Details





Titel:

28 MEI 2020. - Bijzondere machtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering n° 2020/027 betreffende de werking van de gemeentelijke organen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij ORD2020-12-04/04, art. 25)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1988062452 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de artikelen 133, tweede lid en 134 van de Nieuwe Gemeentewet, kunnen, voor een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 15 mei 2020, alle bevoegdheden van de gemeenteraad zoals vastgesteld in de Nieuwe Gemeentewet uitgeoefend worden door het college van burgemeester en schepenen met het oog op de continuïteit van de openbare dienst ondanks de pandemie van COVID-19 en voor zover de urgentie van zijn optreden en de dringende noodzaak gemotiveerd worden.
  De beslissingen die het college op basis van het voorgaande lid heeft aangenomen, worden wekelijks ter informatie overgemaakt aan de gemeenteraad.

Art.2. De beslissingen die door het college van burgemeester en schepenen worden genomen krachtens artikel 1 van dit besluit, zijn onderworpen aan het administratief toezicht zoals bepaald in de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waaronder artikel 9 10 en dienen te worden overgemaakt binnen de gebruikelijke termijn.
  Na afloop van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde periode zullen alle beslissingen genomen krachtens artikel 1 van dit besluit onderworpen worden aan de bevestiging van een punt op de agenda van de eerste vergadering van de gemeenteraad die na afloop van deze periode zal worden gehouden. Bij gebreke hieraan hebben de desbetreffende beslissingen geen uitwerking meer.

Art.3. Gedurende een periode van 60 dagen te rekenen vanaf 15 mei 2020 kunnen de vergaderingen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen op virtuele wijze worden gehouden, dat wil zeggen via uitwisseling van e-mails of via videoconferentie.
  Wanneer de vergadering van het college op virtuele wijze plaatsvindt, moeten de uitnodiging alsook alle documenten met betrekking tot de agendapunten ten minste 24 uur vóór het voor de vergadering vastgestelde tijdstip elektronisch aan de betrokken leden worden meegedeeld. De vergaderingen van de gemeenteraad blijven onderworpen aan de oproepingstermijnen voorzien in de Nieuwe Gemeentewet.
  Wanneer de vergadering van de raad of van het college plaatsvindt op basis van een uitwisseling van e-mails, is de gemeentesecretaris verantwoordelijk voor het telefonisch verifiëren van de authenticiteit van de uitgewisselde e-mails . Hij geeft in het proces-verbaal van de vergadering aan dat hij deze verificatie heeft uitgevoerd. Een dergelijke verificatie moet niet worden uitgevoerd wanneer de vergadering wordt gehouden via videoconferentie.
  De beslissingen die worden genomen bij een virtuele vergadering van de raad of het college worden vastgelegd in het proces-verbaal, naar behoren ondertekend door de gemeentesecretaris. Het proces-verbaal vermeldt het kanaal via het welke de virtuele bijeenkomst plaatsvond. De stemmen van elk lid worden vermeld in het proces-verbaal, behalve wanneer de beslissing bij eenparigheid is genomen.

Art.4. Het recht van de gemeenteraadsleden om aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge vragen te stellen, zoals bedoeld in artikel 84bis van de Nieuwe Gemeentewet, alsook het recht om het college te interpelleren over de manier waarop het zijn bevoegdheden uitoefent, zoals bedoeld in artikel 84ter van de Nieuwe Gemeentewet, wordt vervangen door het recht om schriftelijke vragen te stellen gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 15 mei 2020.

Art.5. Gedurende een periode van 60 dagen, te rekenen vanaf 15 mei 2020, wordt artikel 109 van de Nieuwe Gemeentewet vervangen als volgt:
  "Art. 109. § 1. De reglementen en verordeningen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen, de bekendmakingen, de akten en de briefwisseling van de gemeente worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de secretaris.
  § 2. In afwijking van § 1 kan de gemeenteraad of het college bepalen dat de handtekening van bepaalde briefwisseling of documenten gedelegeerd wordt aan de gemeentesecretaris of één of meer ambtenaren. In dit geval dient de beslissing van de raad of het college op zeer nauwkeurige wijze de materie en de soort briefwisseling of document te bepalen waarvoor een delegatie van handtekening wordt gegeven, alsook door wie deze briefwisseling en documenten mogen worden ondertekend.
  § 3. Voormelde documenten mogen op elke informatiedrager geplaatst worden als de gemeente een duurzame bewaring en toegankelijkheid garandeert.
  Aan de vereiste van een handtekening wordt voldaan door het gebruik van een elektronische procedure die de authenticiteit en de integriteit van de gegevens waarborgt."

Art.6. Dit besluit treedt in werking op 15 mei 2020.

Art. 7. De minister belast met de Plaatselijke Besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.