Details





Titel:

17 APRIL 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen en de revalidatieziekenhuizen



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019030061 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 22, § 1, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging wordt tussen de zinsnede "191," en het getal "194" de zinsnede "193/1," ingevoegd en tussen de zinsnede "196," en het getal "262" de zinsnede "261/1," ingevoegd.

Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, 10 mei 2019 en 28 december 2019, wordt een artikel 193/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 193/1. De in dit artikel vermelde maatregel is van toepassing op de revalidatievoorzieningen waarvan het in bijlage 9 bij dit besluit vermelde erkenningsnummer begint met nummer 7.71, 7.72, 7.73, 7.74, 7.76, 9.53, 9.65 of 9.69.
  Vanaf april 2020 wordt een budgetgarantie voorzien als bepaald in dit artikel.
  Vanaf 15 april 2020 wordt maandelijks een compenserend budget ingevolge de COVID-19 pandemie betaald. Het compenserend budget is het verschil tussen het het bedrag dat gefactureerd wordt op basis van een reguliere activiteit en het bedrag dat, met respect voor de bepalingen van dit besluit, aan de verzekeringsinstellingen gefactureerd werd voor de gerealiseerde revalidatieprestaties in de voorbije maand. Het bedrag dat gefactureerd wordt op basis van een reguliere activiteit wordt door het agentschap berekend en is het product van het aantal eenheidsprestaties in de overeenstemmende maand van het voorbije jaar met de vigerende eenheidsprijs zoals vermeld in artikel 191, § 1, 1°. Als de revalidatievoorziening staaft dat in de overeenstemmende maand van het voorbije jaar uitzonderlijke omstandigheden waren, waardoor de overeenstemmende maand niet representatief is en significante afwijkingen van de normale activiteitsgraad bestaan, kan het aantal eenheidsprestaties worden bijgesteld na onderzoek door het agentschap.
  Wat betreft het persoonlijk aandeel van de zorggebruikers kan het compenserend budget, vermeld in het tweede lid, niet worden gewijzigd.
  De minister bepaalt het tijdstip waarop deze maatregel eindigt.".

Art.3. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, 10 mei 2019 en 28 december 2019, wordt een artikel 261/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 261/1. Vanaf april 2020 wordt een budgetgarantie voorzien als bepaald in dit artikel.
  Vanaf 15 april 2020 wordt maandelijks een compenserend budget ingevolge de COVID-19 pandemie betaald. Het compenserend budget is het verschil tussen een twaalfde van het variabel gedeelte van het budget, vermeld in artikel 260, § 1, tweede lid van dit besluit en het bedrag dat, met respect voor de bepalingen van dit besluit, aan de verzekeringsinstellingen gefactureerd werd voor de gerealiseerde verpleegdagen in de voorbije maand.
  Wat betreft het persoonlijk aandeel van de zorggebruikers kan het compenserend budget, vermeld in het tweede lid, niet worden gewijzigd.
  De minister bepaalt het tijdstip waarop deze maatregel eindigt.".

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 april 2020.

Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.