7 MEI 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 39 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 11 van 31 maart 2020 betreffende verschillende bepalingen inzake werkgelegenheid, opleiding en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/07, art. 11)
Art. 1-14
Artikel 1. In het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 11 van 31 maart 2020 betreffende verschillende bepalingen inzake werkgelegenheid, opleiding en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen, wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 12bis. In afwijking van artikel 12, tweede lid, wordt voor de periode tussen 1 mei en 31 mei 2020 de waarde "c" die van toepassing is voor de berekening van de toelage, gelijk aan 18 EUR.".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 13bis. In afwijking van artikel 8, § 1, tweede lid, van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 december 2001 wordt het in artikel 8, § 1, eerste lid, van dit besluit, bedoelde bedrag van de tegemoetkoming voor de maand mei 2020 vastgesteld op 18 euro voor de ondernemingen met minder dan 250 werknemers.
Het eerste lid is van toepassing op voorwaarde dat de werkgever zijn werknemers met een arbeidsovereenkomst dienstencheques de nodige uitrusting voor hun gezondheidsveiligheid ter beschikking stelt.".
Art.3. In hetzelfde besluit wordt in de afdeling 19 "Maatregel betreffende het opleidingsfonds dienstencheques" een artikel 34bis ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 34bis. § 1. De "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling) ontwikkelt een opleidingsmodule over de gezondheidsmaatregelen die nodig zijn om de risico's van besmetting bij het uitvoeren van activiteiten van huishoudhulp te voorkomen.
Deze module wordt gegeven aan de interne opleiders van de ondernemingen bedoeld in artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques, om hen in staat te stellen opleidingen te organiseren en te verstrekken aan werknemers die tewerkgesteld zijn in het kader van een arbeidsovereenkomst dienstencheques.
§ 2. De " Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi " stuurt een aanvraag tot goedkeuring van de opleidingsmodule aan de Administratie bedoeld in artikel 1, 6°, van bovenvermeld koninklijk besluit van 7 juni 2007.
De aanvraag gaat vergezeld van een dossier met een nauwkeurige en gedetailleerde omschrijving van de voorziene opleiding.
§ 3. De Administratie bevestigt ontvangst van de aanvraag en stuurt het volledige dossier door naar de Minister van Werk.
§ 4. De Minister van Werk stuurt haar beslissing naar de Administratie, die ze ter kennis brengt van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" en ter informatie een kopie ervan langs elektronische weg stuurt naar de Commissie opgericht bij artikel 4 van voormeld koninklijk besluit van 7 juni 2007.".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 34ter ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 34ter. De onderneming kan bij de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" een gedeeltelijke terugbetaling krijgen van de opleidingskosten in verband met de gezondheidsmaatregelen die nodig zijn om het risico van besmetting bij het verrichten van activiteiten van huishoudhulp te beperken, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
1° de opleiding wordt uiterlijk op 30 juni 2020, met inachtneming van de gezondheidsregels, georganiseerd op basis van fysieke aanwezigheid van de werknemers tewerkgesteld in het kader van een arbeidsovereenkomst dienstencheques, uiterlijk op 30 juni 2020;
2° de opleiding wordt gegeven door een interne opleider die de opleidingsmodule bedoeld in artikel 34ter, § 1, tweede lid, heeft gevolgd;
3° de opleiding wordt gegeven met behulp van een beelddrager die de instructies of aanbevelingen met betrekking tot de gezondheidsveiligheid bevat en die aan het einde van de opleiding aan de werknemer wordt gegeven;
4° de onderneming informeert de gebruikers van dienstencheques over de gezondheidsregels die tijdens dienstencheque-prestaties nageleefd moeten worden.
Deze opleiding wordt gelijkgesteld met een interne opleiding in de zin van artikel 2, § 2, derde lid, van voormeld besluit van 7 juni 2007 en geeft recht op dezelfde terugbetaling, onverminderd de voorwaarden vermeld in het vorige lid.
De onderneming kan de terugbetaling van de opleiding slechts één keer per werknemer verkrijgen.".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 34quater ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 34quater. In afwijking van artikel 6, § 1, van voormeld besluit wordt na afloop van de in artikel 34ter bedoelde opleiding de aanvraag tot terugbetaling naar de Forem gestuurd en vergezeld van een dossier met :
1° het unieke ondernemingsnummer, de identiteit/bedrijfsnaam, het erkenningsnummer, de woonplaats/maatschappelijke zetel en het financiële rekeningnummer van de onderneming;
2° een verklaring op erewoord waarvan het model door de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" wordt vastgesteld;
3° de naam van de interne opleider die de opleiding heeft gegeven;
4° een aanwezigheidslijst, ondertekend door elke werknemer die de opleiding heeft gevolgd;
5° een kopie van de beelddrager van de opleiding die aan de werknemer wordt gegeven;
6° een kopie van de informatiebrief bestemd voor de gebruiker, waarin de instructies of aanbevelingen zijn opgenomen die moeten worden opgevolgd bij het uitvoeren van buurtwerken of -diensten.
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 34quinquies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 34quinquies. De terugbetaling van de kosten van de opleiding met betrekking tot de gezondheidsmaatregelen die nodig zijn om het risico van besmetting bij de uitvoering van de activiteiten van huishoudhulp te verminderen, ten laste van het opleidingsfonds dienstencheques, wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening bedoeld in artikel 8, § 2, van voormeld besluit.".
Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 34sexies ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 34sexies. Indien de onderneming op frauduleuze wijze een gedeeltelijke terugbetaling van de opleidingskosten verkrijgt, vordert de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" het bedrag dat via alle rechtsmiddelen wordt terugbetaald, terug.".
Art.8. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidend als volgt:
"De in artikel 34quater bedoelde terugbetalingsaanvraag wordt uiterlijk op 20 september 2020 ingediend.".
Art.9. Artikel 35quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 16 van 16 april 2020 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 11 van 31 maart 2020 betreffende verschillende bepalingen inzake werkgelegenheid, opleiding en socioprofessionele inschakeling, sociale economie inbegrepen, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt:
"In afwijking van artikel 13, §§ 2 en 3, 1°, wordt de beurs voor het taalbad georganiseerd bij de afdelingen 5 tot 8 van hetzelfde besluit, tussen 1 maart 2020 en 30 juni 2021, toegekend onder de ontbindende voorwaarden die verband houden met de evolutie van de COVID-19- epidemie, de maatregelen en aanbevelingen van de Nationale Veiligheidsraad en de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en van de overheden van de landen waar het taalbad zal plaatsvinden.".
Art.10. Artikel 35sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij bovengenoemd besluit van bijzondere machten nr. 16 van 16 april 2020, wordt aangevuld als volgt:
"In afwijking van artikel 14, §§ 1 en 2, van hetzelfde besluit wordt de beurs voor het taalbad, georganiseerd bij artikel 17, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit tijdens het schooljaar 2020-202, in drie tranches uitbetaald als volgt:
1° de eerste tranche, die overeenkomt met 75% van de helft van de beurs, wordt uitbetaald tussen de 30ste en de 15 dag vóór de effectieve vertrekdatum;
2° de tweede tranche, die overeenkomt met 75% van de andere helft van de beurs, wordt aan het einde van het eerste halfjaar uitbetaald, onder de ontbindende voorwaarde dat het tweede halfjaar wordt gehandhaafd;
3° het saldo van de beurs wordt uitbetaald overeenkomstig artikel 14, §§ 3 tot 7 van hetzelfde besluit.
In afwijking van artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit wordt de uitbetaling van de eerste schijf van de beurs voor het taalbad georganiseerd bij artikel 17, eerste lid, 1° en 2°, van hetzelfde besluit tijdens het schooljaar 2020-2021 of een van de semesters ervan, uitbetaald tussen de 30ste en de 15de dag vóór de effectieve vertrekdatum.
In afwijking van artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit wordt de uitbetaling van de eerste schijf van de beurs voor het taalbad, georganiseerd in de afdelingen 5 tot 8 van dit besluit, tussen 1 maart 2020 en 30 juni 2021, uitgevoerd tussen de 30ste en de 15de dag vóór de effectieve vertrekdatum." .
Art.11. Artikel 35octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij voormeld besluit van de Waalse Regering nr. 16 van 16 april 2020, wordt aangevuld met de volgende leden, luidend als volgt:
"De persoon die een beurs heeft aangevraagd waarvoor de toekenning overeenkomstig lid 1 is opgeschort, kan in voorkomend geval zijn aanvraag binnen de door de Minister van Vorming gestelde termijnen zodanig wijzigen dat zijn aanvraag overeenkomt met een beurs waarvoor de subsidie niet is opgeschort.
In geval van opschorting overeenkomstig lid 1 en indien er geen aanvraag tot wijziging wordt ingediend binnen de overeenkomstig lid 2 vastgestelde termijnen, krijgt de beursaanvraag geen gevolg.
De Minister van Vorming kan, afhankelijk van de evolutie van de gezondheidstoestand in verband met de COVID-19, beslissen om de toekenning van de beurs voor het taalbad georganiseerd bij de afdelingen 5 tot 8 van hetzelfde besluit, tussen 1 maart 2020 en 30 juni 2021 op te schorten.
In geval van opschorting overeenkomstig lid 4 krijgt de beursaanvraag geen gevolg.".
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking op 1 maart 2020.
Art.13. Na afloop van de bijzondere machten, door het Waals Parlement toegekend, zullen de bevestigde bepalingen opnieuw, opgeheven, aangevuld, gewijzigd of vervangen kunnen worden door de Waalse Regering indien tenminste daartoe een materiële rechtsgrond voorhanden is.
Art. 14. De Minister van Werk en Vorming, belast met de Sociale Economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.