Details





Titel:

15 DECEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 29 oktober 2010 tot nadere invulling van de regels inzake de indeling van de verrichtingen in de financiële administratie, de boekhoudkundige waarderings- en rubriceringsregels, de financiële rapportering aan de Vlaamse overheid en de boekhoudkundige organisatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011035136 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 29 oktober 2010 tot nadere invulling van de regels inzake de indeling van de verrichtingen in de financiële administratie, de boekhoudkundige waarderings- en rubriceringsregels, de financiële rapportering aan de Vlaamse overheid en de boekhoudkundige organisatie van de sociale huisvestingsmaatschappijen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 maart 2012 en 6 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 7° wordt de zinsnede "de bijlage III, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode" vervangen door de zinsnede "bijlage 27, die bij het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 is gevoegd";
  2° in punt 11° wordt de zinsnede "artikel 40 en 106 van de Vlaamse Wooncode" vervangen door de zinsnede "artikel 4.36 en 7.5 van Vlaamse Codex Wonen van 2021";
  3° punt 12° wordt opgeheven;
  4° in punt 13° wordt de zinsnede "artikel 30 van de Vlaamse Wooncode" vervangen door de zinsnede "artikel 4.7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde ministerieel besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de zinsnede "artikel 40 van de Vlaamse Wooncode" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 4.36 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021";
  2° de zinsnede "artikel 106 van de Vlaamse Wooncode" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 7.5 van de voormelde codex".

Art.3. In hoofdstuk III van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 maart 2012, 7 januari 2013 en 6 mei 2019, wordt het opschrift van afdeling II vervangen door wat volgt:
  "Afdeling II. Aanvullende informatie ter uitvoering van artikel 5.77, § 3, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.4. In artikel 6, § 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde ministerieel besluit wordt de zinsnede "bijlage III, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode" vervangen door de zinsnede "bijlage 27, die bij het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 gevoegd is".

Art.5. In artikel 8, eerste lid, 1°, van hetzelfde ministerieel besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 7 januari 2013, wordt de zinsnede "artikel 4.2.1 tot en met 4.2.9 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid" vervangen door de zinsnede "artikel 5.93 tot en met 5.105 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.6. In artikel 18, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 maart 2012, 7 januari 2013 en 6 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 11°, 13° en 15° wordt het woord "aantal" vervangen door de woorden "gemiddeld aantal";
  2° in het tweede lid wordt de zinsnede "artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de regeling inzake het beheer van de eigen middelen van de sociale huisvestingsmaatschappijen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen" vervangen door de zinsnede "artikel 4.38 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.7. In artikel 19 van hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 maart 2012, 7 januari 2013 en 6 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO en het intern verzelfstandigd agentschap Wonen-Vlaanderen" vervangen door de woorden "de afdeling Toezicht van het agentschap Wonen-Vlaanderen";
  2° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie RWO" vervangen door de woorden "de afdeling Toezicht van het agentschap Wonen-Vlaanderen";
  3° in paragraaf 3, vierde lid, worden de woorden "het agentschap Inspectie RWO" vervangen door de woorden "de afdeling Toezicht van het agentschap Wonen-Vlaanderen".

Art.8. Aan artikel 2, § 1, van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder bij de aankoop komende kosten: alle kosten die nodig zijn om de aangekochte, vervaardigde of ingebrachte activa functioneel te maken voor de sociale huisvestingsmaatschappij. Het zijn kosten die noodzakelijk zijn om de voormelde activa effectief te benutten.".

Art.9. In hoofdstuk I, afdeling II, van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 7 januari 2013, 19 december 2014 en 6 mei 2019, wordt het opschrift van onderafdeling III vervangen door wat volgt:
  "Onderafdeling III. De boekhoudkundige verwerking van projecten in het kader van boek 5, deel 1, titel 2, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.10. In artikel 5, § 2, van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit wordt de zinsnede "artikel 1, 8° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 ter uitvoering van de bepalingen over de oprichting en de organisatie van het Garantiefonds voor Huisvesting in het kader van PPS-projecten sociale huisvesting" vervangen door de zinsnede "artikel 1.2, eerste lid, 103°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.11. In artikel 9 van bijlage 1 bij hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 19 maart 2012 en 7 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "De aanschaffingswaarde, vermeld in artikel 2, § 1, van nieuw gerealiseerde gebouwen of integrale renovaties die als materiële vaste activa geboekt worden en waarvan de eerste afschrijving plaatsvindt in het boekjaar 2021 of in een later boekjaar, wordt lineair afgeschreven over een periode van vijftig jaar die aanvangt vanaf het moment van de bedrijfsklaarheid, met uitzondering van de volgende onderdelen, die lineair worden afgeschreven over de volgende termijnen:
  1° sanitair: 15 jaar;
  2° lift: 25 jaar;
  3° centrale verwarming, exclusief de verwarmingsketel: 25 jaar;
  4° centrale verwarming, verwarmingsketel: 15 jaar;
  5° warmtepomp: 15 jaar;
  6° zonneboiler: 15 jaar;
  7° fotovoltaïsch zonne-energiesysteem, exclusief omvormers: 20 jaar;
  8° omvormers fotovoltaïsch zonne-energiesysteem: 10 jaar;
  9° ventilatie: 15 jaar.";
  2° in paragraaf 2 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden ingevoegd, die luiden als volgt:
  "Het bedrag van de kostprijselementen die in minder dan vijftig jaar afgeschreven worden, wordt berekend op basis van de bedragen in de vorderingsstaten van het project in kwestie van de sociale huisvestingsmaatschappij. De sociale huisvestingsmaatschappij kan ervoor opteren om die bedragen, met uitzondering van het fotovoltaïsche zonne-energiesysteem, forfaitair te bepalen door de volgende percentages toe te passen op de aankoopprijs, vervaardigingsprijs of inbrengwaarde van de nieuwe gerealiseerde gebouwen of integrale renovaties:
  1° sanitair: 5%;
  2° lift: 2%;
  3° centrale verwarming, exclusief de verwarmingsketel: 4%;
  4° centrale verwarming, verwarmingsketel: 2%;
  5° warmtepomp: 0,75%;
  6° zonneboiler: 1,5%;
  7° ventilatie: 2,5%.
  Het niet-afgeschreven gedeelte van de aanschaffingswaarde, vermeld in artikel 2, § 1, van nieuw gerealiseerde gebouwen of integrale renovaties die als materiële vaste activa geboekt worden en waarvan de eerste afschrijving heeft plaatsgevonden in de periode van boekjaar 2011 tot en met boekjaar 2020, wordt vanaf het boekjaar 2020 of 2021 afgeschreven conform het eerste lid, verminderd met het aantal jaren dat het gebouw of de renovatie is afgeschreven in de periode die aan dit boekjaar voorafgaat.
  De sociale huisvestingsmaatschappijen kunnen ervoor opteren om in het boekjaar 2020 of 2021 de geboekte afschrijvingen van de gebouwen of renovaties, vermeld in het derde lid, terug te nemen voor het bedrag van het verschil tussen de al geboekte afschrijvingen en de afschrijvingen die geboekt zouden zijn in de periode die aan het boekjaar van de terugname voorafgaat, als de afschrijvingen worden berekend conform het eerste en tweede lid. De sociale huisvestingsmaatschappij maakt melding van de terugname in de toelichting van het boekjaar waarin deze verrichting is geboekt.";
  3° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "De onderstaande afschrijvingstermijnen gelden voor de volgende renovaties:
  1° de volgende renovaties aan de binnenkant van het gebouw kunnen over een periode van 15 jaar afgeschreven worden:
  a) keukenmeubilair en -toestellen vernieuwen;
  b) binnenschrijnwerk vernieuwen;
  c) vloerbekleding vernieuwen;
  d) elektrische uitrusting van de woning vernieuwen;
  e) sanitaire uitrusting vernieuwen;
  f) nieuwe verwarmingsketels met hoog rendement plaatsen;
  2° de volgende renovaties aan de binnenkant van het gebouw kunnen over een periode van 25 jaar afgeschreven worden:
  a) installaties voor centrale verwarming, exclusief de verwarmingsketel vernieuwen;
  b) liftinstallaties vernieuwen;
  3° de volgende renovaties aan de buitenkant van het gebouw kunnen over een periode 15 jaar afgeschreven worden:
  a) dakbedekking vernieuwen, zonder de hele bestaande dakbedekking te verwijderen;
  b) een gedeelte van het buitenschrijnwerk vernieuwen, in het kader van een gestructureerde aanpak, bv. de vervanging van de garagepoorten van een reeks woningen of garages;
  4° de volgende renovaties aan de buitenkant van het gebouw kunnen over een periode van 33 jaar afgeschreven worden:
  a) het volledige buitenschrijnwerk vernieuwen;
  b) de volledige dakbedekking vernieuwen, met gehele verwijdering van de bestaande dakbedding;
  c) het volledige parament van buitengevels vernieuwen.".

Art.12. In artikel 12 van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit wordt de zinsnede "van artikel 57 van het KB van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de zinsnede ", vermeld in artikel 3:35 van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".

Art.13. In artikel 18, tweede lid, van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit wordt de zinsnede "het derde lid van de tweede paragraaf van artikel 37 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel" vervangen door de zinsnede "artikel 6.61, § 2, derde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.14. Aan artikel 22, § 2, van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 mei 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De subsidie wordt geboekt zodra de subsidiërende overheid haar verbintenis onvoorwaardelijk en voor het bedrag in kwestie bevestigt, ook al geldt daarvoor eventueel een opschortende termijn waarin de opeisbaarheid wordt uitgesteld, en ze in schijven wordt opgesplitst.".

Art.15. In artikel 31 van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "artikel 37, § 2 van het Kaderbesluit Sociale Huur" vervangen door de zinsnede "artikel 6.61, § 2, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021";
  2° in het derde lid wordt de zinsnede "artikel 37, § 2, 4° lid van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel" vervangen door de zinsnede "artikel 6.61, § 2, vierde lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.16. In artikel 32 van bijlage 1, bij hetzelfde ministerieel besluit wordt de zinsnede "artikel 37, § 1, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel" vervangen door de zinsnede "artikel 6.61, § 1, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021".

Art.17. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art.18. Artikel 1, 2, 3, 4, 5, 6, 2°, artikel 9, 10, 13, 15 en 16 treden in werking op 1 januari 2021. Artikel 11 en 17 treden in werking op 31 december 2020.


BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-12-2020, p. 91298)