Details





Titel:

15 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2016035330 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, worden een punt 26° tot en met 30° toegevoegd, die luiden als volgt:
  "26° kustvisserssegment: het kustvisserssegment, vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 16 december 2005;
  27° GVS: het groot vlootsegment, zoals omschreven in artikel 1, 6° van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
  28° KVS: het klein vlootsegment, zoals omschreven in artikel 1, 7° van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;
  29° stilligvergoeding: de steun, vermeld in artikel 19/1;
  30° VMS: het V.M.S., vermeld in artikel 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2011 houdende de installatie van de satellietvolgapparatuur en het elektronische registratie- en meldsysteem op vissersvaartuigen.".

Art.2. In artikel 4, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 16 december 2005" opgeheven.

Art.3. In artikel 6, vijfde lid, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 16 december 2005" opgeheven.

Art.4. Aan hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2018, wordt een afdeling 13, die bestaat uit artikel 19/1 tot en met 19/8, toegevoegd, die luidt als volgt:
  "Afdeling 13. Steun voor tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten
  Art. 19/1. Het FIVA kan aan de begunstigde, vermeld in artikel 1, 3°, a), b) of b/1), van dit besluit, binnen de gevallen en voorwaarden, vermeld in artikel 33 van de EFMZV-verordening, steun verlenen voor de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten in de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 augustus 2020.
  Art. 19/2. De stilligvergoeding bedraagt:
  1° 1.500 euro per week voor een begunstigde die behoort tot het kustvisserssegment;
  2° 2.250 euro per week voor een begunstigde die behoort tot het KVS;
  3° 6.000 euro per week voor een begunstigde die behoort tot het GVS.
  De financiële bijdrage vanuit het FIVA voor een stilligvergoeding bedraagt maximaal 25% van de bedragen, vermeld in het eerste lid, en is begrensd op een totaalbedrag van 250.000 euro.
  Art. 19/3. De begunstigde vraagt de stilligvergoeding aan per week.
  Een week als vermeld in het eerste lid, bestaat uit minimaal één ononderbroken periode van zeven dagen.
  De begunstigde kan de startdag van de periode, vermeld in het tweede lid, vrij kiezen.
  De periode, vermeld in het tweede lid, neemt een aanvang om 00.00 uur van de eerste dag en eindigt om 23.59 uur van de zevende dag.
  De begunstigde kan de stilligvergoeding aanvragen voor een maximum van drie weken.
  Art. 19/4. Een begunstigde komt in aanmerking voor een stilligvergoeding als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° tijdens de periode van tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten oefent de begunstigde geen enkele vaaractiviteit uit;
  2° de begunstigde kiest als startdag van de periode als vermeld in artikel 19/3, derde lid, van dit besluit, een dag die valt in de week voorzien in het rotatieschema, vermeld in artikel 19/6 van dit besluit;
  3° de begunstigde vraagt de stilligvergoeding aan bij de managementautoriteit met een formulier dat de managementautoriteit ter beschikking stelt;
  4° de begunstigde verstuurt met de post of via e-mail het aanvraagformulier, vermeld in punt 3°, uiterlijk op 30 september 2020 naar de managementautoriteit;
  5° de begunstigde heeft minimaal 120 dagen visserijactiviteiten op zee verricht in de twee kalenderjaren vóór de datum van de indiening van de steunaanvraag. Als de begunstigde nog geen twee kalenderjaren actief is op het moment van de aanvraag, worden de voormelde 120 dagen a rato verminderd volgens artikel 33, lid 3bis, van de EFMZV-verordening;
  Art. 19/5. De managementautoriteit controleert de tijdelijke stopzetting van visserijactiviteiten aan de hand van de VMS-satellietgegevens.
  Het VMS van de begunstigde is continu geactiveerd tijdens de volledige stilligperiode waarvoor steun wordt aangevraagd.
  Als er in de stilligperiode van zeven dagen een onderbreking wordt vastgesteld in de VMS-satellietgegevens, wordt er geen stilligvergoeding uitbetaald voor die periode, tenzij de begunstigde een voldoende gewichtige externe oorzaak kan aantonen. De managementautoriteit onderzoekt en beoordeelt elke ingeroepen oorzaak.
  De managementautoriteit kan altijd bijkomende bewijsstukken opvragen bij de betrokken begunstigde.
  Als onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt er geen stilligvergoeding toegekend voor de week waarin de onregelmatigheid is vastgesteld.
  Art. 19/6. § 1. Voor de organisatie van de opstart van een stilligvergoeding stelt de erkende producentenorganisatie, Rederscentrale CVBA, een ontwerp van rotatieschema op.
  Het rotatieschema, vermeld in het eerste lid, voldoet aan al de volgende voorwaarden:
  1° maximaal 40% van de totale vloot kan op hetzelfde moment stilliggen;
  2° per veilweek wordt een inschatting gemaakt van het aantal begunstigden die het voornemen hebben om stil te liggen.
  § 2. De erkende producentenorganisatie, Rederscentrale CVBA, legt het rotatieschema, vermeld in paragraaf 1, binnen een week na de bekendmaking van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2020 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 houdende vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun in aanmerking komen in het Belgisch Staatsblad ter goedkeuring voor aan de minister.
  Art. 19/7. Voor de periode waarin de begunstigden vrijwillig tijdelijk stilliggen, hoeven er geen vaartdagen te worden ingeruild.
  Art. 19/8. De minister kan de regels over de procedure, de inhoud, de voorwaarden, de vorm van de stilligging, de indiening van de aanvraag, het onderzoek van de aanvraag, de toekenning en de uitbetaling van de stilligvergoeding, de controle en het toezicht, vermeld in dit besluit, nader bepalen.".

Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2020.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.