27 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 22 augustus 2020 houdende uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III), met betrekking tot de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 augustus 2020 houdende uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (CORONA III), met betrekking tot de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid en derde lid worden telkens de woorden "of het geheel" opgeheven;
2° in het derde lid wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt:
"a) in het vak "aard der inkomsten":
- de code "71", wanneer gebruikt wordt gemaakt van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bij toepassing van artikel 2 van de voormelde wet van 15 juli 2020 met betrekking tot de maand juni 2020;
- de code "72", wanneer gebruikt wordt gemaakt van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bij toepassing van artikel 2 van de voormelde wet van 15 juli 2020 met betrekking tot de maand juli 2020;
- de code "73", wanneer gebruikt wordt gemaakt van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bij toepassing van artikel 2 van de voormelde wet van 15 juli 2020 met betrekking tot de maand augustus 2020;";
3° in het derde lid wordt de bepaling onder b) aangevuld met de woorden "die zijn betaald of toegekend in de maand juni 2020, wanneer het een door de voormelde code "71" beoogde vrijstelling betreft, in de maand juli 2020, wanneer het een door de voormelde code "72" beoogde vrijstelling betreft, of in de maand augustus 2020, wanneer het een door de voormelde code "73" beoogde vrijstelling betreft;";
4° in het derde lid, c), worden in de bepaling onder het eerste streepje de woorden "voor de maanden juni 2020, juli 2020 of augustus 2020" vervangen door de woorden "voor de maand juni 2020, wanneer het een door de voormelde code "71" beoogde vrijstelling betreft, juli 2020, wanneer het een door de voormelde code "72" beoogde vrijstelling betreft, of augustus 2020, wanneer het een door de voormelde code "73" beoogde vrijstelling betreft".
Art.2. In het hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 1/1. § 1. De in artikel 2 van de wet van 15 juli 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie (CORONA III) vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing, kunnen er evenwel voor kiezen om de in artikel 2 van de voormelde wet beoogde vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor de maanden te verrekenen met de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is voor de bezoldigingen die zijn betaald of toegekend in de maand september of oktober 2020, als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een maandelijkse aangifteplicht, of voor de bezoldigingen die zijn betaald of toegekend in het derde trimester van 2020, als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een trimestriële aangifteplicht. Deze keuze is definitief en onherroepelijk.
De betrokken schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing moeten hiertoe afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het in artikel 1, tweede en derde lid vermelde onderscheid, met dien verstande dat:
- voor elke in artikel 1, derde lid, a) vermelde code een afzonderlijke tweede aangifte wordt overlegd;
- het in artikel 1, derde lid, c), bedoelde negatieve bedrag wordt beperkt tot het bedrag dat effectief kan worden verrekend met de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is voor, naar gelang het geval, de maand september of oktober 2020 als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een maandelijkse aangifteplicht of voor het derde trimester van 2020 als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een trimestriële aangifteplicht, na toepassing van de artikelen 2751 tot en met 27511, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en desgevallend, wat de vrijstelling met betrekking tot de maand juli 2020 betreft, na verrekening van de vrijstelling met betrekking tot de maand juni 2020, en wat de vrijstelling met betrekking tot de maand augustus 2020 betreft, na verrekening van de vrijstellingen met betrekking tot de maanden juni 2020 en juli 2020.
§ 2. Wanneer na de toepassing van paragraaf 1, de vrijstellingen met betrekking tot de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 niet volledig zijn verrekend met de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is voor, naar gelang het geval, de maand september of oktober 2020, als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een maandelijkse aangifteplicht, of met de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is voor het derde trimester van 2020, als de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing onderworpen is aan een trimestriële aangifteplicht, kan dat saldo achtereenvolgens worden verrekend met de bedrijfsvoorheffing die na de toepassing van de artikelen 2751 tot 27511 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 verschuldigd is voor de volgende periodes.
Voor die volgende periodes wordt de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing aangevraagd overeenkomstig paragraaf 1.".
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de inleidende zin worden de woorden "in artikel 1" vervangen door de woorden "in de artikel 1 en 1/1";
2° in de Nederlandse tekst wordt in de bepaling onder het eerste streepje het woord "elk" vervangen door het woord "elke";
3° in de bepaling onder het derde streepje worden de woorden "de maand waarvoor" vervangen door de woorden "elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 waarvoor";
4° in de Nederlandse tekst wordt in de bepaling onder het vierde streepje het woord "Wetboek" ingevoegd tussen het woord "hetzelfde" en het woord ", voor";
5° in de bepaling onder het vijfde streepje worden de woorden "voor de maanden juni 2020, juli 2020 of augustus 2020" vervangen door de woorden "voor elk van de maanden juni 2020, juli 2020 en augustus 2020 waarvoor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing wordt gevraagd";
6° in de bepaling onder het zesde streepje wordt het woord "hij" vervangen door het woord "zij" en wordt het woord "heeft" vervangen door het woord "hebben".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag van het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en heeft uitwerking op de vanaf 1 juni 2020 betaalde of toegekende bezoldigingen.
Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.