23 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 21 jaar
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 21 jaar, wordt het derde lid vervangen als volgt:
"Indien het bedoelde contraceptivum een hormoonhoudend of koperhoudend spiraaltje of een hormoonhoudend staafje of implantaat betreft, dat wordt afgeleverd aan jonge vrouwen die jonger zijn dan 21 jaar, is de specifieke tegemoetkoming vermeld in dit besluit, eveneens van toepassing wanneer de verstrekkingen via de ziekenhuisapotheker uitgevoerd zijn. Deze contraceptiva worden in de lijst aangeduid met de letter `I'."
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "in voorkomend geval de letter `I'," ingevoegd tussen de woorden "de aanvrager," en de woorden " de toegepaste publieksprijs";
2° in het tweede lid worden de woorden "en 3e lid" ingevoegd tussen de woorden "beschreven in art. 2, 2e lid" en de woorden "van dit koninklijk besluit".
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden ", al dan niet op voorstel van de Werkgroep `Financiering van contraceptie voor jongeren' opgericht binnen het Verzekeringscomité, met het oog op de permanente evaluatie van de in dit besluit voorziene maatregelen" opgeheven;
2° in het derde lid worden de woorden "die afkomstig is van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van het geneesmiddel of de fabrikant van het medisch hulpmiddel" ingevoegd tussen de woorden "op de lijst" en de woorden "is enkel ontvankelijk";
3° in de bepaling onder het derde lid, 3°, worden de woorden "21 december 2001" vervangen door de woorden "1 februari 2018";
4° in het vierde lid worden de woorden "door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van het geneesmiddel of de fabrikant van het medisch hulpmiddel" ingevoegd tussen de woorden "onverwijld" en de woorden "aan de Dienst".
Art.4. In artikel 7, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "en 3e lid" ingevoegd tussen de woorden "beschreven in art. 2, 2e lid" en de woorden "van dit koninklijk besluit".
Art.5. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.