5 DECEMBER 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs
Art. 1-20
HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 21-23
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs
Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° de totale tijdsduur van het opleidingstraject (onderdeel 1 tot en met 9) bedraagt minstens 95 uren, waarbij de indicatieve tijdsduur per opleidingsonderdeel is vastgelegd in bijlage 1;".
Art.2. In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
" § 1. Het opleidingstraject energiedeskundige type A waarover de opleidingsinstelling moet beschikken voldoet aan de volgende voorwaarden:
1° het opleidingstraject omvat minstens de opleidingsonderdelen - en aspecten zoals beschreven in bijlage 1/1;
2° de totale tijdsduur van het bovenstaande deel in het opleidingstraject bedraagt minstens 50 uren, waarbij de indicatieve tijdsduur per opleidingsonderdeel is vastgelegd in bijlage 1/1;
3° het omvat enerzijds de in bijlage 1/1 vereiste theorie en anderzijds oefeningen en voorbeelden waarin het praktisch toepassen van de theorie in de praktijk aan bod komt.".
Art.3. In artikel 23 van het zelfde besluit wordt de zinsnede "zoals vermeld in artikel 20, § 1, 1°, a) en b)" vervangen door de zinsnede "zoals vermeld in bijlage 1/1, onderdeel 3. en 4. ".
Art.4. In artikel 26, tweede lid van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "opgenomen in artikel 20, § 1, 1° " vervangen door de zinsnede "opgenomen in bijlage 1/1".
Art.5. In artikel 29, derde lid van hetzelfde besluit de zinsnede "opgesomd in artikel 20" vervangen door de zinsnede "opgesomd in bijlage 1/1".
Art.6. In artikel 32, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit de zinsnede "beschreven in artikel 20, § 1" vervangen door de zinsnede "beschreven in bijlage 1/1".
Art.7. Aan titel 3 van hetzelfde ministerieel besluit wordt een hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 68/1 tot en met 68/3, toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 4. Haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen
Art. 68/1. Een haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd voor de technologieën aangeduid in functie van de gebouwbestemming en de bruikbare vloeroppervlakte, zoals gevoegd als bijlage 18/1.
Art. 68/2. Het Vlaams Energieagentschap kan voor bepaalde technologieën standaard berekeningsmethodes of richtwaarden voorstellen.
Art. 68/3. Het Vlaams Energieagentschap stelt via een webapplicatie een rapporteringsformulier, zoals gevoegd als bijlage 18/2, ter beschikking. Via dit formulier worden de resultaten van de haalbaarheidsstudie gerapporteerd. Dit rapporteringsformulier geldt als bewijs dat een haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd.
De bouwheer houdt de haalbaarheidsstudie waarvoor hij het rapporteringsformulier indiende gedurende drie jaar ter beschikking. Op eenvoudige vraag van het Vlaams Energieagentschap maakt hij de haalbaarheidsstudie over aan het Vlaams Energieagentschap. De bouwheer en de uitvoerder van de haalbaarheidsstudie ondertekenen de haalbaarheidsstudie.".
Art.8. In hetzelfde ministerieel besluit wordt artikel 72 vervangen door wat volgt:
"Art. 72. § 1. Het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw voor EPW-eenheden is als bijlage 23/1 bij dit besluit gevoegd.
§ 2. Het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw voor EPN-eenheden is als bijlage 24 bij dit besluit gevoegd.
Art.9. Aan titel 4 van hetzelfde ministerieel besluit, worden een hoofdstuk 5, dat bestaat uit artikel 74/1, en een hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel 74/2, toegevoegd, die luiden als volgt:
"Hoofdstuk 5. Energieprestatiecertificaat voor kleine niet-residentiële gebouwen
Art. 74/1. § 1. Het energieprestatiecertificaat voor kleine niet-residentiële gebouwen zoals gevoegd als bijlage 26/1 bij dit besluit, bevat de volgende onderdelen:
1° de datum van opmaak van het energieprestatiecertificaat;
2° de identificatie van de energiedeskundige;
3° de gebouwspecifieke gegevens, zoals het adres en de bestemming;
4° de uitdrukking van de energieprestatie van het gebouw aan de hand van het kengetal niet-residentieel voor de bestemmingen kantoor, handel, horeca, logeerfunctie en andere/onbekend, met vermelding van referentiewaarden;
5° de unieke code;
6° de aanbevelingen voor een kosteneffectieve verbetering van de energieprestatie van het gebouw.
Het label van het energieprestatiecertificaat wordt aangeduid met volgende kleurcodes:
1° A+: donkergroen
2° A: groen
3° B: lichtgroen
4° C: geel
5° D: lichtoranje
6° E: oranje
7° F: rood
De labels van het energieprestatiecertificaat, vermeld in het tweede lid, worden bepaald op basis van het kengetal voor de bestemming kantoor en hebben volgende grenswaarden:
F > 575 kWh/(m2jaar)
575 kWh/(m2jaar) >= E > 470 kWh/(m2jaar)
470 kWh/(m2jaar) >= D > 365 kWh/(m2jaar)
365 kWh/(m2jaar) >= C > 265 kWh/(m2jaar)
265 kWh/(m2jaar) >= B > 160 kWh/(m2jaar)
160 kWh/(m2jaar) >= A > 0 kWh/(m2jaar)
0 kWh/(m2jaar) >= A+
De kleur van de titel en de lijnen onder de kopteksten en boven de voetteksten gaan mee met de kleurcode van het label van het EPC.
Bij een EPC met label A of A+ vallen volgende onderdelen weg:
1° overzicht aanbevelingen;
2° energielabel na uitvoering van de aanbevelingen.
§ 2. De energiedeskundige type A maakt gebruik van de certificatiesoftware residentieel voor de opmaak van het energieprestatiecertificaat kleine niet-residentiële gebouwen voor de bestemmingen kantoor, handel, horeca, logeerfunctie en andere/onbekend.
Hoofdstuk 6. Energieprestatiecertificaat gemeenschappelijke delen
Art. 74/2. Het energieprestatiecertificaat gemeenschappelijke delen, zoals gevoegd als bijlage 26/2 bij dit besluit, bevat de volgende onderdelen:
1° de datum van opmaak van het energieprestatiecertificaat;
2° de identificatie van de energiedeskundige;
3° de gebouwspecifieke gegevens, zoals het adres;
4° de uitdrukking van de energieprestatie van het gebouw aan de hand van een beoordeling van de karakteristieken van de schildelen en de installaties;
5° de unieke code;
6° de aanbevelingen voor een kosteneffectieve verbetering van de energieprestatie van het gebouw.".
Art.10. Aan hetzelfde ministerieel besluit wordt een titel 4/1 ingevoegd, die bestaat uit artikel 74/3, die luidt als volgt:
"Titel 4/1. Geldigheid van het EPC gemeenschappelijke delen
Art. 74/3. Het vervangen, bij- of naïsoleren van vensters, deuren en panelen van de privatieve kavels vallen niet onder de ingrepen, vermeld in artikel 9.2.5/1. § 5, 2e lid, 1° van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Het EPC gemeenschappelijke delen vervalt ook als volgende technische installaties van het gebouw vervangen of nieuw geplaatst worden:
1° collectieve installaties voor ruimteverwarming;
2° collectieve installaties voor sanitair warm water;
3° collectieve installaties voor koeling;
4° collectieve installaties voor ventilatie;
5° alle fotovoltaïsche panelen en zonnecollectoren.
Dit omvat niet de verlichtingsinstallaties.".
Art.11. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een bijlage 1/1 ingevoegd, die als bijlage 1 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.12. Bijlage 11 van het hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen door de bijlage 2 die bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.13. In bijlage 14 van hetzelfde ministerieel besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° In punt 5 worden de woorden "Bij de meting van het elektrisch vermogen van de ventilatoren werden alle voorschriften in het kader van de EPB-regelgeving, zoals beschreven in bijlage 14 van het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs, nageleefd" vervangen door de woorden "Bij de meting van het elektrisch vermogen van de ventilatoren werden alle voorschriften in het kader van de EPB-regelgeving, zoals beschreven in bijlage 14 van het ministerieel besluit van 28 december 2018 houdende algemene bepalingen inzake de energieprestatieregelgeving, energieprestatiecertificaten en de certificering van aannemers en installateurs, nageleefd";
2° In punt 5 worden de woorden "Referentie naar het stavingsstuk van de debietsmetingen voor alle door de ventilator(groep) bediende ruimtes (meetrapport volgens de specificaties uit "bijlage VII bij het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw")" vervangen door de woorden "Referentie naar het stavingsstuk van de debietsmetingen voor alle door de ventilator(groep) bediende ruimtes (het stavingsstuk is opgesteld conform de STS-P 73-1 en haar informatieve bijlage 5.4, met uitzondering van de punten 5.4.4 en 5.4.5 en conform met het STS-werkgroepdocument prestatieverslag, zoals bepaald in artikel 70 van dit besluit".
Art.14. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een bijlage 18/1 ingevoegd, die als bijlage 3 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.15. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een bijlage 18/2 ingevoegd, die als bijlage 4 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.16. In hetzelfde ministerieel besluit wordt een bijlage 23/1 ingevoegd die als bijlage 5 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.17. Bijlage 24 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen door de bijlage 6 die bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.18. Bijlage 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 7 die bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.19. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 26/1 ingevoegd, die als bijlage 8 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
Art.20. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 26/2 ingevoegd, die als bijlage 9 bij dit ministerieel besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.21. Artikel 2 tot en met 5 en artikel 11 zijn voor de reeds erkende opleidingsinstellingen met erkende opleiding tot energiedeskundige type A voor het eerst van toepassing vanaf 1 september 2020.
Art.22. De verplichtingen vermeld in artikel 9.2.8, § 1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 zijn voor het eerst van toepassing voor wat betreft de verkoop van kleine niet-residentiële eenheden met de bestemmingen kantoor, handel, horeca, logeerfunctie, en andere/onbekend vanaf 1 januari 2020.
De verplichtingen vermeld in artikel 9.2.8, § 2 tot en met § 4 van het Energiebesluit van 19 november 2010 zijn voor kleine niet-residentiële eenheden met de bestemmingen kantoor, handel, horeca, logeerfunctie, en andere/onbekend voor het eerst van toepassing op:
1° verkopen uit de hand waarvan de onderhandse verkoopovereenkomst wordt gesloten na 1 januari 2020;
2° openbare verkopen waarvan de verkoopsvoorwaarden worden opgesteld na 1 januari 2020.
De verplichtingen vermeld in artikel 9.2.9 van het Energiebesluit van 19 november 2010 zijn voor het eerst van toepassing voor wat betreft de verhuur van kleine niet-residentiële eenheden met de bestemmingen kantoor, handel, horeca, logeerfunctie, en andere/onbekend vanaf 1 januari 2020.
Art.23. Dit ministerieel besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
BIJLAGEN.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-12-2019, p. 114389)