Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992031224  2018012730 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies wordt als volgt vervangen :
  " Art. 2. § 1. De leden van de overlegcommissie zoals bedoeld in artikel 9, § 2, 1°, van het BWRO worden als volgt aangewezen :
  1° het college van burgemeester en schepenen benoemt drie vaste leden en drie plaatsvervangers;
  2° elk van de bedoelde gewestelijke besturen benoemt één vast lid en één plaatsvervanger.
  § 2. Wanneer een aanvraag voor een vergunning of attest betrekking heeft op het grondgebied van meerdere gemeenten, of wanneer een dergelijke aanvraag onderworpen is aan een voorafgaande effectenbeoordeling ervan en de overlegcommissie tot andere gemeenten wordt uitgebreid bij toepassing van de artikelen 175/14, § 2, of 175/20, § 2, van het BWRO, wordt elke betrokken gemeente vertegenwoordigd door drie leden die overeenkomstig § 1 worden aangewezen ".

Art.2. Artikel 3 van het besluit wordt als volgt gewijzigd :
  1° in lid 2 worden de woorden " een van de leden die de Directie Stedenbouw vertegenwoordigen " vervangen door "het lid dat het bestuur bevoegd voor stedenbouw vertegenwoordigt";
  2° in lid 3 worden de woorden "een van de leden vertegenwoordigers van de Gewestelijke Directie Stedenbouw" vervangen door "het lid dat het bestuur bevoegd voor stedenbouw vertegenwoordigt" en de woorden "in artikel 9, alinea 4, 7° " worden vervangen door "in artikel 9, § 2, 4°, ";
  3° er wordt een lid 4 toegevoegd, dat als volgt luidt :
  " In de gevallen zoals bedoeld in lid 2 en lid 3, bij ontstentenis van het lid dat het bestuur bevoegd voor stedenbouw vertegenwoordigt, wordt het voorzitterschap waargenomen door het lid dat het bestuur bevoegd voor monumenten en landschappen vertegenwoordigt of, bij ontstentenis, het lid dat Leefmilieu Brussel vertegenwoordigt. ".

Art.3. Artikel 5, lid 1 en lid 2, van het besluit worden als volgt vervangen :
  "Wanneer haar advies vereist is bij toepassing van artikel 9, § 1, 1° of 2°, van het BWRO, roept de commissie, met het oog op hun hoorzitting, elke persoon op die tijdens het openbaar onderzoek heeft verzocht om door de commissie te worden gehoord, alsook elke andere persoon die de commissie wenst te horen. In het geval bedoeld in artikel 9, § 1, 2°, roept de commissie ook de aanvrager van een vergunning of attest op. De personen die worden gehoord, kunnen zich laten vergezellen door hun raadslieden.
  Ten minste acht dagen vóór de vergadering van de commissie verstuurt het secretariaat de uitnodiging naar de belanghebbenden. In een van de volgende gevallen kan de uitnodiging elektronisch worden verstuurd :
  1° Wanneer de uitgenodigde persoon op elektronische wijze heeft gevraagd om te worden gehoord;
  2° Met de voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de geadresseerde om elektronische mededelingen met rechtsgevolgen voor hem uit te wisselen."

Art.4. In artikel 6, lid 1, van het besluit worden tussen het woord "opgeroepen" en het punt op het einde van de zin, de woorden ", op elektronische wijze," ingevoegd.

Art.5. Artikel 8 van het besluit wordt als volgt gewijzigd :
  1° in § 3 worden de woorden "een stedenbouwkundige vergunning, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundig attest" vervangen door "een vergunning of een attest", worden de woorden "door een instelling" vervangen door "door een instantie" en worden de woorden "de leden die ze vertegenwoordigen" vervangen door "het lid of de leden die ze vertegenwoordigt (vertegenwoordigen)";
  2° § 4 wordt als volgt vervangen :
  "Elk aanwezig lid van de commissie heeft één stem, behalve in het geval zoals bedoeld in artikel 2, § 2, in welk geval elke vertegenwoordiger van de gewestelijke besturen evenveel stemmen heeft als er gemeenten in de commissie zetelen."

Art.6. Artikel 9 wordt als volgt vervangen :
  "Art. 9. § 1. De openbare zittingen van de overlegcommissie moeten minstens uit de volgende stappen bestaan :
  1° De voorzitter stelt de leden van de commissie voor en geeft aan welk bestuur zij vertegenwoordigen;
  2° De vertegenwoordiger(s) van het bestuur dat verantwoordelijk is voor het plan of het reglement of van de aanvrager van een attest of een vergunning geeft (geven) toelichting bij het dossier dat voor advies aan de overlegcommissie wordt overgelegd;
  3° De personen die tijdens het openbaar onderzoek hebben verzocht om te worden gehoord, formuleren hun opmerkingen en vragen;
  4° De leden van de overlegcommissie formuleren hun opmerkingen en vragen;
  5° De in 2° bedoelde perso(o)n(en) beantwoordt (beantwoorden) de geformuleerde opmerkingen en vragen.
  § 2. De overlegcommissie kan een huishoudelijk reglement aannemen dat beantwoordt aan de regels zoals bedoeld in § 1 en kan die regels in voorkomend geval aanvullen."

Art.7. Artikel 11 van het besluit wordt aangevuld door een lid 4 dat als volgt luidt :
  "De adviezen van de overlegcommissie worden gepubliceerd op de website van de gemeente of, in de gevallen bedoeld in artikel 2, § 2, van elke betrokken gemeente."

Art.8. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2018 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies wordt opgeheven.

Art.9. Artikel 8 van dit besluit treedt in werking de dag na de datum van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
  De overige artikelen treden in werking op dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van titel I van het BWRO zoals opgenomen in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen. Ze zijn van toepassing op de overlegcommissies die vanaf die datum bijeenkomen.

Art. 10. De minister bevoegd voor ruimtelijke ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.