Details





Titel:

24 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot aanpassing van het ministerieel besluit van 12 mei 2014 tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van artikel 11 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009 en ter uitvoering van artikel 28 en artikel 41 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014035604 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het opschrift van het ministerieel besluit van 12 mei 2014 tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van artikel 11 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009 en ter uitvoering van artikel 28 en artikel 41 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 wordt vervangen als volgt: "Ministerieel besluit van 12 mei 2014 tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van artikel 11 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009 en ter uitvoering van artikel 28 en artikel 41 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 en ter uitvoering van bijlage 3, onderdeel 3.1 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009".

Art.2. Aan artikel 1 van hetzelfde besluit wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3, onderdeel 3.1.".

Art.3. In artikel 2, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "vermeld in punt 1° tot en met 5° van het eerste lid" vervangen door de zinsnede "vermeld in punt 1° tot en met 6° van het eerste lid".
  Aan artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "Maatregelen die redelijkerwijs te verwachten zijn om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen door kraai, ekster of kauw te voorkomen, zijn deze vermeld onder 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°.
  Maatregelen die redelijkerwijs te verwachten zijn om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen door brandgans te voorkomen, zijn deze vermeld onder 1°, 2°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°.
  Maatregelen die redelijkerwijs te verwachten zijn om belangrijke schade aan professionele fruitteelt door gaai te voorkomen, zijn deze vermeld onder 1°, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°.
  Maatregelen die redelijkerwijs te verwachten zijn om belangrijke schade aan professionele fruitteelt door spreeuw te voorkomen, zijn deze vermeld onder 1°, 2°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8° en 9°.

Art.4. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 3. Met behoud van de toepassing van artikel 2 wordt, om in aanmerking te kunnen komen voor de schadevergoeding conform artikel 3 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009, jacht of bestrijding uitgeoefend, als dat mogelijk is op basis van de jachtregelgeving, om belangrijke schade door vogels te voorkomen en te beperken.".

Art.5. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
  "3° het perceel ligt in een van de volgende gebieden:
  a) de speciale beschermingszone BE2301134 `Krekengebied', alsook de rustzone rond die speciale beschermingszone als weergegeven op de kaart die als bijlage bij dit besluit is gevoegd;
  b) de speciale beschermingszone BE2301235 `Durme en middenloop van de Schelde';
  c) de speciale beschermingszone BE2301336 `Schorren en polders van de Beneden-Schelde';
  d) de speciale beschermingszone BE2500831 `IJzervallei';
  e) de speciale beschermingszone BE2500932 `Poldercomplex', de speciale beschermingszone BE2500002 `Polders', alsook de rustzone rond die speciale beschermingszones als weergegeven op de kaart die als bijlage bij dit besluit is gevoegd;
  f) de speciale beschermingszone BE2501033 `Het Zwin';
  g) de speciale beschermingszone BE2101437 `De Maatjes, Wuustwezelheide en Groot Schietveld';
  h) de speciale beschermingszone BE2101538 `Arendonk, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels en Turnhout'.".

Art.6. Aan artikel 6 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Het nemen van preventieve maatregelen als vermeld in het eerste lid, wordt niet verwacht in het kader van de bestrijding of de bijzondere bejaging van konijnen.".

Art.7. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "te voorkomen" en de zinsnede ", bejaging of" de woorden "en te beperken" ingevoegd.

Art.8. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "vee of andere" opgeheven;
  2° in paragraaf 1, 2°, b), wordt tussen de woorden "uit bedrading" en de woorden "met mazen" de zinsnede "van minstens 1,45 mm dik," ingevoegd;
  3° in paragraaf 1, 2°, c), wordt het getal "180" vervangen door het getal "120";
  4° in paragraaf 1, 2°, c), wordt de zin "Een hoogte van minimaal 100 centimeter is toegestaan op voorwaarde dat de omheining bovenaan voorzien is van een stroomdraad;" opgeheven;
  5° aan paragraaf 1, 2°, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "d) de omheining is bovenaan voorzien van ten minste één stroomdraad en één geaarde draad, geplaatst aan de buitenkant op maximaal 5 cm afstand van de omheining en met een onderlinge afstand van ongeveer 10 cm;";
  6° in paragraaf 2 worden de woorden "het plaatsen van elektrische matjes in de auto volgens de technische voorschriften voor het plaatsen van dergelijke matjes" vervangen door de woorden "de plaatsing van een apparaat met stroomstootplaatjes dat in de motorruimte bevestigd wordt, volgens de technische voorschriften voor de plaatsing van het apparaat";
  7° in paragraaf 3 wordt het woord "martergaas" vervangen door de zinsnede "stevig materiaal, zoals martergaas, een metalen plaat, metselwerk of stevige planken";
  8° aan paragraaf 3 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Voor rieten daken of daken, bedekt met kunstrubberfolie, wordt een van de volgende preventieve maatregelen genomen:
  1° het rieten dak wordt volledig overdekt met gaas met mazen van maximaal 3 x 3 cm en een draaddikte van ten minste 1,45 mm;
  2° de mogelijkheid voor marters om langs de muur naar het dak te klimmen wordt verhinderd door boven aan de muur, onder de dakrand die meer dan anderhalve meter hoog ligt, drie tot vijf elektriciteitsdraden boven elkaar aan te brengen, met afwisselend stroomvoerende draden en aardingsdraden. De afstand tussen de draden onderling bedraagt ongeveer 10 cm en de draden worden op enkele centimeters afstand van de muur gemonteerd. Ze worden zonder onderbrekingen overal aangebracht waar opklimmen of binnendringen mogelijk is. Eventueel aanwezige regenpijpen worden voorzien van antiklimgordels;
  3° de mogelijkheid voor marters om langs de muur naar het dak te klimmen wordt verhinderd door boven aan de muur, onder de dakrand die meer dan anderhalve meter hoog ligt, een glad oppervlak aan te brengen van minstens 50 cm hoog. Dat wordt zonder onderbrekingen overal aangebracht waar opklimmen of binnendringen mogelijk is. Eventueel aanwezige regenpijpen worden voorzien van antiklimgordels.".

Art.9. In artikel 9, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt b) wordt tussen de woorden "uit bedrading" en de woorden "met mazen" de zinsnede "van minstens 1,45 mm dik," ingevoegd;
  2° in punt c) wordt het getal "100" vervangen door het getal "120" en worden de woorden "een stroomdraad" vervangen door de zinsnede "ten minste één stroomdraad en één geaarde draad, geplaatst aan de buitenkant op maximaal 5 cm afstand van de omheining en met een onderlinge afstand van ongeveer 10 cm".

Art.10. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "te voorkomen" en de zinsnede ", bejaging of" de woorden "en te beperken" ingevoegd.

Art.11. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "te voorkomen" en de zinsnede ", bejaging of" de woorden "en te beperken" ingevoegd.

Art.12. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Het nemen van preventieve maatregelen als vermeld in het eerste lid, wordt niet verwacht in het kader van de bestrijding of de bijzondere bejaging van wilde zwijnen.".

Art.13. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden "te voorkomen" en de zinsnede ", bejaging of" de woorden "en te beperken" ingevoegd.

Art. 14. In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "jaarlijks" wordt vervangen door het woord "driejaarlijks";
  2° de woorden "de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van" worden opgeheven;
  3° tussen de woorden "naast de evaluatie" en de woorden "ook de eventuele" worden de woorden "van het besluit en de effectiviteit van de beschreven maatregelen" ingevoegd.