Details

Externe links:

Justel

Staatsblad pdf

Titel:

9 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de steun voor de erkenning van competenties

Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Steun voor de erkenning van competenties
Afdeling 1. - Algemeen principe
Art. 2
Afdeling 2. - Steuntoekenningsvoorwaarden
Art. 3-4
Afdeling 3. - Vorm en bedrag van de steun
Art. 5-6
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de toekenning en de vereffening van de steun
Art. 7-9
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 10-14
BIJLAGE.
Art. N

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018012009  2019010611  2019040192 

Uitvoeringsbesluit(en):

Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° minister : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;
  2° erkenning van competenties : handelingen gedefinieerd in de Aanbeveling van de Europese Raad van 20 december 2012 betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren;
  3° kandidaat : een werknemer tewerkgesteld in een Brusselse vestigingseenheid van een onderneming of een persoon die als niet-werkende werkzoekende is ingeschreven bij Actiris en die zijn competenties wil laten erkennen;
  4° verordening : de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;
  5° BEW : Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

HOOFDSTUK 2. - Steun voor de erkenning van competenties
Afdeling 1. - Algemeen principe
Art.2. De minister verleent steun aan ondernemingen die proeven voor de erkenning van de competenties van kandidaten organiseren, met uitsluiting van de eenvoudige terbeschikkingstelling van lokalen en uitrustingen, onder de in de verordening bedoelde voorwaarden.

Afdeling 2. - Steuntoekenningsvoorwaarden
Art.3. Om steun te krijgen voor de erkenning van competenties :
  1° werkt de begunstigde voor de organisatie van de proeven samen met een Centrum voor de validatie van competenties in het kader van de samenwerkingsovereenkomst van 21 maart 2019 betreffende de validatie van competenties, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, met een bevoegde instantie in het kader van het Vlaams decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid of met een geregistreerd EVC-testcentrum in het kader van het Vlaams decreet van 26 april 2019 betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties;
  2° is de begunstigde zelf geen Centrum voor de validatie van competenties in het kader van de voormelde samenwerkingsovereenkomst van 21 maart 2019, bevoegde instantie in het kader van het voormelde Vlaams decreet van 30 april 2004 of geregistreerd EVC-testcentrum in het kader van het voormelde Vlaams decreet van 26 april 2019;
  3° organiseert de begunstigde in een periode van maximaal twaalf maanden, ten minste tien proeven voor de erkenning van competenties, ofwel ten minste twee als de begunstigde een micro- of kleine onderneming is, waarvan minstens één proef voor een van zijn eigen werknemers;
  4° is de begunstigde geen werkgever in herstructurering in de zin van artikel 31 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact.

Art.4. De bijlage vermeldt de sectoren die uitgesloten zijn van steun voor de erkenning van competenties.

Afdeling 3. - Vorm en bedrag van de steun
Art.5. De steun aan de erkenning van competenties bestaat uit een forfaitaire subsidie per proef voor de erkenning van competenties, van 600 euro.

Art.6. De steun wordt toegekend voor alle proeven die door de begunstigde in een periode van twaalf maanden worden georganiseerd.
  De begunstigde kan ten hoogste een keer per kalenderjaar de steun genieten.
  Het maximale steunbedrag bedraagt 15.000 euro per begunstigde per kalenderjaar.

HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de toekenning en de vereffening van de steun
Art.7. De begunstigde dient de steunaanvraag in bij BEW door middel van een standaardformulier. BEW stelt het standaardformulier op en stelt het ter beschikking op zijn website. Het standaardformulier somt de bijlagen op die de begunstigde bij de steunaanvraag voegt.
  BEW ontvangt de aanvraag op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen een termijn van vijftien maanden vanaf de eerste proef die het recht op steun opent.
  De begunstigde geeft alle andere onder de verordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun aan die de onderneming gedurende de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.

Art.8. BEW richt binnen de maand van de ontvangst van de steunaanvraag een ontvangstbewijs aan de begunstigde, dat de referenties van het dossier en de naam van de behandelende ambtenaar vermeldt.
  De toekenningsbeslissing wordt aan de begunstigde betekend binnen de twee maanden die volgen op de datum van het ontvangstbewijs. De minister kan de beslissingstermijn verlengen als er niet langer begrotingskredieten beschikbaar zijn.
  BEW deelt de begunstigde mee dat de steun overeenkomstig de verordening wordt verleend.

Art.9. De steun wordt met één enkele schijf vereffend.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.10. De proeven voor de erkenning van competenties die, overeenkomstig dit besluit, werden georganiseerd voor de inwerkingtreding ervan kunnen in rekening worden gebracht voor de berekening van het aantal proeven als bepaald in artikel 3, 3°.
  Artikel 3, 1°, is niet van toepassing op de proeven georganiseerd voor de inwerkingtreding.

Art.11. In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 31 januari 2019 betreffende de steun voor coworking wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
  "4° verordening : de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun of de Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, beiden bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013, naar gelang de activiteit die de begunstigde beoogt uit te oefenen;".

Art.12. In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 januari 2019 betreffende externe opleiding wordt een artikel 16/1 ingevoegd dat luidt als volgt :
  "Art. 16/1. De verzoeken om ondersteuning voor de opleidingen georganiseerd van 24 februari tot 25 april 2019 kunnen worden ingediend binnen de 30 dagen te rekenen vanaf het begin van de opleiding.
  Dit artikel wordt van kracht op 25 maart 2019.".

Art.13. Treden in werking op 15 mei 2019 :
  1° artikel 22 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen;
  2° dit besluit.

Art.14. De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Sectoren die uitgesloten zijn van steun voor de erkenning van competenties