26 APRIL 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2016, wordt de bepaling onder a) aangevuld als volgt:
", tenzij het bedrag van de sociale bijdragen betaald door de onderworpenen bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, van bedoeld koninklijk besluit is gebaseerd op een inkomen dat minstens het minimumbedrag bereikt bedoeld in, al naargelang het geval, artikel 12, § 1, tweede lid, of artikel 12, § 1ter, eerste lid, van bedoeld koninklijk besluit".
Art.2. In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het huidige enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "de artikelen 3, § 1, en 16" vervangen door de woorden "artikel 3, § 1, § 1bis en § 1ter,";
2° het wordt aangevuld met een lid, luidende:
"In afwijking van het vorige lid worden de uitkeringen niet meer aan de gerechtigde betaald vanaf de eerste dag van de zevende maand van primaire ongeschiktheid als die zich bevindt na de laatste dag van de maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde leeftijd heeft bereikt, wanneer het gaat om een gerechtigde onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 na de maand waarin hij de in het vorige lid bedoelde leeftijd heeft bereikt en voor zover hij in welke hoedanigheid dan ook geen ouderdoms-, geen rust-, geen anciënniteitspensioen of eender welk als dergelijk pensioen geldend voordeel geniet, dat is toegekend, hetzij door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, hetzij door een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de maand van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op de arbeidsongeschiktheden die vanaf deze datum aanvatten.
Art. 4. De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.