4 JUNI 2020. - Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/029 tot wijziging van het volmachtbesluit nr. 2020/001 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 27)
Art. 1-3
Artikel 1. In het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende :
"Art. 1/1. De opschorting van de termijnen bedoeld in artikel 1 geldt niet :
1°. voor de termijnen waarvan sprake in :
- de artikelen 433 tot 435 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals deze van toepassing zijn voor de onroerende voorheffing, de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling;
- de artikelen 24 tot 28 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- de artikelen 69 tot 77 van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure;
2°. voor de betalingstermijnen en de innings- en de invorderingstermijnen opgenomen in :
- de artikelen 298, 413, 414, 418, 443bis en 443ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals deze van toepassing zijn voor de onroerende voorheffing, de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling;
- de artikelen 12 tot en met 19 van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- de Hoofdstukken 3 en 4 van Titel II van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure.".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2020.
Voor schulden waarvan de uiterste betaaldatum valt in de periode tussen 15 maart en 15 juni 2020, wordt, in afwijking van artikel 1/1, 2° van het volmachtbesluit nr. 2020/001 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 april 2020 betreffende de tijdelijke opschorting van de verval- en beroepstermijnen die vastgelegd zijn in de Brusselse wetgeving en reglementering of die op grond daarvan zijn ingevoerd, zoals ingevoegd door artikel 1 van dit besluit, een betaling die werd gedaan tussen 16 maart en de dertigste dag die volgt op dag van publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, geacht te zijn gedaan binnen de betalingstermijn.
Art. 3. De minister bevoegd voor Financiën en Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.