4 APRIL 2019. - Ministerieel besluit houdende gedeeltelijke uitvoering inzake circulaire economie van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017 houdende uitvoering van de hoofdstukken 1, 3 en 4 van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-06-2019 en tekstbijwerking tot 20-12-2023)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Cheque "circulaire economie"
Art. 3-15
HOOFDSTUK III. - Slotbepaling.
Art. 16
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit ministerieel besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet van 21 december 2016: het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille;
2° het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017 : tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017 houdende uitvoering van de hoofdstukken 1, 3 en 4 van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille;
3° de "SPW EER": de "Service public de Wallonie Economie, Emploi, Recherche" (de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek);
4° de referentiepersoon inzake circulaire economie : elke operator die gespecialiseerd is in circulaire economie van het netwerk operatoren van de economische animatie dat door [1 "Société wallonne d'acquisitions et de cessions d'entreprises" (Waalse Maatschappij voor de aankopen en de afstanden van ondernemingen) (SOWACCESS)]1 gecoördineerd wordt;
5° onderneming: de onderneming bedoeld in artikel 1, § 1, lid 1, 2°, van het decreet van 21 december 2016 :
6° [1 ...]1
7° NOVALLIA : de naamloze vennootschap NOVALLIA;
8° de bedrijfszetel : de vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2., 16°, van het Wetboek van economisch recht.
----------
(1)<BWG 2023-04-27/11, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 09-01-2023>
Art.2. § 1. De steun van het geïntegreerd portfolio bedoeld in dit besluit is de cheque "circulaire economie".
Deze steun wordt door de "SPW EER" beheerd, onverminderd een eventuele beslissing van de Waalse Regering om bepaalde desbetreffende taken aan een andere entiteit toe te vertrouwen.
§ 2. Onder voorbehoud van wat bedoeld is in lid 2 van hierboven vermeld paragraaf 1 worden de dossiers in verband met de steun van het geïntegreerd portfolio bedoeld in paragraaf 1 behandeld door elk personeelslid van niveau A, B, C of D zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de Directeur-Generaal van de "SPW EER".
Onder voorbehoud van wat bedoeld is in lid 2 van hierboven vermeld paragraaf 1 behoort de beslissing met betrekking tot de ontvankelijkheid, uitbetaling, controle en invordering van de steun van het geïntegreerd portfolio bedoeld in paragraaf 1 tot elk personeelslid van niveau A zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de Directeur-Generaal van de "SPW EER".
HOOFDSTUK II. - Cheque "circulaire economie"
Art.3. Onverminderd de voorwaarden bepaald bij het decreet van 21 december 2016 en het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2017, heeft de cheque "circulaire economie" tot doel de uitvoering te ondersteunen van acties binnen de ondernemingen die gericht zijn op de optimalisering van het gebruik van materiële en immateriële middelen met het oog op een duurzame overgang van de activiteiten van de ondernemingen waarvan de bedrijfszetel op het grondgebied van het Waals Gewest gevestigd is, naar een meer circulaire economie.
Art.4. Krachtens artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun worden de ondernemingen in de volgende sectoren uitgesloten van de voordelen van de cheques "circulaire economie" :
1° de sector visvangst en aquacultuur (NACE-BEL-code 2008 : 03.);
2° de sector primaire productie van landbouwproducten (NACE-BEL-code 2008 : 01.01 tot 01.5);
Art.5. Bij de indiening van het dossier zijn de volgende documenten nodig :
1° de cheque-aanvraag tot stand gekomen via het platform;
2° de overeenkomst tussen de gerechtigde en de dienstverstrekker tot stand gekomen via het platform. De overeenkomst kan aangevuld worden met steunspecifieke elementen;
3° het de minimis-attest, downloadbaar op het platform;
4° het kmo-attest, downloadbaar op het platform.
Bij afsluiten van de cheque bevat het dossier volgende documenten:
1° het dienstverleningsrapport tot stand gekomen via het platform. Dit rapport kan aangevuld worden met steunspecifieke elementen;
2° de factuur uitgaande van de dienstverlener,
in voorkomend geval aangevuld met iedere nuttige informatie voor de beoordeling door de Waalse Overheidsdienst of iedere andere entiteit waaraan deze taak zou zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 1, lid 2, van dit besluit.
Art.6. De in aanmerking komende kosten gedekt door de cheque "circulaire economie" vallen onder de pijler "adviesverlening" van de elektronische portfolio.
Art.7.[1 § 1. De in aanmerking komende kosten via de cheque circulaire economie zijn de kosten voor de diensten van gespecialiseerde deskundigen die de onderneming bijstaan in haar ecoconceptie en het afstellen van duurzame producten en diensten, maar eveneens in de optimalisering en de verbetering van industrieprocessen en organisatieprocessen en zelfs voor de begeleiding in de reflectie over de evolutie van hun zakenmodel in een functionnaliteitslogica.
De prestatie valt onder één van volgende categorieën:
1° economische haalbaarheidsstudie van het project circulaire economie of evolutie van de activiteit naar meer circulaire wendbaarheid:
a) detectie van acties in de circulaire economie die uitgevoerd kunnen worden in de organisatieprocessen en het business model van de onderneming waarbij meer bepaald beoogd wordt de evolutie van het business model naar functionnaliteits- en samenwerkingseconomie;
b) de analyse van de impact van acties inzake circulaire economie op de kostprijzen, de operationele kosten van de onderneming en de organisatiewijzen;
c) de analyse van hindernissen of dwingende factoren in normgeving, administratie, wetgeving en identificatie van de economische of praktische voorwaarden die vervuld dienen te worden of de strategie die aangenomen moet worden om van het project een succes te maken;
d) de analyse van de potentiële markt en de concurrentie waarbij rekening gehouden wordt met het circulair karakter van de nieuwe 'activiteit", de nieuwe "dienst";
e) de stappen en kosten in verband met de inzet van een voldoende kritische massa van instroom die op lange termijn nodig is om de bestendigheid van het project te garanderen;
f) studie inzake ontplooiing van het project en omschrijving van de strategie: identificatie van de kritieke fases van het project in de tijd, de hulpmiddelen en de middelen die daarbij ingezet dienen te worden;
g) de kosten in verband met het onderzoek naar inzamelnetwerken die kritische massa's kunnen bereiken of een wederzijds verband kunnen opzetten, de kosten in verband met het onderzoek naar de invoering van een distributie- en logistiek net voor wederopname van producten na gebruik;
h) de kosten in verband met het onderzoek naar de economische impact van de dematerialisatie van bepaalde organisatieprocessen met het oog op een optimaler gebruik van fysische rijkdommen;
i) een business plan en een financiële constructie voor het concreet omzetten van het project inzake circulaire economie;
2° de technische haalbaarheidsonderzoeken voor het project inzake circulaire economie;
a) het in kaart brengen in de onderneming of daarbuiten van afzettingen of stromen inzake met name grondstoffen, energie, water, beschikbaarheid ervan, wijze van inzet en gebruik of deling of wederzijds gebruik, identificatie en benadering van betrokken partners wat betreft de wederzijdse gebruikmaking: de diensten zijn uitgesloten;
b) de analyse van hindernissen of dwingende factoren in normgeving, administratie, wetgeving en identificatie van de technische of praktische voorwaarden die vervuld dienen te worden of de strategie die aangenomen moet worden om van het project een succes te maken;
c) de stappen in verband met de technische machtigingen of kwaliteitssystemen die vooraf of naderhand geïmplementeerd moeten worden;
d) de ecoconceptie van producten;
(1) het in kaart brengen van duurzame en circulaire materialen, reeds op de markt voorhanden, die in de plaats gesteld kunnen worden van een stof die gebruikt wordt door de onderneming en heden niet recycleerbaar of niet-circulair is, identificatie van de potentiële leveranciers;
(2) de design- en studiekosten die het gebruik van minder materiaal mogelijk kunnen maken, die het uit elkaar nemen van het productie voor recyclage of inwisseling van onderdelen, voor een langere levensduur of hergebruik, een vlottere scheiding van elementen van verpakkingen met het oog op een vlottere recyclage;
e) de identificatie van de bestaande technologieën en uitrustingen, beschikbaar op de markt en waardoor de implementering of de productie van het project inzake circulaire economie mogelijk wordt;
f) de kosten in verband met de productie van test- of pilootreeksen, eventueel in onderaanneming bij een industrieel.
3° de analyse van de levenscyclus gebaseerd op een erkende methode waarvoor de deskundige zijn competenties en dossierkennis zal aantonen. Deze analyse moet ertoe strekken, hot spots te identificeren (= de posten van de voornaamste emissiebronnen, geïdentificeerd in de betrokken perimeter, waarvan het belang beoordeeld werd. Zij worden met grote aandacht onderzocht daar de implementering van alternatieve oplossingen de meeste impact zal hebben op de omschreven permieter en de omschrijving van een actieplan voor circulaire economie met betrekking tot deze hot spots. Daarbij dient een inschatting van hun impacten te worden gevoegd, aangevuld en gedocumenteerd met een kritische analyse.
a) Analyse van de levenscyclus van een duidelijk omschreven en aangeduid product of dienst, met als doel de identificatie van "hot spots" en van denksporen voor acties in de circulaire economie (die minstens in één van vier volgende pijlers van de circulaire economie ingebed zijn: ecoconceptie, reverse logistics, industriële symbiose en nieuwe business models) evenals een schatting van hun impacten. De studie dient een "beeld" te bevatten van de huidige situatie voor de omschreven perimeter en een becijferde raming van de verwachte impacten van de implementering van de acties, geïdentificeerd in de hypothese waarin het beoogde doel wordt bereikt.
b) Analyse van de levenscyclus van een significant deel van de activiteit van de onderneming, met als doel de identificatie van "hot spots" en van denksporen voor acties in de circulaire economie (die minstens in één van vier volgende pijlers van de circulaire economie ingebed zijn: ecoconceptie, reverse logistics, industriële symbiose en nieuwe business models) evenals een schatting van hun impacten.
De studie dient een "beeld" te bevatten van de huidige situatie voor de omschreven perimeter en een becijferde raming van de verwachte impacten van de implementering van de acties, geïdentificeerd in de hypothese waarin het beoogde doel wordt bereikt.
c) Analyse van de levenscyclus van de globale activiteit van de onderneming, met als doel de identificatie van "hot spots" en van denksporen voor acties in de circulaire economie (die minstens in één van vier volgende pijlers van de circulaire economie ingebed zijn: ecoconceptie, reverse logistics, industriële symbiose en nieuwe business models) evenals een schatting van hun impacten.
De studie dient een "beeld" te bevatten van de huidige situatie voor de omschreven perimeter en een becijferde raming van de verwachte impacten van de implementering van de acties, geïdentificeerd in de hypothese waarin het beoogde doel wordt bereikt.
§ 2 Enkel de onderneming gevestigd als handelsvennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen komt in aanmerking voor de in aanmerking komende kosten van § 1.]1
----------
(1)<MB 2022-10-03/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-10-2022>
Art.8.Om voor de steun in aanmerking te komen als bedoeld in artikel 3 vult de onderneming vooraf de vragenlijst in ter beoordeling van haar project inzake circulaire economie, beschikbaar op de website van NOVALLIA [1 ...]1 of wordt aan een diagnose inzake circulaire economie onderworpen; dienst verstrekt door een referent inzake circulaire economie die de kansen heeft aangeduid voor acties overeenstemmend met de principes inzake circulaire economie in de onderneming.
Die vragenlijst ter beoordeling van het project inzake circulaire economie of de diagnose circulaire economie uitgevoerd door een referent circulaire economie wordt bij de steunaanvraag gevoegd ter aanvulling van de documenten waarvan sprake in artikel 5.
----------
(1)<BWG 2023-04-27/11, art. 35, 003; Inwerkingtreding : 09-01-2023>
Art.9.[1 ...]1
De betrokken bedrijfsprojecten nemen deel aan de Waalse strategische prioriteiten.
Voorrang zal gegeven worden aan projecten waarvan de resultaten of de meetbare gevolgen op korte of middellange termijn passen maar in elk geval in een tijdschema dat de duur van de programmering overschrijdt (uitstapregel N+3).
----------
(1)<MB 2023-10-23/15, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.10. § 1. De in aanmerking komende kosten bedoeld in artikel 7, § 1, mogen niet identiek zijn.
§ 2. De dienstverleningen voor de toegelaten kosten bedoeld in artikel 7, paragraaf 1, moeten binnen de twaalf maanden na de ontvankelijkheid van het dossier uitgevoerd worden.
Art.11.De steun vertegenwoordigt maximaal [1 vijftig procent]1 van het totale bedrag van de toegelaten kosten en het maximale bedrag van de overheidssteun in de tenlasteneming van de toegelaten bedoeld in art. 7, § 1, bedraagt [1 35.000 euro]1over drie jaar.
----------
(1)<MB 2023-10-23/15, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.12.
<Opgeheven bij MB 2023-10-23/15, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.13.§ 1. [1 De dienstverleners zijn voor de cheque circulaire economie de dienstverleners erkend in het kader van de artikelen 10 en 11 van het decreet van 21 december 2016 waarvan de bevoegdheden en de expertise in overeenstemming zijn met de in aanmerking komende kosten bedoeld in artikel 7, § 1.]1
§ 2. Vanaf 1 januari 2019 kunnen, overeenkomstig artikel 10 van het decreet van 21 december 2016 en de artikelen 12 tot 14 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017 enkel de door de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek gelabelde dienstverleners na advies van het referentiecentrum en een specifiek adviesverleningscentrum prestaties leveren voor de cheque circulaire economie.
In het kader van de cheque circulaire economie wordt het specifiek adviesverlenend centrum verstaan in de zin van Beleidsgroep Leefmilieu van [2 de "Société wallonne d'acquisitions et de cessions d'entreprises" (Waalse Maatschappij voor de aankopen en de afstanden van ondernemingen) (SOWACCESS)]2.
----------
(1)<MB 2022-10-03/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 27-10-2022>
(2)<BWG 2023-04-27/11, art. 36, 003; Inwerkingtreding : 09-01-2023>
Art.14. In het kader van de cheque circulaire economie voegt de dienstverlener, naast de minimumgegevens gevraagd in artikel 20 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017, bij zijn factuur een uitvoeringsverslag waarin minstens volgende informatie voorkomt :
1° de omstandige planning van de effectieve prestatiedagen;
2° bij onderaanneming, de identiteit van de onderaannemer en zijn prestatiedatums;
3° in voorkomend geval, een onderscheid tussen de prestaties verricht in het kader van de overeenkomst en de prestaties die buiten de overeenkomst vallen;
4° volgende verwoording :
"Het bedrag van... euro, beantwoordend aan cheque nr. [chequenummer], wordt door de emittent van de cheque uitgegeven, opgedeeld tussen een overheidstegemoetkoming van... euro, en een aandeel van... euro gestort door de gerechtigde, vereffend.
Het te betalen saldo bedraagt dus... euro en beantwoordt aan... (bv.: BTW, reiskosten...).".
Art.15. Overeenkomstig het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden, in het kader van de controle en de inning bedoeld in afdeling 6 van hoofdstuk 1 van het decreet van 21 december 2016 kan de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling, Onderzoek of iedere andere entiteit waaraan deze taak zou zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 1, lid 2, van dit besluit, elk nuttig stuk opvragen waaruit blijkt dat de steun aangewend wordt voor de doeleinden waarvoor hij is toegekend.
HOOFDSTUK III. - Slotbepaling.
Art. 16. Dit besluit treedt in werking op 8 april 2019.