.

Art.6. De bepalingen van de hoofdstukken 4 en 5 van het besluit van 4 oktober 2007 zijn van toepassing op de door Brugel te volgen procedure voor de toekenning van het statuut van beschermde afnemer aan de in artikel 3 bedoelde gezinnen en eindafnemers. Zodra dit hen wordt toegekend, brengt Brugel de noodleverancier hiervan op de hoogte en worden zij door deze laatste beleverd.

Art.7. Zodra de in artikel 3 bedoelde begunstigde van het statuut van beschermde afnemer zijn schulden bij zijn commerciële leverancier volledig heeft aangezuiverd, brengt deze laatste de noodleverancier hiervan op de hoogte.

Art.8. § 1. Het in uitvoering van dit besluit toegekende statuut van beschermde afnemer, vervalt ambtshalve na het verstrijken van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van toekenning ervan, tenzij het is vervallen voorafgaand aan de aanvraag van de betrokken begunstigde of in toepassing van artikel 25septies, § 6, lid 1 van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies, § 6, lid 1 van de Gasordonnantie.
  De in het eerste lid bedoelde termijn gaat in op de eerste dag van de levering aan de beschermde afnemer door de noodleverancier.
  Na het verstrijken van deze termijn van twaalf maanden, vervalt de in artikel 25septies, § 4 van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies, § 4 van de Gasordonnantie bedoelde opschorting en heeft het contract tussen de leverancier en de afnemer opnieuw uitwerking, tenzij de afnemer, overeenkomstig de paragrafen 1, 2 of 3 van artikel 25septies van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies van de Gasordonnantie, inmiddels als beschermde afnemer werd erkend en hiervan het bewijs levert aan de noodleverancier, uiterlijk vijftien dagen vóór de vervaldatum van het statuut van beschermde afnemer dat hem in toepassing van dit besluit werd toegekend. In dit geval, vervalt zijn statuut van beschermde afnemer overeenkomstig artikel 25septies, § 6 van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies, § 6 van de Gasordonnantie.
  § 2. Uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de in § 1 bedoelde termijn van twaalf maanden, stuurt de noodleverancier een brief naar de betrokken beschermde afnemer om hem te herinneren aan de vervaldatum van zijn statuut en aan de mogelijkheden om na die vervaldatum als beschermde afnemer te worden erkend, overeenkomstig de paragrafen 1, 2 of 3 van artikel 25septies van de Elektriciteitsordonnantie en artikel 20quinquies van de Gasordonnantie. Van deze brief wordt aan de beschermde afnemer kennisgegeven op het e-mailadres dat voorafgaand door deze laatste werd meegedeeld of dat op zijn in artikel 4 bedoelde aanvraag vermeld staat. In andere gevallen, wordt hiervan aan hem of haar kennis gegeven per ter post aangetekend schrijven.

Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10. De Minister voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.