Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JUNI 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van de artikel 19 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992013272 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 19 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het ministerieel besluit van 8 oktober 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1°) het derde lid wordt vervangen als volgt :
  "In afwijking van het eerste en het tweede lid, wordt de vergoeding toegekend aan de werkloze in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, niet beschouwd als loon, voor zover de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
  1° de werkloze heeft overeenkomstig artikel 152quinquies van het koninklijk besluit een vrijstelling van beschikbaarheid gekregen om deze opleiding te volgen;
  2° de overeenkomst voor de individuele beroepsopleiding in een onderneming voorziet dat de stagiair in dienst moet worden genomen door de werkgever gedurende een periode die minstens gelijk is aan die van de beroepsopleiding.".
  2°) tussen het derde en het vierde lid worden de volgende leden ingevoegd, luidend :
  "In afwijking van het eerste en het tweede lid, wordt de vergoeding toegekend aan de werkloze in het kader van een stage in een onderneming, niet beschouwd als loon, voor zover de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn :
  1° de stage is ingesteld door de gewestelijke regelgeving;
  2° de stage wordt geregeld door een stageovereenkomst gesloten tussen de stagiair, de stagegever en de bevoegde gewestinstelling, bedoeld in artikel 152quinquies van het koninklijk besluit;
  3° de stage heeft een maximale duur van 6 maanden;
  4° de werkloze heeft overeenkomstig artikel 152quinquies van het koninklijk besluit een vrijstelling van beschikbaarheid gekregen om deze stage te volgen.
  In afwijking van het eerste tot vierde lid, wordt de vergoeding toegekend door de bevoegde gewestinstelling, bedoeld in artkel 152quinquies van het koninklijk besluit, of door een gemeenschapsinstelling aan de werknemer in het kader van een opleiding waarvoor hij overeenkomstig artikel 152quinquies van het koninklijk besluit een vrijstelling van beschikbaarheid heeft gekregen, niet beschouwd als loon, voor zover deze vergoeding in de gewestelijke- of gemeenschapsregelgeving is ingeschreven en het gaat om ofwel een reële of forfaitaire terugbetaling van kosten die door de werkloze zijn gedragen in het kader van de opleiding, ofwel een eenmalige financiële aanmoediging in geval van slagen in een opleiding die voorbereidt op een beroep waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat.
  De werkloze moet aangifte doen van het feit dat hij een voordeel ontvangt in het kader van, tijdens of ten gevolge van een opleiding, studies, een stage of een leertijd, op het formulier dat de aangifte bevat van de persoonlijke en familiale toestand, overeenkomstig artikel 133 van het koninklijk besluit op het ogenblik van zijn uitkeringsaanvraag, of overeenkomstig artikel 134, § 2, 3°, van het koninklijk besluit op een later tijdstip, wanneer hij voor het eerst een dergelijk voordeel ontvangt.
  Op vraag van de bevoegde gewestinstelling, bedoeld in artikel 152quinquies van het koninklijk besluit, of op eigen initiatief, kan de Rijksdienst op algemene wijze vaststellen dat een voordeel dat wordt toegekend in het kader van, tijdens of ten gevolge van een opleiding, studies, een stage of een leertijd, beantwoordt aan de voorwaarden voorzien in de derde tot vijfde leden. In dat geval is de werkloze vrijgesteld om het voordeel aan te geven.".
  3°) in het vijde lid, dat het negende lid wordt, worden de woorden " van het eerste, het tweede en het derde lid" vervangen door de woorden " van het eerste tot vijfde lid ".

Art. 2. Dit besluit is van toepassing wanneer de beslissing die wordt genomen, bedoeld in artikel 152quinquies van voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991, zich situeert vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit.