Details





Titel:

23 OKTOBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-10-2020 en tekstbijwerking tot 12-12-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020
Art. 1-9
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus
Art. 10
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 11-12
BIJLAGE.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020030417 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;
  2° coronavirusmaatregelen: de maatregelen van het Overlegcomité genomen op 6 en 16 oktober 2020 en de latere maatregelen inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid;
  3° corona hinderpremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus;
  4° corona compensatiepremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart inzake het coronavirus;
  5° corona ondersteuningspremie: de steun krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ondanks de versoepelde coronavirusmaatregelen, tot wijziging van de artikelen 1, 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, en tot wijziging van de artikelen 1, 6, 9 en 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus;
  6° Vlaams Beschermingsmechanisme: besluit van de Vlaamse Regering betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen vanaf 29 juli 2020, tot wijziging van artikel 10 en 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 inzake de corona ondersteuningspremie en tot wijziging van artikel 1 van en tot toevoeging van een bijlage aan het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2020 inzake de corona handelshuurlening;
  7° decreet van 16 maart 2012: het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
  8° omzetdaling: de daling van de omzet, exclusief de btw en op basis van de dagontvangsten, geleverde prestaties of de tijdregistratie in de periode van 1 oktober 2020 tot 15 november 2020 of in de periode [1 van 19 oktober tot 15 november 2020]1. Als referentieperiode geldt dezelfde periode in 2019. Voor ondernemingen die nog niet gestart waren in de voormelde periode van 2019 wordt de omzetdaling in de referentieperiode vergeleken met de verwachte omzet, vermeld in het financieel plan. Als de omzet in de voormelde periode van 2019 abnormaal laag is, wordt die periode vervangen door een andere referentieperiode;
  9° onderneming: de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent in hoofd- of bijberoep, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht, de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut en de vereniging met een economische activiteit.
  De vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht en de buitenlandse onderneming met een vergelijkbaar statuut moeten minstens één werkende vennoot of bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen.
  De vereniging met een economische activiteit moet bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid minstens één voltijdsequivalent ingeschreven personeel tewerkstellen;
  De onderneming beschikt op 1 oktober 2020 over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen.
  Met een zelfstandige in hoofdberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft van minstens 13.993,78 euro.
  Met de zelfstandige in bijberoep wordt gelijkgesteld de zelfstandige die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefent die 80% of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.
  Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.
  ----------
  (1)<BVR 2020-11-13/13, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2020>

Art.2. Deze regelgeving valt onder de toepassing van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352, blz. 1-8), en de latere wijzigingen ervan.

Art.3.[1 § 1. Er wordt een subsidie toegekend aan ondernemingen die 10 % bedraagt van de omzet, exclusief btw, in de referentieperiodes, vermeld in artikel 1, 8°.
   De ondernemingen hebben de keuze om een aanvraag in te dienen voor de periode van 1 oktober tot 15 november 2020 of voor de periode van 19 oktober tot 15 november 2020.
   Als de onderneming kiest voor de periode van 1 oktober tot 15 november 2020 bedraagt de subsidie minimaal 1000 euro en maximaal:
   1° 11.250 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling tot 9 werknemers, ingeschreven bij de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid, hierna RSZ genoemd en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de Verrijkte Kruispuntbank van Ondernemingen, hierna VKBO genoemd;
   2° 22.500 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling van 10 tot 49 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO;
   3° 60.000 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling vanaf 50 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.
   Als de onderneming kiest voor de periode van 19 oktober tot 15 november 2020 of in het geval, vermeld in paragraaf 2, bedraagt de subsidie minimaal 600 euro en maximaal:
   1° 7500 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling tot 9 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO;
   2° 15.000 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling van 10 tot 49 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO;
   3° 40.000 euro voor ondernemingen met een tewerkstelling vanaf 50 werknemers, ingeschreven bij de RSZ en op basis van de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.
   De onderneming moet een omzetdaling hebben van minstens 60 % ten gevolge van de coronavirusmaatregelen.
   § 2. In afwijking van paragraaf 1, vijfde lid, moet er geen omzetdaling aangetoond worden als de hoofdactiviteit van de onderneming op 19 oktober 2020 behoort tot de sector van cafés en restaurants en de onderneming verplicht gesloten is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen. De subsidie bedraagt 10 % van de omzet, exclusief btw, in de periode van 19 oktober tot 15 november 2019. Die afwijking geldt niet voor ondernemingen waarvan de omzet in de voormelde periode 50 % of meer betrekking heeft op take away-activiteiten.
   In het eerste lid wordt verstaan onder:
   1° hoofdactiviteit: de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50 % van de omzet vertegenwoordigt;
   2° sector van cafés en restaurants: de ondernemingen met NACE-code:
   a) 56101 - Eetgelegenheden met volledige bediening;
   b) 56102 - Eetgelegenheden met beperkte bediening;
   c) 56301 - Cafés en bars.
   § 3. In afwijking van paragraaf 1, vijfde lid, moet er geen omzetdaling aangetoond worden als de hoofdactiviteit van de onderneming op de startdatum van de verplichte sluitingsperiode behoort tot de in aanmerking komende sectoren en de onderneming verplicht gesloten is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen. De subsidie bedraagt 10 % van de omzet, exclusief btw, in de periode in 2019 die overeenstemt met de verplichte sluitingsperiode.
   In het eerste lid wordt verstaan onder:
   1° hoofdactiviteit: de activiteit die meer dan 50 % van de omzet vertegenwoordigt;
   2° in aanmerking komende sectoren: de lijst van sectoren, vermeld in de tabel die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd;
   3° verplichte sluitingsperiode: de periode, vermeld in de tabel die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
   Het maximale en minimale subsidiebedrag wordt bepaald in de tabel die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
   § 4. De subsidie en de maximale en minimale subsidiebedragen worden gehalveerd voor de zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen heeft tussen 6996,89 euro en 13.993,78 euro en geen betrekking als loontrekkende uitoefent die 80 % of meer bedraagt van een voltijdse betrekking.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-11-13/13, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2020>

Art.4.Enkel ondernemingen die onder het toepassingsgebied vallen van hetzij de corona hinderpremie, hetzij de corona compensatiepremie komen in aanmerking voor de subsidie.
  Ondernemingen die geen aanvraag indienden voor het bekomen van een corona hinderpremie, een corona compensatiepremie, een corona ondersteuningspremie of een Vlaams Beschermingsmechanisme dienen het oorzakelijk verband tussen de substantiële exploitatiebeperkingen die ze ondervonden door de coronavirusmaatregelen en de omzetdaling omstandig te motiveren in de aanvraag, vermeld in artikel 7.
  Enkel ondernemingen met een actieve bedrijfsvoering in de periode [1 van 1 oktober tot 15 november 2020]1 komen in aanmerking voor de subsidie, tenzij de onderneming verplicht is gesloten ten gevolge van de coronavirusmaatregelen of is gesloten ten gevolge van de normale jaarlijkse sluiting.
  Ondernemingen, die exploitant zijn van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt of van een traiteurszaak die regelmatig cateringdiensten verricht en die overeenkomstig artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, komen alleen in aanmerking voor een subsidie van meer dan 2250 euro als die voorwaarde is nageleefd.
  ----------
  (1)<BVR 2020-11-13/13, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2020>

Art.5. De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor de subsidie:
  1° ondernemingen die zich in één van de volgende rechtstoestanden bevinden:
  a) ontbinding;
  b) stopzetting;
  c) faillissement;
  d) vereffening;
  2° holdings, management-, of patrimoniumvennootschappen;
  3° de ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
  4° de ondernemingen die achterstallige schulden hebben bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen naar aanleiding van een terugvordering van een onterecht ontvangen corona hinderpremie, corona compensatiepremie, corona ondersteuningspremie of Vlaams Beschermingsmechanisme;
  5° de ondernemingen die op 1 oktober 2020 nog niet opgestart waren en beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Art.6. De steun verleend in het kader van dit besluit is intuitu personae en kan niet overgedragen worden aan een derde en is niet vatbaar voor beslag.

Art.7. De onderneming dient een subsidieaanvraag in via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, VLAIO genoemd, en vermeldt daarbij haar ondernemingsnummer alsook de omzet die in haar btw-aangifte van het vierde kwartaal 2019 was opgenomen.
  De subsidieaanvraag wordt ten laatste op 31 december 2020 ingediend.
  De subsidieaanvraag wordt elektronisch afgehandeld.
  Het Agentschap Innoveren en Ondernemen onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de subsidie toegekend wordt.
  De onderneming ontvangt een schriftelijke kennisgeving van de beslissing, vermeld in het derde lid.
  Als het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist dat de subsidie wordt toegekend, wordt ze uitbetaald.
  De subsidie wordt alleen uitbetaald op een Belgisch rekeningnummer op naam van de begunstigde onderneming. De begunstigde onderneming blijft steeds verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden waarbij de steun werd toegekend en voor de verantwoording van de aanwending ervan.

Art.8.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de waarachtigheid van de door de onderneming gerapporteerde omzetdaling controleren op basis van de administratieve gegevens en van de boekhouding van de onderneming, en dit zowel voorafgaandelijk aan als tot vijf jaar na de uitbetaling van de subsidie. Die informatie kan ook opgevraagd worden bij de federale of Vlaamse gegevensbronnen.
  In toepassing van artikel 40 van het decreet van 16 maart 2012 wordt de subsidie teruggevorderd[3 ...]3 in geval van niet-naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij het decreet van 16 maart 2012, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten.
  [2 Ondernemingen moeten de steun die ten onrechte ontvangen werd terugbetalen aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Indien de onterecht ontvangen steun meer dan 300 euro bedraagt wordt een administratieve kost van 100 euro aangerekend.]2
  ----------
  (1)<BVR 2021-04-02/22, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 16-04-2021>
  (2)<BVR 2022-12-09/20, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 09-12-2022>
  (3)<BVR 2023-10-13/19, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 13-10-2023>

Art.9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan bijkomende preciseringen bepalen.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus
Art.10. Aan artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De bijkomende sluitingspremie wordt toegekend tot 30 september 2020.".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 10, dat in werking treedt op 29 september 2020.
  De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, kan dit besluit opheffen.

BIJLAGE.
Art. N1. [1 Bijlage 1. De lijst van sectoren, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen van 28 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 1, 3 en 4 van en toevoeging van een bijlage aan het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus


Discotheken en dancings
Pretparken
Bioscopen
Cultuurhuizen
Musea
Zwembaden
Fitnesscentra
Binnenspeeltuinen
Bowlingzalen
Casino's, speelautomatenhallen en wedkantoren
Wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna's,jacuzzi's, stoomcabines en hammams
Kermisattracties
Feest- en receptiezalen
Niet-essentiële handelszaken
Niet-medische contactberoepen
Niet-essentiële ambulante handel
Verplicht gesloten dienstverlening
Dierentuinen en -parken
Vakantieparken, bungalowparken en campings
]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2020-11-13/13, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2020>



Art. N2.[1 Bijlage 2. De tabel met in aanmerking komende sectoren, de verplichte sluitingsperiode en het maximale en minimale subsidiebedrag, vermeld in artikel 3, § 3, tweede lid, 2° en 3°, en derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020 betreffende het Vlaams Beschermingsmechanisme voor ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de verstrengde coronavirusmaatregelen genomen op 6 en 16 oktober 2020 en tot wijziging van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus


sectoren verplichte sluitings-periode maximale subsidiebedrag in euro bij een tewerkstelling tot 9 werknemers maximale subsidiebedrag in euro bij een tewerkstelling van 10 tot 49 werknemers maximale subsidiebedrag in euro bij een tewerkstelling vanaf 50 werknemers minimale subsidie-bedrag in euro
Discotheken en dancings 1/10/2020 - 15/11/2020 11.250 22.500 60.000 1000
Pretparken 23/10/2020 - 15/11/2020 6450 12.900 34.400 500
Bioscopen 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Cultuurhuizen 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Musea 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Zwembaden 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Fitnesscentra 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Binnenspeeltuinen 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Bowlingzalen 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Casino's, speelautomaten-hallen en wedkantoren 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna's, jacuzzi's, stoomcabines en hammams 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Kermisattracties 29/10/2020 - 15/11/2020 4850 9700 25.850 400
Feest- en receptiezalen 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Niet-essentiële handelszaken 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Niet-medische contactberoepen 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Niet-essentiële ambulante handel 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Verplicht gesloten dienstverlening 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Dierentuinen en -parken 2/11/2020 - 15/11/2020 3750 7500 20.000 300
Vakantieparken, bungalowparken en campings 3/11/2020 - 15/11/2020 3500 7000 18.650 300
]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BVR 2020-11-13/13, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 30-10-2020>