Details





Titel:

17 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2008036199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt punt 9° vervangen door wat volgt:
  "9° werkplekinstrumenten: de instrumenten van begeleiding op de werkvloer, namelijk:
  a) de IBO;
  b) de K-IBO;
  c) de maatregelen, vermeld in artikel 41 tot en met 44, artikel 84 tot en met 84/8 en artikel 111/0/1 tot en met 111/0/29 van het besluit van 5 juni 2009;
  d) de gespecialiseerde beroepsverkennende stage, vermeld in artikel 3, § 3 en § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 tot vaststelling van de regels voor de erkenning en financiering door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding van de gespecialiseerde trajectbepalings- en -begeleidingsdienst, de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdiensten en de gespecialiseerde opleidings-, begeleidings- en bemiddelingsdiensten.".

Art.2. In artikel 4, tweede lid, 3°, a), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, worden de woorden "of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest" opgeheven.

Art.3. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° aantonen dat de aanpassingen van de arbeidspost op het grondgebied van het Vlaamse Gewest plaatsvinden.".

Art.4. In artikel 22, 5°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt het woord "werkt" vervangen door de woorden "volgt een opleiding".

Art.5. In artikel 26, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "erkende dienstverlening" vervangen door de woorden "erkende begeleiding naar werk";
  2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De VDAB kan een afwijking van het aantal uren toestaan op het maximum, vermeld in het tweede lid, in de volgende gevallen:
  1° wegens bijzondere individuele omstandigheden als de vraag tot uitbreiding betrekking heeft op sollicitatiegesprekken;
  2° als de vraag tot uitbreiding past in de begeleiding naar werk, vermeld in artikel 36 van het besluit van 5 juni 2009.".

Art.6. In hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt een artikel 27/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 27/1. De VDAB neemt voor de leerlingen in alternerende opleidingen met een auditieve arbeidshandicap de dienstverlening door een tolk voor doven en slechthorenden ten laste als de begeleiding op de werkplek occasionele taken of omstandigheden met zich meebrengt waarvoor verbale communicatie nodig is om tot een optimale functie-uitoefening en taakuitvoering te komen, en die technische ondersteuning door een deskundig opgeleide tolk verantwoorden.
  De ten laste genomen dienstverlening is op maat van de leerling en wordt in overleg met de werkplek bepaald naargelang van de effectieve opleidingstijd van de leerling op de werkplek.
  De VDAB neemt de werkelijk gemaakte verplaatsingskosten van de tolk ten laste.".

Art.7. In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 30, § 3," worden vervangen door de woorden "artikel 30, § 4";
  2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De werkgever heeft recht op een verlenging of een verhoging van de VOP als de kosten van de inschakeling in het beroepsleven, de kosten van de ondersteuning en van de verminderde productiviteit tijdens de aanwezigheid op de werkvloer of tijdens de uitoefening van de job van de werknemer minimaal twintig procent van zijn referteloon bedragen.".

Art.8. In artikel 35 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het derde lid wordt het bedrag "15.000 euro" vervangen door het bedrag "13.500 euro";
  2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Om een VOP te krijgen moet de zelfstandige aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
  1° hij woont op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
  2° hij woont op het grondgebied van een van de andere lidstaten van de Europese Unie (EU) of van de Europese Economische Ruimte (EER) en werkt op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.".

Art.9. In artikel 36 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2018, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
  " § 2. Het bedrag van de tegemoetkoming bij een vastgesteld recht van onbepaalde duur is gelijk aan:
  1° 40% gedurende het kwartaal van de aanvraag en de vier daaropvolgende kwartalen;
  2° 20% vanaf het zesde kwartaal tot en met het twintigste kwartaal, op voorwaarde dat voldoende bedrijfsactiviteit kan worden aangetoond.
  Het bedrag van de tegemoetkoming bij een vastgesteld recht van bepaalde duur is gelijk aan 20%. De tegemoetkoming start op het ogenblik van het kwartaal waarin de aanvraag is toegekend en loopt maximaal tijdens de zeven daaropvolgende kwartalen zonder de duurtijd van het recht te overschrijden.
  Tijdens het voorlaatste kwartaal van de toekenning van de VOP brengt het departement de zelfstandige op de hoogte van het einde van de betalingen van de VOP en van de mogelijkheid om bij het departement een gemotiveerde aanvraag in te dienen tot behoud van het bedrag, vermeld in het eerste lid, 2°.
  Vanaf het voorlaatste kwartaal van de toekenning van de VOP kan de zelfstandige een gemotiveerde aanvraag indienen bij het departement tot behoud van de tegemoetkoming.
  Bij een verlenging van de tegemoetkoming bij een recht van onbepaalde duur van de zelfstandige dat conform artikel 4 is vastgesteld, beslist het departement op basis van een evaluatie door de VDAB over het bedrag en de periode van de VOP. Het departement bepaalt de tegemoetkoming gedurende maximaal twintig kwartalen.
  Na afloop van de tegemoetkoming op basis van een recht van bepaalde duur van de zelfstandige kan het departement aan de zelfstandige een verlenging toekennen op basis van een nieuw recht van bepaalde duur dat conform artikel 4 is vastgesteld. Bij een verlenging op basis van een nieuw recht van bepaalde duur van de zelfstandige kent het departement de tegemoetkoming toe voor de duurtijd van het recht van de zelfstandige, voor maximaal acht kwartalen.
  Het departement kan aan de zelfstandige met een arbeidshandicap die gedurende minimaal twee jaar zijn zelfstandige activiteiten uitoefent, een hoger bedrag van de VOP voor zelfstandigen toekennen, tot maximaal 60% van het gemiddelde gewaarborgd minimummaandinkomen. Om aanspraak te kunnen maken op de verhoging, toont de zelfstandige op gemotiveerde wijze aan dat de ernst van de arbeidshandicap hogere bijkomende kosten of een hoger rendementsverlies veroorzaakt. De VDAB evalueert de behoefte aan ondersteuning ter plaatse, namelijk:
  1° de kosten van de inschakeling in het beroepsleven;
  2° de kosten van de ondersteuning en van de verminderde productiviteit tijdens de uitoefening van de zelfstandige activiteiten.".

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2019, met uitzondering van artikel 2 en 6 die inwerking treden op 1 juni 2019.

Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.