22 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de vergoeding van de voorzitters en de leden van de kamers van beroep en van de voorzitters, de leden en de secretarissen van de kamers van het college van beroep die bevoegd zijn voor het personeel in het onderwijs
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 33ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 omtrent de evaluatie, maatregelen van orde en tucht in het gemeenschapsonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 september 2010 en 18 mei 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
"De leden ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
2° in paragraaf 6 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
"De vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 en onverminderd artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.".
3° in paragraaf 6 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De voorzitters ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
Art.2. In artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 omtrent de preventieve schorsing en de tucht, alsmede omtrent het ontslag van sommige tijdelijke personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs en in de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt:
"De leden ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
2° in paragraaf 6 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
"De vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 en onverminderd artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.".
3° in paragraaf 6 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De voorzitters ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
Art.3. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie " onvoldoende " en betreffende de werking van het college van beroep, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 mei 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
"De leden ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
2° in paragraaf 5 wordt het derde lid vervangen door wat volgt:
"De vergoeding volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 en onverminderd artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen.".
3° in paragraaf 5 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De voorzitters ontvangen een terugbetaling van de reis- en verblijfskosten overeenkomstig de geldende reglementering die van toepassing is op de personeelsleden van de Vlaamse overheid.".
Art.4. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"De secretaris ontvangt een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 500 euro als de zittingen geheel of gedeeltelijk plaatsvinden buiten de normale diensttijd.".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.