Details





Titel:

12 JULI 2019. - Koninklijk besluit betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-08-2019 en tekstbijwerking tot 19-03-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opleiding van de leden van de civiele bescherming
Afdeling I. - Verschillende opleidingen
Art. 2-8
Afdeling II. - Organisatie van de opleidingen
Art. 9-12
Afdeling III. - Modulair systeem
Art. 13-16
Afdeling IV. - Toelating tot de opleidingen
Art. 17-27
Afdeling V. - Examens
Art. 28-33
Afdeling VI. - Instructeurs
Art. 34
Afdeling VII. - Gelijkstellingen en vrijstellingen
Art. 35-38
HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art. 39-40, 40/1
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen
Art. 41-53
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 54-55
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1986001443  2015000715  2018040278 



Uitvoeringsbesluit(en):

2023040808  2024001749 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Minister: de Minister die bevoegd is voor Binnenlandse Zaken;
  2° Wet van 15 mei 2007: wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
  3° Koninklijk besluit van 29 juni 2018: koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de civiele bescherming;
  4° Hoge Raad voor de opleiding: de raad bedoeld in artikel 175/5 van de wet van 15 mei 2007;
  5° Leden van de civiele bescherming: de personeelsleden van de operationele eenheden van de Civiele Bescherming en de operationele personeelsleden tewerkgesteld bij de [4 directie Civiele Bescherming]4 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken;
  6° [3 ...]3
  7° Operationele eenheid: de operationele eenheid van de Civiele Bescherming, vermeld in artikel 153 van de wet van 15 mei 2007;
  8° Module: deel van een opleiding tot het behalen van een brevet of getuigschrift, dat afgesloten wordt door een evaluatie met punten van de verworven kennis en competenties;
  9° Koude praktijkopleiding: praktische oefeningen zonder gebruik van echt vuur;
  10° Basisopleiding: opleiding verbonden aan de hiërarchische loopbaan, ofwel om de loopbaan te starten, ofwel om naar een hogere graad over te gaan;
  11° Gespecialiseerde opleiding: opleiding voor het verwerven van kennis en competenties, nodig voor het uitoefenen van een gespecialiseerde functie;
  12° Voortgezette opleiding: opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 voor het aanvullen, behouden of verbeteren van reeds verworven competenties, overeenkomstig de catalogus voortgezette opleiding goedgekeurd door [4 Ons]4, na advies [2 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid]2;
  13° Permanente opleiding: opleiding bedoeld in artikel 70, § 2, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 georganiseerd door de [4 directeur van de Civiele Bescherming]4 of zijn afgevaardigde, overeenkomstig de oefensystematiek goedgekeurd door de Minister, na advies [2 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid]2
  14° [1 Opleidingscentrum: opleidingscentra bedoeld in artikelen 4 en 175/1 van de wet van 15 mei 2007;]1
  15° Brevet I: het brevet bedoeld in de bijlage 1 van het ministerieel besluit van 18 augustus 1986 houdende organisatie van de opleidingscursussen inzake civiele bescherming voor sommige ambtenaren van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming;
  16° Brevet II: het brevet bedoeld in de bijlage 2 van het ministerieel besluit van 18 augustus 1986 houdende organisatie van de opleidingscursussen inzake civiele bescherming voor sommige ambtenaren van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming;
  17° Brevet III: het brevet bedoeld in de bijlage 3 van het ministerieel besluit van 18 augustus 1986 houdende organisatie van de opleidingscursussen inzake civiele bescherming voor sommige ambtenaren van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming;
  18° Directeur-generaal: Directeur-generaal van de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken;
  19° Eenheidschef: de ambtenaar die de operationele eenheid leidt;
  20° Werkdag: de weekdag van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de feestdagen.
  ----------
  (1)<KB 2023-02-17/18, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 16-04-2023>
  (2)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (3)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (4)<KB 2024-02-18/12, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

HOOFDSTUK II. - Opleiding van de leden van de civiele bescherming
Afdeling I. - Verschillende opleidingen
Art.2. De volgende opleidingen worden georganiseerd voor de leden van de civiele bescherming :
  1° de opleidingen tot het behalen van brevetten;
  2° de opleidingen tot het behalen van getuigschriften;
  3° de opleidingen tot het behalen van attesten.

Art.3. Een brevet wordt uitgereikt aan de operationele leden van de civiele bescherming die een basisopleiding volgden en die slaagden voor alle examens.

Art.4. Een getuigschrift wordt uitgereikt aan de operationele leden van de civiele bescherming die een gespecialiseerde opleiding volgden en die slaagden voor alle examens.

Art.5. Een attest wordt uitgereikt aan de operationele leden van de civiele bescherming die een voortgezette opleiding volgden.
  Het attest preciseert of er al dan niet een evaluatie was en of de leerling hiervoor geslaagd is.

Art.6.§ 1. De brevetten bedoeld in artikel 2, 1° zijn de volgende :
  1° brevetten basiskader :
  - [3 brevet NB01-C]3;
  - brevet B02-C;
  2° brevetten middenkader :
  - [3 brevet M01-C door bevordering]3;
  [3 - brevet NM01-C door aanwerving;]3
  - brevet M02-C;
  3° brevetten hoger kader :
  - brevet OFF1-C;
  - [3 brevet OFF2-C door bevordering]3;
  [3 - brevet NOFF2-C via aanwerving]3
  - brevet OFF3-C;
  4° brevet M01-C delta;
  5° brevet M02-C delta;
  6° brevet OFF2-C delta.
  § 2. Voor elk brevet bedoeld in de eerste paragraaf worden de titels van de modules waaruit de opleiding bestaat en het minimum aantal uren per module bepaald in bijlage 1.
  De Minister kan de pedagogische doelstellingen en de wijze van evalueren van de modules bedoeld in het eerste lid vastleggen, na advies [1 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid]1 en van de Hoge Raad voor de Opleiding.
  Bij ontstentenis van de uitvoering van het tweede lid, legt het opleidingscentrum de pedagogische doelstellingen en de wijze van evalueren vast en maakt deze ter goedkeuring over [2 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid]2. Het Kenniscentrum beslist na advies van de Hoge Raad voor de Opleiding.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (2)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (3)<KB 2024-02-18/12, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.7.De Minister, na advies [1 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid]1 en van de Hoge Raad voor de opleiding :
  1° creëert de getuigschriften bedoeld in artikel 2, 2° ;
  2° legt de titels van de modules, het aantal uren en de pedagogische doelstellingen ervan vast;
  3° legt de wijze van evalueren vast;
  4° bepaalt de toelatingsvoorwaarden voor de opleidingen die aanleiding geven tot het behalen van getuigschriften.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>

Art.8.De inhoudstafel, de duur en de organisatiemodaliteiten van de opleidingen bestemd voor de toekenning van een attest bedoeld in artikel 2, 3° worden bepaald door de Minister, na advies [1 van de Algemene Directie Civiele Veiligheid]1 en van de Hoge Raad voor de opleiding.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>

Afdeling II. - Organisatie van de opleidingen
Art.9. De Minister bepaalt de regels voor de organisatie van de cursussen.

Art.10.§ 1. Het opleidingscentrum stelt de syllabi bij aanvang van de cursussen digitaal ter beschikking van de leerling en op eenvoudig verzoek van de leerling gratis op papier.
  § 2. Overeenkomstig artikel 175/7, § 1, 5°, van de wet van 15 mei 2007 wordt de inhoud van de syllabi goedgekeurd door de Hoge Raad voor de opleiding.
  Het opleidingscentrum legt elk voorstel tot aanpassing van de syllabus voor [2 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid]2.
  [1 De Algemene Directie Civiele Veiligheid]1 maakt het voorstel tot aanpassing, samen met zijn advies, over aan de Hoge Raad voor de opleiding, die zijn beslissing meedeelt aan het opleidingscentrum binnen een termijn van zestig werkdagen vanaf de ontvangst van het voorstel tot aanpassing.
  Indien er geen beslissing genomen werd binnen de termijn bedoeld in het derde lid, wordt het voorstel als goedgekeurd beschouwd.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (2)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>

Art.11.Elk jaar stelt het opleidingscentrum een opleidingskalender op, na overleg met de operationele eenheden. De kalender wordt gepubliceerd op de website van het opleidingscentrum en wordt overgemaakt [1 ...]1 [2 ...]2 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, die deze overmaakt aan de leden van de civiele bescherming.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (2)<KB 2024-02-18/12, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.12.§ 1. Ten laatste op het moment van kennisgeving van de organisatie van een cursus aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid, maakt het opleidingscentrum voor deze cursus het uurrooster van de lessen en de data van de examens over [1 ...]1 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken, die deze informatie overmaakt aan de leden van de civiele bescherming.
  § 2. Ten laatste zeven dagen vóór het begin van de cursus, maakt het opleidingscentrum voor elke georganiseerde opleiding [2 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid]2 over :
  1° de lijst van de leerlingen;
  2° de namen en de kwalificaties van de instructeurs.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (2)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>


Afdeling III. - Modulair systeem
Art.13. De opleidingen bedoeld in artikel 2, 1° en 2° worden ingedeeld in modules.

Art.14. Uitgezonderd in de gevallen voorzien door dit besluit, is de volgorde van het volgen van de modules van de opleidingen zoals bedoeld in artikel 2, 1° vrij.
  Uitgezonderd in de gevallen voorzien door dit besluit, is het slagen voor het examen van de voorgaande module niet noodzakelijk voor het aanvangen van een nieuwe module zoals bedoeld in artikel 2, 1°.

Art.15. De modules zijn kapitaliseerbaar.
  Het slagen voor het examen van een module geeft aanleiding tot de uitreiking van een modulecertificaat.
  Elk modulecertificaat heeft een geldigheidsduur van tien jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld op het modulecertificaat.
  Slagen voor het examen van alle modules van een opleiding tot het behalen van een brevet of een getuigschrift geeft aanleiding tot de uitreiking van het brevet of het getuigschrift.

Art.16. Als de modules van een opleiding tot het behalen van een brevet of een getuigschrift gevolgd werden in verschillende opleidingscentra, wordt het brevet of het getuigschrift uitgereikt door het opleidingscentrum waar de leerling voor het examen betreffende de laatst gevolgde module geslaagd is.

Afdeling IV. - Toelating tot de opleidingen
Art.17.Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet [1 NB01-C]1, de stagiairs sappeurs van de civiele bescherming. [2 De vrijwillige stagiair-sappeurs volgen NB01-C-01, NB01-C-02, NB01-C-04, NB01-C-05 en NB01-C-14 van het brevet NB01-C.]2
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>
  (2)<KB 2024-02-18/12, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.18.Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet B02-C, de sappeurs van de civiele bescherming die houder zijn van het brevet [1 NB01-C]1.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.19.§ 1. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet M01-C door bevordering, de beroepssappeurs en de beroepskorporaals van de civiele bescherming die houder zijn van het brevet B02-C. De vrijwillige sappeurs en korporaals moeten houder zijn van het brevet B02-C, [1 het brevet NB01-C en geslaagd zijn in de modules NB01-C-03, NB01-C-06, NB01-C-07, NB01-C-08, NB01-C-09, NB01-C-10, NB01-C-11, NB01-C-12, NB01-C-13 en NB01-C-15 van het brevet NB01-C.]1
  § 2. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet [1 NM01-C]1 via aanwerving, de stagedoende sergeanten van de civiele bescherming.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.20.Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet M02-C, de korporaals en sergeanten van de civiele bescherming die houder zijn van:
  1°. het brevet M01-C [1 door bevordering]1 of
  2°. het brevet I en het brevet M01-C delta [1 of]1;
  [1 3°. het brevet NM01-C via aanwerving.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.21. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet OFF1-C, de leden van de civiele bescherming die minstens de graad van sergeant dragen en houder zijn van:
  1°. het brevet M02-C of
  2°. het brevet II of
  3°. het brevet I en het brevet M02-C delta.

Art.22.§ 1. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet OFF2-C door bevordering, de leden van de civiele bescherming die minstens de graad van adjudant dragen en die houder zijn van:
  1°. het brevet OFF1-C of
  2°. het brevet III.
  § 2. Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet [1 NOFF2-C]1 via aanwerving, de stagedoende kapiteins van de civiele bescherming.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.23.Worden toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet OFF3-C, de leden van de civiele bescherming die minstens de graad van luitenant dragen en die houder zijn van:
  1°. het brevet OFF2-C [1 door bevordering]1 of
  2°. het brevet III en het brevet OFF2-C delta [1 of]1;
  [1 3°. het brevet NOFF2-C via aanwerving]1.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.24. De leerling die niet aanwezig is bij een theoretische cursus van een module overeenkomstig artikel 25, § 5, dient geslaagd te zijn voor het examen betreffende deze theoretische cursus teneinde toegang te verkrijgen tot de praktische cursussen van dezelfde module.

Art.25.§ 1. Met uitzondering van het brevet [1 NB01-C]1, het brevet [2 NM01-C via aanwerving]2 en het brevet [2 NOFF2-C]2 bij aanwerving, kan de kandidaat zich slechts inschrijven voor één van de opleidingen bedoeld in artikel 2, of voor een module uit deze opleidingen, na gunstig advies van de eenheidschef of zijn afgevaardigde.
  § 2. De kandidaat kan tegen een ongunstig advies van de eenheidschef, of zijn afgevaardigde, voor de inschrijving voor een opleiding tot het behalen van een brevet in beroep gaan bij de directeur-generaal, via aangetekend schrijven binnen de maand na de ontvangst van het ongunstig advies. De directeur-generaal doet uitspraak binnen de twee maanden na de ontvangst van het beroep. Bij gebrek aan beslissing binnen deze termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
  § 3. Om geldig te zijn, moet de inschrijving voor een opleiding of voor een module door de Algemene Directie Civiele Veiligheid gericht worden aan het opleidingscentrum ten laatste op het einde van de tweede maand die voorafgaat aan die gedurende dewelke de opleiding of de module zal beginnen.
  § 4. Bij de inschrijving voor een in artikel 2, 1° en 2° bedoelde opleiding, preciseert de kandidaat of hij de totale opleiding wil volgen of, in voorkomend geval, één of meerdere modules.
  § 5. De kandidaat kan ervoor kiezen om het theoretisch gedeelte van een module niet bij te wonen. Hij deelt dit schriftelijk mee op datum van de inschrijving aan het opleidingscentrum.
  § 6. Ten laatste op het moment van kennisgeving van de organisatie van een cursus aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid, maakt het opleidingscentrum voor deze cursus het uurrooster van de lessen en de data van de examens openbaar.
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>
  (2)<KB 2024-02-18/12, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.26. Het personeel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken kan de opleidingen bedoeld in artikel 2 volgen mits de voorafgaande toestemming van de directeur-generaal of zijn afgevaardigde werd verkregen.

Art.27.Niemand mag zich meer dan twee keer inschrijven voor dezelfde module, behalve in geval van overmacht, beoordeeld door de directeur van het opleidingscentrum.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Afdeling V. - Examens
Art.28. Elke module wordt afgesloten met een examen. Een examen kan bestaan uit een schriftelijke, mondelinge en/of een praktische proef.
  In afwijking van het eerste lid kan een examen ook bestaan uit een permanente evaluatie tijdens de looptijd van de opleiding.
  Wanneer een examen niet bestaat uit een schriftelijke proef, motiveert een evaluatieformulier de toegekende punten.

Art.29. De kandidaat moet het examen afleggen in het opleidingscentrum waar hij de betreffende module gevolgd heeft.

Art.30. Het brevet, het getuigschrift of het attest wordt uitgereikt aan de kandidaat die voor elke module van de opleiding minstens 50 % behaalt.

Art.31.
  <Opgeheven bij KB 2024-02-18/12, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.32.Niemand mag meer dan vier keer deelnemen aan een examen betreffende dezelfde module van een brevet of een getuigschrift.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.33.§ 1. Na elke examensessie worden de resultaten binnen de maand na de deliberatie [1 ...]1 [2 ...]2 aan de Algemene Directie Civiele Veiligheid overgemaakt, met vermelding van de datum van deliberatie.
  § 2. Het brevet, getuigschrift of attest wordt binnen de maand na de deliberatie aan de geslaagde kandidaat overgemaakt.
  ----------
  (1)<KB 2023-09-28/05, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
  (2)<KB 2024-02-18/12, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Afdeling VI. - Instructeurs
Art.34. § 1. De opleidingen bedoeld in artikel 2 worden gedoceerd door instructeurs die beschikken over een van de volgende getuigschriften pedagogische bekwaamheden :
  1° getuigschrift FOROP-1;
  2° getuigschrift FOROP-2.
  § 2. De opleidingen tot het behalen van het getuigschrift FOROP-1 en FOROP-2 worden gedoceerd door instructeurs die beschikken over een diploma in de pedagogie, of bij ontstentenis een lid van de openbare hulpdienst met een pedagogisch diploma of met het getuigschrift FOROP-2, onder het toezicht van de pedagogische cel, bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten.

Afdeling VII. - Gelijkstellingen en vrijstellingen
Art.35. Overeenkomstig artikel 175/7, § 1, 6°, van de wet van 15 mei 2007, spreekt de Minister zich uit over de aanvragen tot gelijkstelling van diploma's, cursussen of brevetten, na het advies van de Hoge Raad voor de opleiding ingewonnen te hebben.

Art.36. Overeenkomstig artikel 175/7, § 1, 6°, van de wet van 15 mei 2007, spreekt de Minister zich uit over de aanvragen tot vrijstelling van cursussen en examens, na het advies van de Hoge Raad voor de opleiding ingewonnen te hebben.

Art.37.[1 Het brevet B02-C wordt gelijkgesteld met het brevet NB01-C, behalve voor de vrijwillige sappeur die enkel in de modules NB01-C-01, NB01-C-02, NB01-C-04, NB01-C-05 en NB01-C-14 van het brevet NB01-C geslaagd is.
   Het brevet M01-C door bevordering wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C en B02-C.
   Het brevet NM01-C via aanwerving wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C en B02-C.
   Het brevet M02-C wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C, B02-C, M01-C door bevordering en NM01-C via aanwerving.
   Het brevet OFF1-C wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C, B02-C, M01-C door bevordering, NM01-C via aanwerving en M02-C.
   Het brevet OFF2-C door bevordering wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C, B02-C, M01-C door bevordering, NM01-C via aanwerving, M02-C en OFF1-C.
   Het brevet NOFF2-C via aanwerving wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C, B02-C, M01-C door bevordering, NM01-C via aanwerving, M02-C en OFF1-C.
   Het brevet OFF3-C wordt gelijkgesteld met de brevetten NB01-C, B02-C, M01-C door bevordering, NM01-C via aanwerving, M02-C, OFF1-C, OFF2-C door bevordering en NOFF2-C via aanwerving.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.38.§ 1. Elk uur door een leerling gevolgd in het kader van de opleiding tot het behalen van de brevetten, de getuigschriften en de attesten bedoeld in artikel 2 wordt gelijkgesteld met een uur voortgezette opleiding.
  § 2. De eenheidschef kan voor de opleiding die de instructeur geeft in opdracht van een opleidingscentrum voor een maximum van twaalf uren per jaar gelijkstellen met uren voortgezette opleiding.
  [1 § 3. Opleidingen die niet bedoeld worden in paragraaf 1 kunnen worden erkend als voortgezette opleiding door Ons op advies van de Algemene Directie Civiele Veiligheid. De erkende opleidingen maken deel uit van de catalogus voortgezette opleiding.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art.39. In afwijking van artikel 34, § 1, kunnen de opleidingen bedoeld in artikel 2 gedurende een termijn van vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit gedoceerd worden door instructeurs die niet beschikken over een getuigschrift FOROP-1 of FOROP-2.

Art.40.§ 1. Het brevet I in combinatie met het brevet M01-C delta wordt gelijkgesteld met [2 het brevet M01-C door bevordering en het brevet NM01-C via aanwerving]2.
  Het brevet I in combinatie met het brevet M02-C delta wordt gelijkgesteld met het brevet van M02-C.
  Het brevet II wordt gelijkgesteld met het brevet M02-C.
  Het brevet III wordt gelijkgesteld met het brevet OFF1-C.
  Het brevet III in combinatie met het brevet OFF2-C delta wordt gelijkgesteld met [2 het brevet NOFF2-C door bevordering en het brevet NOFF2-C via aanwerving]2.
  [2 § 1/1. Het brevet B01-C wordt gelijkgesteld met het brevet NB01-C.
   Het brevet M01-C bij aanwerving wordt gelijkgesteld met het brevet NM01-C bij aanwerving.
   Het brevet OFF2-C bij aanwerving wordt gelijkgesteld met het brevet NOFF2-C bij aanwerving.]2
  § 2. Het lid van de civiele bescherming, in dienst op datum van inwerkingtreding van dit besluit, met de graad van sappeur wordt geacht te beschikken over het brevet [1 NB01-C]1.
  § 3. In afwijking van artikel 23 wordt het lid van de civiele bescherming, in dienst op datum van inwerkingtreding van dit besluit, dat minstens de graad van kapitein draagt en dat geslaagd is in de opleiding Adviseur Gevaarlijke Stoffen, houder van het bekwaamheidsattest Directeur Commandopost Operaties (Dir-CP-Ops) en dat opleidingen Community Mechanism Induction Course en Operational Management Course gevolgd heeft, toegelaten tot de opleiding tot het behalen van het brevet OFF3-C.
  [2 § 4. De houder van een modulecertificaat "NBO1/02 Welzijn Levensreddend handelen" behaald in toepassing van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten wordt gelijkgesteld met het modulecertificaat "NB01-C-02 Levensreddend handelen" van het brevet NB01-C, zoals bepaald in de bijlage 1.
   De houder van een modulecertificaat "NBO1/03 Welzijn Adembescherming" behaald in toepassing van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten wordt gelijkgesteld met het modulecertificaat "NB01-C-03 Individuele Adembescherming" van het brevet NB01-C, zoals bepaald in de bijlage 1.]2
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 15, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>
  (2)<KB 2024-02-18/12, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art.40/1. [1 § 1. De organisatie van de modules van de opleidingen tot het behalen van het brevet B01-C, M01-C via aanwerving en OFF2-C via aanwerving die begonnen zijn voor de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van ... tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de Civiele Bescherming en van het koninklijk besluit van 12 juli 2019 betreffende de opleiding van de leden van de Civiele Bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten en die nog niet zijn afgesloten kan worden verdergezet onder de voorwaarden bedoeld in het tweede en derde lid.
   In afwijking van artikel 27, mag niemand zich inschrijven voor de modules van de in het eerste lid vermelde brevetopleidingen vanaf de in het eerste lid vermelde datum.
   In afwijking van artikel 32, mag vanaf de in het eerste lid vermelde datum niemand meer dan twee keer deelnemen aan een examen betreffende een module vermeld in het eerste lid.
   § 2. De op de in paragraaf 1, eerste lid, vermelde datum nog niet georganiseerde modules van de opleidingen tot het behalen van het brevet B01-C, M01-C via aanwerving en OFF2-C via aanwerving die begonnen zijn voor de in paragraaf 1, eerste lid, vermelde datum, worden vervangen door de respectievelijke modules of hoofdstukken van de opleidingen tot het behalen van het brevet NB01-C, NM01-C via aanwerving en NOFF2-C via aanwerving, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de bijlage 2. Een leerling die op basis van de modulecertificaten die hij behaald heeft voor de in paragraaf 1, eerste lid, vermelde datum slechts een gelijkstelling heeft voor een deel van een module kan het overige deel van de module volgen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de bijlage 2.
   § 3. Een leerling die in toepassing van de paragrafen 1 en 2 slaagt in alle modules van de respectievelijke opleidingen tot het behalen van het brevet NB01-C, NM01-C via aanwerving en NOFF2-C via aanwerving ontvangt het overeenstemmende brevet. Dit brevet vermeldt tevens de modulecertificaten die behaald werden, waarvoor er geen gelijkstelling bestaat overeenkomstig de bijlage 2.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2024-02-18/12, art. 28, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>


HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen
Art.41. In artikel 36 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de civiele bescherming, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1°. in de bepaling onder 3°, c) worden de woorden "het brevet M02" vervangen door de woorden "het brevet M02-C";
  2°. in de bepaling onder 6°, c) worden de woorden "het brevet OFF3" vervangen door de woorden "het brevet OFF3-C".

Art.42. De bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.43. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 november 2015 betreffende de opleiding van de leden van de openbare hulpdiensten en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1°. er wordt een bepaling onder 3/1° ingevoegd, luidend als volgt:
  "3/1° Koninklijk besluit van 29 juni 2018: koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de civiele bescherming;";
  2°. er wordt een bepaling onder 9/1° ingevoegd, luidend als volgt:
  "9/1° Operationele eenheid: de operationele eenheid van de Civiele Bescherming, vermeld in artikel 153 van de wet van 15 mei 2007;";
  3°. de bepaling onder 16° wordt vervangen door het volgende:
  "16° Voortgezette opleiding bedoeld in artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014: opleiding bedoeld in artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 voor het aanvullen, behouden of verbeteren van reeds verworven competenties van het personeel van de hulpverleningszones, overeenkomstig de catalogus voortgezette opleiding goedgekeurd door de Minister, na advies van het Kenniscentrum;";
  4°. er wordt een bepaling onder 16/1° ingevoegd, luidend als volgt:
  "16° Voortgezette opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018: opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 voor het aanvullen, behouden of verbeteren van reeds verworven competenties van het personeel van de civiele bescherming, overeenkomstig de catalogus voortgezette opleiding goedgekeurd door de Minister, na advies van het Kenniscentrum;".

Art.44. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1°. de bepaling onder 1°, a) wordt aangevuld met de woorden "en het mede organiseren van de selectie van de leden van de civiele bescherming met het oog op het afleveren van het federaal geschiktheidsattest bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 en de bevorderingsproeven bedoeld in artikel 37 van hetzelfde besluit;"
  2°. in de bepaling onder 1°, c) worden de woorden "en de voortgezette opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018" ingevoegd tussen het woord "2014" en het woord "en";
  3°. de bepaling onder 1°, c) wordt aangevuld met de woorden "of de gespecialiseerde opleidingen voor de leden van civiele bescherming, die in de operationele eenheid uitgevoerd kunnen worden ";
  4°. de bepaling onder 6° wordt opgeheven.

Art.45. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt:
  "In afwijking van artikel 5, 3° kan de Minister, na advies van de Hoge Raad voor de opleiding, het minimumbedrag en het maximumbedrag van het inschrijvingsgeld dat het opleidingscentrum kan vorderen van de civiele bescherming bepalen voor de brevetten bedoeld in artikel 2, 1°, en de getuigschriften bedoeld in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 12 juli 2019 betreffende de opleiding van de leden van de civiele bescherming en tot wijziging van diverse koninklijke besluiten."

Art.46. In het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "openbare hulpdiensten" vervangen door het woord "hulpverleningszones".

Art.47. In de artikelen 10, 11, 12 en 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2018, worden de woorden "openbare hulpdiensten" telkens vervangen door het woord "hulpverleningszones".

Art.48. In de artikelen 13 en 51 worden de woorden "voortgezette opleiding" vervangen door de woorden "voortgezette opleiding bedoeld in artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014".

Art.49. In artikel 52, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in artikel 150, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 en de voortgezette opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018," ingevoegd tussen de woorden "voortgezette opleiding" en "georganiseerd".

Art.50. In artikel 56 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 april 2019, worden de woorden "en van het federale geschiktheidsattest bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018" ingevoegd tussen de woorden " 2014" en ", georganiseerd".

Art.51. In artikel 57, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en van de bevorderingsproeven bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018" ingevoegd tussen de woorden "2014" en "wordt".

Art.52. In artikel 60, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "en de voortgezette opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018" ingevoegd tussen de woorden "toegekend" en "per".

Art.53. Artikel 63, 3°, van hetzelfde besluit worden aangevuld met de woorden "en de voortgezette opleiding bedoeld in artikel 70, § 1, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018".

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art.54. Worden opgeheven:
  1°. koninklijk besluit van 20 augustus 1985 tot instelling van opleidingscursussen inzake Civiele Bescherming voor sommige vastbenoemde ambtenaren van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming;
  2°. ministerieel besluit van 18 augustus 1986 houdende organisatie van opleidingscursussen inzake civiele bescherming voor sommige vastbenoemde ambtenaren van de Algemene Directie van de Civiele Bescherming.

Art.55. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - Opleiding tot het behalen van het brevet van basiskader NB01-C voor de sappeur.]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-03-2024, p. 32953)
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 29, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>

Art. N2.[1 Bijlage 2.]1

   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-03-2024, p. 32953)
  ----------
  (1)<KB 2024-02-18/12, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 19-09-2024>