Details





Titel:

11 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 1, 3 en 44 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de registers in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep, de herzieningen inzake onroerende bedrijfsmiddelen en de niet-proportionele fiscale geldboeten met betrekking tot overtredingen inzake de verplichting tot indiening van de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen en de lijst van de intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen, betreft



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Registers in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Herzieningen inzake onroerende bedrijfsmiddelen
Art. 5-6
HOOFDSTUK 3. - Niet-proportionele fiscale geldboeten ingeval van inbreuk op de verplichting om de delen 1 en 2 van de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen in te dienen
Art. 7-8
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969121005  1992003823  2012003213 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Registers in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep
Artikel 1. In artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, vierde lid, wordt aangevuld met de woorden "of wanneer de belastingplichtige het in artikel 24bis bedoelde register moet aanvullen";
  2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De bepalingen van het eerste, het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing in geval van consignatieverkoop, wanneer de belastingplichtige die de goederen ontvangt het in artikel 24ter bedoelde register moet aanvullen.".

Art.2. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit, wordt een artikel 24bis ingevoegd, luidende :
  "Art. 24bis. § 1. Overeenkomstig artikel 54bis, § 1, derde lid, van het Wetboek, houdt elke belastingplichtige een register bij waarin hij de goederen optekent die hij heeft verzonden of vervoerd van België naar een andere lidstaat in het kader van de regeling voor voorraden op afroep bedoeld in artikel 12ter van het Wetboek.
  In het register bedoeld in het eerste lid, tekent de belastingplichtige, voor elke handeling, de gegevens op bedoeld in artikel 54 bis, lid 1, van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
  § 2. Elk lid van een btw-eenheid bedoeld in artikel 4, § 2, van het Wetboek houdt het in paragraaf 1 bedoelde register voor de handelingen die hem betreffen.".

Art.3. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 24ter ingevoegd, luidende :
  "Art. 24ter. § 1. Overeenkomstig artikel 54bis, § 1, vierde lid, van het Wetboek, houdt elke belastingplichtige die in België bestemmeling is van goederen in het kader van de regeling voor voorraden op afroep bedoeld in artikel 17bis van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, een register waarin hij de goederen optekent die hem werden geleverd in het kader van die regeling.
  In het register bedoeld in het eerste lid, tekent de belastingplichtige, voor elke handeling, de gegevens op bedoeld in artikel 54bis, lid 2, van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
  § 2. Elk lid van een btw-eenheid bedoeld in artikel 4, § 2, van het Wetboek, houdt het in paragraaf 1 bedoelde register voor de handelingen die hem betreffen.".

Art.4. In artikel 29, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "24bis, 24ter," worden ingevoegd tussen het woord "23," en het woord "25";
  2° in de Nederlandse tekst worden de woorden "door of vanwege de Minister van Financiën" vervangen door "door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde".

HOOFDSTUK 2. - Herzieningen inzake onroerende bedrijfsmiddelen
Art.5. In artikel 9, § 2, tweede lid, 2° en 3°, van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 mei 2019, worden de woorden "1°, " telkens opgeheven.

Art.6. In artikel 20 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1978 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "het recht op aftrek is ontstaan" vervangen door de woorden "de bedrijfsmiddelen in gebruik werden genomen";
  2° in het tweede en derde lid worden de woorden "of een vijftiende" telkens vervangen door de woorden, "een vijftiende of een vijfentwintigste".

HOOFDSTUK 3. - Niet-proportionele fiscale geldboeten ingeval van inbreuk op de verplichting om de delen 1 en 2 van de btw-opgave van de intracommunautaire handelingen in te dienen
Art.7. In afdeling 1, IV, van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 44 van 9 juli 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde, wordt de bepaling onder 2 vervangen als volgt :
  "2. Opgave van de intracommunautaire handelingen bedoeld in artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek


A. Non-dépôt - partie 1 : 3.000 EUR A. Niet indienen - deel 1 : 3.000 EUR
 - partie 2 : 1.500 EUR  - deel 2 : 1.500 EUR
B. Dépôt tardif Par document : B. Laattijdig indienen Per document :
a) retard de maximum 2 mois - partie 1 : 25 EUR par personne à reprendre a) vertraging van maximum 2 maanden - deel 1 : 25 EUR per te vermelden persoon
 - partie 2 : 15 EUR par personne à reprendre  - deel 2 : 15 EUR per te vermelden persoon
 avec un minimum de 75 EUR et un maximum de 1.500 EUR  met een minimum van 75 EUR en een maximum van 1.500 EUR
b) retard de maximum 6 mois - partie 1 : 75 EUR par personne à reprendre b) vertraging van maximum 6 maanden - deel 1 : 75 EUR per te vermelden persoon
 - partie 2 : 45 EUR par personne à reprendre  - deel 2 : 45 EUR per te vermelden persoon
 avec un minimum de 225 EUR et un maximum de 2.250 EUR  met een minimum van 225 EUR en een maximum van 2.250 EUR
c) retard de plus de 6 mois - partie 1 : 3.000 EUR c) vertraging van meer dan 6 maanden - deel 1 : 3.000 EUR
 - partie 2 : 1.500 EUR  - deel 2 : 1.500 EUR
C. Irrégularités C. Onregelmatigheden
a) données manquantes - partie 1 : 150 EUR par donnée manquante a) ontbrekende gegevens - deel 1 : 150 EUR per ontbrekend gegeven
 - partie 2 : 50 EUR par donnée manquante  - deel 2 : 50 EUR per ontbrekend gegeven
 avec un maximum de 1.350 EUR  met een maximum van 1.350 EUR
b) données erronées  b) verkeerde gegevens  
- données exactes reprises dans le relevé visé suivant à déposer - partie 1 : 25 EUR par donnée erronée - de juiste gegevens werden opgenomen in de volgende in te dienen opgave - deel 1 : 25 EUR per verkeerd gegeven
 - partie 2 : 10 EUR par donnée erronée  - deel 2 : 10 EUR per verkeerd gegeven
 avec un minimum de 50 EUR et un maximum de 750 EUR  met een minimum van 50 EUR en een maximum van 750 EUR
- autres cas - partie 1 : 50 EUR par donnée erronée - andere gevallen - deel 1 : 50 EUR per verkeerd gegeven
 - partie 2 : 20 EUR par donnée erronée  - deel 2 : 20 EUR per verkeerd gegeven
 avec un maximum de 1.200 EUR  met een maximum van 1.200 EUR
c) non-respect de la procédure de dépôt - partie 1 : 400 EUR c) niet naleven van de procedure van indienen - deel 1 : 400 EUR
 - partie 2 : 200 EUR  - deel 2 : 200 EUR
d) non-respect des conditions relatives à la périodicité de dépôt - partie 1 : 250 EUR d) niet naleven van de voorwaarden met betrekking tot de periodiciteit van indienen - deel 1 : 250 EUR
 - partie 2 : 125 EUR".  - deel 2 : 125 EUR".
Art.8. In afdeling 1, IV, van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 2bis ingevoegd, luidende :
  "2bis. Lijst van de intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen, bedoeld in artikel 53sexies, § 2, van het Wetboek


A. Non-dépôt 3.000 EUR par document A. Niet indienen 3.000 EUR per document
B. Dépôt tardif Par document : B. Laattijdig indienen Per document :
a) retard de maximum 2 mois 25 EUR par livraison à reprendre avec un minimum de 75 EUR et un maximum de 1.500 EUR a) vertraging van maximum 2 maanden 25 EUR per te vermelden levering met een minimum van 75 EUR en een maximum van 1.500 EUR
b) retard de maximum 6 mois 75 EUR par livraison à reprendre avec un minimum de 225 EUR et un maximum de 2.250 EUR b) vertraging van maximum 6 maanden 75 EUR per te vermelden levering met een minimum van 225 EUR en een maximum van 2.250 EUR
c) retard de plus de 6 mois 3.000 EUR par document c) vertraging van meer dan 6 maanden 3.000 EUR per document
C. Irrégularités  C. Onregelmatigheden  
a) données manquantes 150 EUR par donnée manquante avec un maximum de 1.350 EUR a) ontbrekende gegevens 150 EUR per ontbrekend gegeven met een maximum van 1.350 EUR
b) données erronées  b) verkeerde gegevens  
- données exactes reprises dans la liste visée suivante à déposer 25 EUR par donnée erronée avec un minimum de 50 EUR et un maximum de 750 EUR - de juiste gegevens werden opgenomen in de volgende in te dienen lijst 25 EUR per verkeerd gegeven met een minimum van 50 EUR en een maximum van 750 EUR
- autres cas 50 EUR par donnée erronée avec un maximum de 1.200 EUR - andere gevallen 50 EUR per verkeerd gegeven met een maximum van 1.200 EUR
c) non-respect de la procédure de dépôt 400 EUR par document c) niet naleven van de procedure van indienen 400 EUR per document
d) non-respect des conditions relatives à la périodicité de dépôt 250 EUR". d) niet naleven van de voorwaarden met betrekking tot de periodiciteit van indienen 250 EUR".
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art.9. De hoofdstukken 1 en 3 treden in werking op 1 januari 2020.

Art. 10. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.