Details





Titel:

4 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende verschillende wijzigingen betreffende tewerkstellingssteun



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2018 betreffende de premies om de alternerende opleiding te stimuleren
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Opheffingsbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art. 6
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 7-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017020652  2018012705 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden
Artikel 1. In artikel 5, § 1, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 september 2017 betreffende de activeringsmaatregelen van de werkzoekenden wordt de bepaling onder 8° aangevuld met de woorden:
  "of de niet-werkende werkzoekenden die een titel hebben verworven via de erkenning van competenties in het kader van het samenwerkingsakkoord van 21 maart 2019 betreffende de erkenning van competenties afgesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschaps-commissie, van het Vlaamse decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid of van het Vlaamse decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties;".

Art.2. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "De opleidingen die worden verstrekt door een dienstverlener die erkend is door een overheid, die bevoegd is voor opleiding, beroepsopleiding of onderwijs, alsook de opleidingen die op niveau van de bedrijfstak worden georganiseerd of erkend door de sociale partners, openen het recht op de financiële tussenkomst bedoeld in artikel 9, § 1.".

Art.3. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, die luidt als volgt:
  " § 3. De in de artikelen 3, 7 en 9 voorziene voordelen worden behouden voor de werknemer die zijn hoofdverblijfplaats vestigt buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.".

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2018 betreffende de premies om de alternerende opleiding te stimuleren
Art.4. In artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2018 betreffende de premies om de alternerende opleiding te stimuleren worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het derde lid wordt vervangen als volgt:
  "Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt de eerste aanvraag ingediend bij Actiris, ten vroegste zes maanden na het begin van de alternerende overeenkomst en uiterlijk negen maanden na het begin van die overeenkomst.";
  2° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
  "De daaropvolgende aanvragen met betrekking tot dezelfde overeenkomst worden ten vroegste twaalf maanden na de vorige aanvraag en uiterlijk vijftien maanden erna ingediend.".

HOOFDSTUK 3. - Opheffingsbepaling
Art.5. In het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden de artikelen 131septies/1 en 131septies/2 opgeheven met ingang van 1 juli 2019.

HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepaling
Art.6. De werknemers die uiterlijk op 30 juni 2019 in dienst zijn getreden, behouden hun werkhervattingstoeslag overeenkomstig de voorwaarden als bedoeld in artikelen 131septies/1 en 131septies/2 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals ze van kracht was voor de inwerkingtreding van dit besluit.

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel [4], dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2018. (Rechtzetting, zie B.St. van 26-09-2019, p. 89156)

Art. 8. De minister bevoegd voor Tewerkstelling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.