5 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-12
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 13-16
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo's, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, 16 mei 2014 en 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 7° wordt de datum "19 maart 2004" vervangen door de datum "9 februari 2018";
2° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
"8° preventiemethodiek: een geheel van te volgen vaste, weldoordachte werkwijzen om een bepaalde doelstelling op het vlak van het preventieve gezondheidsbeleid te bereiken. Een preventiemethodiek grijpt in op een of meer types van strategieën zoals educatie, omgevingsinterventies, het vastleggen van afspraken en regels, en het aanbieden van preventieve zorg of begeleiding, en kan ook materialen of diensten omvatten om de preventiemethodiek te kunnen toepassen;";
3° in punt 10° worden de woorden "gemeente- en OCMW-besturen" vervangen door de zinsnede "gemeente- en OCMW-besturen, verder lokale besturen te noemen";
4° punt 11° wordt opgeheven;
5° in punt 14° worden de woorden "Toezicht Volksgezondheid van het agentschap en" vervangen door de woorden "Preventie van het agentschap en de afdeling Vlaams Planbureau voor Omgeving van".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "30, § 3," vervangen door de zinsnede "30, § 1, § 3 en § 4,".
Art.3. In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit wordt de tekst "gegegevens" vervangen door het woord "gegevens".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "of fax" opgeheven.
Art.5. In artikel 15, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", noch de samenwerking met samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg of met centra voor geestelijke gezondheidszorg uit zijn werkgebied bemoeilijken" vervangen door de woorden "en moet garanderen dat het locoregionaal karakter van het takenpakket gerespecteerd blijft".
Art.6. In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden tussen het woord "organisaties" en het woord "en" de woorden "of samenwerkingsverbanden" ingevoegd.
Art.7. In artikel 17 van hetzelfde besluit, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, 5° en 7°, l), en in paragraaf 2, tweede lid, 1° en 2°, en derde lid, wordt het woord "methodieken" telkens vervangen door het woord "preventiemethodieken";
2° aan paragraaf 1, eerste lid, 4°, wordt de zinsnede ", in het bijzonder de preventieorganisaties, vermeld in artikel 1 van de bijlage die bij dit besluit is gevoegd" toegevoegd;
3° in paragraaf 1, eerste lid, 5°, a), en paragraaf 2, tweede lid, 1°, b), en 2°, b) tot en met e), wordt het woord "methodiek" telkens vervangen door het woord "preventiemethodiek";
4° in paragraaf 1, eerste lid, 5° wordt een punt e) toegevoegd dat luidt: "e) het helpen bij het organiseren van vormingen voor preventieorganisaties zodat zij acties kunnen opzetten op basis van de preventiemethodieken en die structureel kunnen verankeren in hun werking.";
5° in paragraaf 1, eerste lid, 6°, en paragraaf 2, tweede lid, 3°, en derde lid, 2°, wordt de zinsnede worden de woorden "gemeente- en OCMW-besturen" vervangen door de woorden "lokale besturen";
6° in paragraaf 1, eerste lid, 6° wordt de zin "De begeleiding en ondersteuning gebeurt op basis van de methodieken, vermeld in punt 4° " geschrapt;
7° in paragraaf 1, eerste lid, 7°, a), wordt het getal "5" vervangen door het getal "6";
8° in paragraaf 1, eerste lid, 7°, d), wordt het woord "gemeentebestuur" vervangen door de woorden "lokaal bestuur";
9° in paragraaf 1, eerste lid, 7°, i), worden de woorden "methodiekontwikkeling en ontwikkeling van ondersteuningsmiddelen" vervangen door de woorden "ontwikkeling van preventiemethodieken";
10° in paragraaf 1, eerste lid, 7°, wordt punt j) vervangen door wat volgt:
"j) het detecteren en signaleren van, het meewerken aan de impactinschatting van, en het bieden van ondersteuning in de opvolging van lokale milieugerelateerde potentiële gezondheidsproblemen;";
11° in paragraaf 1, eerste lid, 7°, l), worden de woorden "en materialen" opgeheven;
12° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het getal "6" vervangen door het getal "7".
Art.8. Artikel 17/1 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
"Art. 17/1. Om een maximale ondersteuning bij het uitwerken en opvolgen van het lokale preventieve gezondheidsbeleid van de lokale besturen als vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, 6°, van dit besluit te bewerkstelligen, ontvangen de Logo's een bijkomende subsidie als vermeld in artikel 24, tweede lid, van dit besluit om lokale preventiewerkingen te financieren, als voldaan is aan alle volgende voorwaarden:
1° de lokale preventiewerkingen worden als volgt georganiseerd:
a) de lokale besturen nemen het initiatief voor de oprichting van een lokale preventiewerking, delen dit mee aan het Logo in kwestie, staan in voor de organisatie ervan en voor de afstemming met hun lokaal sociaal beleidsplan;
b) de lokale preventiewerking is gericht op een werkgebied van minstens twee aaneensluitende gemeenten dat volledig valt binnen het werkgebied van de samenwerkingsverbanden voor de eerste lijn. De verplichting tot het betrekken van een of meer aaneensluitende gemeenten binnen het werkgebied van een samenwerkingsverband voor de eerstelijn vervalt indien de gemeente in kwestie of een deel van de gemeente het volledig werkgebied van een samenwerkingsverband voor de eerstelijn omvat;
c) de lokale preventiewerking aanvaardt het aanbod van het Logo zoals vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, 6° van dit besluit;
d) er wordt een beherend lokaal bestuur aangesteld of het beheer gebeurt via een andere intergemeentelijke samenwerkingsvorm, die de middelen voor de lokale preventiewerking, met inbegrip van de toegekende subsidie, beheert en verder beheerder wordt genoemd;
e) als alle deelnemende lokale besturen van een lokale preventiewerking dat wensen, kan de organisatie van de lokale preventiewerking in kwestie gedelegeerd worden naar het Logo dat het werkgebied van de lokale preventiewerking omvat of naar een andere rechtspersoon die werkzaam is binnen het werkgebied van de lokale preventiewerking die expertise heeft op het vlak van de beleidsdoelstellingen van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen als vermeld in punt 2°, a). In dat geval wordt de lokale preventiewerking een afzonderlijk activiteitencentrum en, als het een delegatie naar het Logo betreft, wordt dat beschouwd als een taak als vermeld in artikel 30, § 2, van het decreet van 21 november 2003;
2° binnen de lokale preventiewerkingen worden de volgende taken opgenomen onder de verantwoordelijkheid van de beheerder, vermeld in punt 1°, d):
a) organiseren en uitvoeren van een lokaal preventief gezondheidsbeleid dat afgestemd is op verschillende initiatieven en thema's binnen de beleidsdoelstellingen van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en dat gebruik maakt van de preventiemethodieken, met uitzondering van het opnemen van de eerstelijnsfunctie binnen het Vlaams medisch milieukundig netwerk, vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, 7°, van dit besluit. Die taak kan het geven van geïndividualiseerde adviezen rechtstreeks aan burgers inhouden als de interventies die daarvoor nodig zijn kortdurend zijn en geen behandeling betreffen;
b) jaarlijks, na begeleiding en ondersteuning van het Logo in kwestie, rapporteren aan het agentschap over de lokale preventiewerking;
3° de bijkomende subsidie wordt uitsluitend en volledig aangewend voor lokale preventiewerkingen;
4° er is voorafgaand aan het toekennen van de subsidie een engagementsverklaring bezorgd aan het agentschap waaruit blijkt dat de lokale besturen in kwestie voor de realisatie van de taken van de lokale preventiewerkingen alle volgende engagementen opnemen voor de duur van hun legislatuur:
a) instaan voor cofinanciering van personeelskosten voor de lokale preventiewerking die ten minste even groot is als de subsidie vanuit de Vlaamse overheid voor de lokale preventiewerking, als vermeld in artikel 24;
b) met die financiering en de bijkomende subsidie personeel inzetten dat beschikt over voldoende competenties voor de lokale preventiewerking;
c) het organiseren en uitvoeren van een lokaal preventief gezondheidsbeleid dat aan de andere voorwaarden voldoet;
d) jaarlijks rapporteren als vermeld in punt 2°, b).
Om in aanmerking te komen voor de bijkomende subsidie, vermeld in het eerste lid, deelt het lokaal bestuur dat een lokale preventiewerking wil opstarten dat mee aan het agentschap voor 31 mei voorafgaand aan het jaar waarin de start gepland is. Die mededeling is niet verplicht voor de lokale preventiewerkingen die opgestart worden in het eerste jaar van een gemeentelijke legislatuur.
Afhankelijk van de beschikbare ruimte binnen de Vlaamse begroting kan de minister, bij de opstart van een lokale preventiewerking in het eerste jaar van een gemeentelijke legislatuur of als niet voldaan is aan de verplichting, vermeld in het tweede lid, beslissen de subsidie op te schorten tot een volgend kalenderjaar.
De bijkomende subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt niet toegekend voor gemeenten in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
De bijkomende subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt pas uitbetaald als is aangetoond dat voldaan is aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 17/1. Voor de voorwaarden waar dat nog niet mogelijk is, wordt de subsidie uitbetaald op basis van een engagementsverklaring. Een Logo kan de middelen voor de lokale preventiewerkingen alleen ter beschikking stellen aan de beheerder, als het Logo in kwestie daarvoor gesubsidieerd wordt.
De minister kan de bepalingen, vermeld in dit artikel, preciseren.
Als, door de bepalingen over het werkgebied van lokale preventiewerkingen, vermeld in het eerste lid, 1°, b), voor lokale preventiewerkingen van bepaalde lokale besturen geen subsidie zou kunnen worden toegekend, kan de minister afwijkingen toestaan bij het vastleggen van het werkgebied van die lokale preventiewerkingen.
De bijkomende subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt niet toegekend aan de volgende gemeenten: Brakel, Denderleeuw, Gavere, Geraardsbergen, Haaltert, Herzele, Horebeke, Kluisbergen, Kruishoutem, Liedekerke, Lierde, Maarkedal, Ninove, Oudenaarde, Ronse, Sint-Lievens-Houtem, Wortegem-Petegem, Zingem en Zottegem, zolang voor die gemeenten een subsidie wordt verleend voor preventieve taken aan het centrum voor geestelijke gezondheid Zuid-Oost-Vlaanderen, of aan zijn opvolger, in het kader van de preventiewerking van het vroegere Provinciaal Interbestuurlijk Samenwerkingsverband voor de Aanpak van Drugmisbruik (PISAD)".
De verplichting tot co-financiering door het lokale bestuur, vermeld in het eerste lid, 4°, a), is niet van toepassing indien de Vlaamse Regering, ongeacht de reden, geen subsidie zou toekennen.
Art.9. In artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Naast de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt voor de lokale preventiewerkingen een bedrag voorzien van 3.000 euro per gemeente, vermeerderd met 0,08 euro, beide aan de gezondheidsindex van december 2018, per gewogen inwoner van de gemeenten waarvan het lokaal bestuur participeert aan een lokale preventiewerking, vermeld in en onder de voorwaarden van artikel 17/1. Het gewogen aantal inwoners is het aantal inwoners, op dezelfde wijze vastgelegd zoals bepaald in het voorlaatste lid van dit artikel, vermeerderd met eenmaal het aantal inwoners die volgens de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming. Indien de deelnemende gemeenten aan de lokale preventiewerking tot het werkgebied van een verschillend Logo behoren, dan wordt de subsidie voor de lokale preventiewerking in kwestie toegekend aan het Logo dat de deelnemende gemeente met de meeste inwoners in haar werkgebied heeft. In dit geval kan een Logo, in tegenstelling tot de bepaling vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, de taken vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, 6°, toch verrichten ten aanzien van de lokale besturen van gemeenten buiten haar werkgebied. Artikel 31, § 1 en § 3, en artikel 32 en 34 zijn niet van toepassing op de bijkomende subsidie voor de lokale preventiewerkingen. Voor lokale preventiewerkingen met een looptijd die korter is dan een volledig kalenderjaar wordt de bijkomende subsidie in verhouding berekend, met uitzondering van de bijkomende subsidie voor het eerste jaar van een gemeentelijke legislatuur. Voor het eerste jaar van de gemeentelijke legislatuur wordt de volledige bijkomende subsidie toegekend als het document, vermeld in artikel 17/1, eerste lid, 4°, aan het agentschap wordt bezorgd voor 1 april van het jaar in kwestie. Reserveaanleg voor de lokale preventiewerkingen is toegestaan en is geregeld naar analogie met de bepalingen van artikel 29. De bijkomende subsidie is onderhevig aan toezicht door het agentschap naar analogie van artikel 35 en 36.";
2° aan het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Het aantal inwoners dat volgens de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming, wordt voor het laatst beschikbare kalenderjaar bepaald door het agentschap op basis van de gegevens die zijn aangeleverd door het intermutualistisch agentschap.";
3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De Vlaamse Regering kan de bedragen voor de bijkomende subsidie, vermeld in het tweede lid, verhogen, eventueel in functie van de eigen bijdrage van de gemeenten.".
Art.10. In artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 24, eerste lid" toegevoegd;
2° aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De bijkomende subsidie, vermeld in artikel 24, tweede lid, wordt volledig uitbetaald bij het driemaandelijks deel dat uitbetaald wordt als voldaan is aan de subsidievoorwaarden voor de bijkomende subsidie, vermeld in artikel 17/1";
3° aan paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "en een jaarafrekening per lokale preventiewerking voor de bijkomende subsidie, vermeld in artikel 24, tweede lid, op basis van de beoordeling van de registratiegegevens, vermeld in artikel 17/1, eerste lid, 1°, c), en van het financiële verslag, vermeld in artikel 17/1, eerste lid, 1°, d)" toegevoegd.
Art.11. In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 2 wordt de volgende zin toegevoegd:
"De reserve wordt afzonderlijk bepaald, zowel voor de basissubsidie als voor de bijkomende subsidie voor de lokale preventiewerkingen.";
2° in paragraaf 3, eerste lid, en paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "De reserve" vervangen door de woorden "Elke reserve";
3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "De gecumuleerde" vervangen door de woorden "Elke gecumuleerde";
4° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden "de reserve" telkens vervangen door de woorden "elke reserve".
Art.12. De bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.13. Voor het werkingsjaar 2019 wordt er, voor wat de subsidiëring als vermeld in artikel 24, tweede lid, betreft, van uitgegaan dat de werking een volledig jaar omvat.
Art.14. Als de intergemeentelijke preventiewerkingen die in 2018 gesubsidieerd worden op basis van de volgende besluiten, ook in 2019 of daarop volgende jaren, verder worden gesubsidieerd, dan komen de gemeenten in kwestie voor 2019, of de daarop volgende jaren, niet in aanmerking voor subsidie voor lokale preventiewerkingen op basis van het besluit van 30 januari 2009 betreffende de Logo's, dat van kracht is vanaf 1 maart 2019:
1° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Assenede Evergem;
2° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Lokeren - Berlare - Zele;
3° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Leie en Schelde;
4° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Puyenbroeck;
5° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Rhode en Schelde;
6° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt SMAK;
7° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Waas;
8° het ministerieel besluit van 20 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan Drugpunt Wetteren - Laarne - Wichelen;
9° het ministerieel besluit van 26 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan de Interlokale vereniging preventiedienst alcohol en drugs BRT met activiteiten in de gemeenten Begijnendijk, Rotselaar en Tremelo;
10° het ministerieel besluit van 26 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan de Interlokale vereniging preventiedienst alcohol en drugs H3K met activiteiten in de gemeenten Haacht, Keerbergen, Kortenberg en Kampenhout;
11° het ministerieel besluit van 26 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan de Interlokale vereniging preventiedienst alcohol en drugs Noord-Pajottenland met activiteiten in de gemeenten Ternat en Roosdaal;
12° het ministerieel besluit van 26 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan de Interlokale vereniging preventiedienst alcohol en drugs Pajottenland met activiteiten in de gemeenten Bever, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik en Pepingen;
13° het ministerieel besluit van 26 februari 2018 tot toekenning van een subsidie aan de Interlokale vereniging preventiedienst alcohol en drugs WWLKD met activiteiten in de gemeenten Wezembeek-Oppem, Linkebeek en Wemmel.
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 5 april 2019, met uitzondering van artikel 4 en 7 van dit besluit.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.