Details





Titel:

21 FEBRUARI 2019. - Besluit 2017/1350 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de loopbaan van de ambtenaren van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-05-2019 en tekstbijwerking tot 31-10-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Algemene regels inzake bevordering
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 5-9
Afdeling 2. - Bevordering volgens de regels van de vlakke loopbaan
Art. 10-11
Afdeling 3. - Bevordering door verhoging in graad
Onderafdeling 1. - Bevordering in niveau 1
Art. 12-15
Onderafdeling 2.
Art. 16-17
Onderafdeling 3. - Benoeming door verandering van graad
Art. 18-21
Afdeling 4. - Bevordering door overgang naar het hogere niveau
Art. 22
HOOFDSTUK III. - Algemene regels inzake loopbaan
Afdeling 1. - Loopbanen in niveau 3
Art. 23-25
Afdeling 2. - Loopbanen in niveau 2
Art. 26-28
Afdeling 3. - Loopbanen in niveau 2+
Art. 29-30
Afdeling 4. - Loopbanen in niveau 1
Art. 31-33
HOOFDSTUK IV. - Het mandaat
Afdeling 1.
Art. 34-36
Afdeling 2. [1 Mandaten van rang 15 en 16]1
Art. 37-46, 46/1, 46/2
HOOFDSTUK V. - Opleiding die toegang verleent tot de graden in de rangen 29, 25 en 35
Art. 47-48
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 49-51
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1994031508  1994031510 



Uitvoeringsbesluit(en):

2019030520  2023045466  2024006498 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet, krachtens artikel 138 ervan.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "Instituut": het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, opgericht door artikel 2 van het decreet van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding;
  2° "het besluit van het College betreffende de hiërarchische rangschikking van de graden": het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de hiërarchische rangschikking van de graden die de personeelsleden van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding kunnen bekleden;
  3° "het besluit van het College betreffende het organieke kader": het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 tot vastlegging van het organieke kader van het personeel van Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding;
  4° "de benoemende overheid": het Beheerscomité van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.

Art.3. Onverminderd artikel 5 worden de ambtenaren die opgenomen zijn in de tabel vermeld in bijlage 1 van dit besluit, aangesteld als bevoegde hiërarchische meerderen die in tuchtrechtelijke aangelegenheden gemachtigd zijn de blaam te geven en een voorlopig voorstel voor de andere sancties te doen.

Art.4. Onverminderd de regelgevende bepalingen van algemene aard die de loopbaan van de ambtenaren beheersen, gebeurt de benoeming, de bevordering of de aanstelling tot elk van de graden waarvan de ambtenaren van de diensten waarop dit besluit van toepassing is, titularis kunnen zijn, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in bijlage 2 van dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Algemene regels inzake bevordering
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.5.De loopbaan van de ambtenaren van het Instituut is georganiseerd in graden, niveaus en hiërarchische rangen.
  De niveaus van de graden waarvan de ambtenaren titularis kunnen zijn, worden genummerd van 1 tot 3, waarbij het cijfer 1 wordt toegekend aan het hoogste niveau.
  In elk niveau worden de rangen genummerd volgens de orde van hun hiërarchische waarde, met dien verstande dat het hoogste nummer overeenstemt met de hoogste rang.
  Iedere rang wordt aangeduid met een getal van twee cijfers, waarbij het cijfer links het niveau aanduidt en het cijfer rechts de rang binnen het niveau.
  Het niveau 1 bevat 6 rangen die als volgt genummerd zijn: 10, 11, 12, 13, 15 ([1 ...]1) en 16.
  Het niveau 2+ bevat 4 rangen die als volgt genummerd zijn: 26, 27, 28 en 29.
  Het niveau 2 bevat 4 rangen die als volgt genummerd zijn: 20, 22, 24 en 25.
  Het niveau 3 bevat 4 rangen die als volgt genummerd zijn: 30, 32, 34 en 35.
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.6. De bevorderingen worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan, door verhoging in graad of door overgang naar het hogere niveau.
  Er kan worden voorzien in bepaalde betrekkingen bij wege van benoeming door verandering van graad.

Art.7.Behalve de betrekkingen die in de vlakke loopbaan zijn voorzien, verklaart de benoemende overheid elke open betrekking vacant alvorens zij kan worden begeven bij wege van bevordering door verhoging in graad of door benoeming door verandering van graad.
  [1 Wanneer de directieraad vaststelt dat er geen enkele kandidaat is die voldoet aan de voorwaarden van de functiebeschrijving, kan het College één of meer betrekkingen van de graden 12 en 13 openstellen voor benoeming door verandering van graad of bevordering door verhoging in graad voor ambtenaren van de Franse rol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de organen van openbaar nut die ervan afhangen, mits de voorwaarden vermeld in artikel 33 worden nageleefd.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.8. § 1. De vacature van de betrekkingen die bij wege van bevordering of van verandering van graad worden begeven, wordt via een dienstnota ter kennis gebracht aan de ambtenaren die voldoen aan de statutaire bevorderingsvoorwaarden.
  De dienstnota geeft een nauwkeurige omschrijving van de vacant verklaarde betrekking, alsook de algemene en bijzondere voorwaarden die gelden voor de bevordering tot de bedoelde betrekking.
  De paraaf van de betrokkenen is verplicht, zodat de ambtenaren die voldoen aan de statutaire bevorderingsvoorwaarden en die een kopie van de dienstnota ontvangen, uitdrukkelijk voor ontvangst moeten tekenen.
  Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief verstuurd, met ontvangstbewijs, naar de woonplaats van de ambtenaar die om eender welke reden tijdelijk niet op de dienst aanwezig is.
  § 2. Enkel de kandidaturen van de ambtenaren die bij een aangetekende brief aan de leidend ambtenaar zijn verstuurd binnen een termijn van 15 werkdagen, worden in aanmerking genomen.
  Deze termijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag die volgt op de dag dat de vacantverklaring van de betrekking overhandigd is aan de betrokkene of per post naar de woonplaats van de ambtenaar is verstuurd.
  Het ontvangstbewijs van de post geldt als bewijs.
  Er wordt melding gemaakt van de ontvangst van de kandidaturen.
  Elke kandidaatstelling voor een betrekking van niveau 1 omvat een uiteenzetting van de aanspraken die de kandidaat meent te kunnen doen gelden om naar de betrekking te dingen.
  § 3. De voorstellen tot bevordering of tot verandering van graad worden eveneens via een dienstnota ter kennis gebracht aan de betrokken ambtenaren. Een paraaf van de betrokkenen is eveneens verplicht.
  Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief verstuurd, met ontvangstbewijs, naar de woonplaats van de ambtenaar die om eender welke reden tijdelijk niet op de dienst aanwezig is.
  § 4. De kennisgevingen van vacatures die bij wege van bevordering of van verandering van graad worden begeven, worden aangekondigd op verschillende zichtbare plaatsen in het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.
  § 5. De ambtenaren mogen zich vooraf kandidaat stellen voor elke betrekking die gedurende hun afwezigheid vacant zou worden verklaard. De voorafgaandelijke kandidaatstelling is geldig op dezelfde wijze als diegene die ingediend werd volgens de voorwaarden in artikel 8, § 2, indien, en enkel indien, deze aangetekend wordt verstuurd aan de leidend ambtenaar van het Instituut en indien de betrekking waarvoor de kandidaatstelling in kwestie bedoeld is, vacant werd verklaard binnen een termijn van 2 maanden vanaf de verzending van deze aangetekende brief.

Art.9. De bevorderingen door verhoging in graad en door overgang naar het hogere niveau en de benoemingen door verandering van graad worden door de benoemende overheid verleend.

Afdeling 2. - Bevordering volgens de regels van de vlakke loopbaan
Art.10.[1 Om bevorderd te worden tot een graad die hij kan bekomen volgens de regels van de vlakke loopbaan, moet de ambtenaar een "positieve" globale evaluatievermelding hebben behaald.
   Wanneer de ambtenaar een "gemiddelde" of "negatieve" globale evaluatievermelding heeft gekregen, wordt het recht op bevordering in de vlakke loopbaan opgeschort tot hij een "positieve" globale evaluatievermelding heeft gekregen.
   De bevordering volgens de regels van de vlakke loopbaan kan worden gekoppeld aan een opleiding die met succes werd afgesloten.]1
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Art.11.[1 § 1. De graden van rang 11 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 10 die [2 4]2 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 29 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 28 die 3 jaar graadanciënniteit hebben en die voldoen aan de opleidingsvoorwaarde bedoeld in artikel 48.
   De graden van rang 28 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 27 die 8 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 27 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 26 die 4 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 25 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 24 die 3 jaar graadanciënniteit hebben en die voldoen aan de opleidingsvoorwaarde bedoeld in artikel 48.
   De graden van rang 24 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 22 die 8 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 22 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 20 die 4 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 35 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 34 die 3 jaar graadanciënniteit hebben en die voldoen aan de opleidingsvoorwaarde bedoeld in artikel 48.
   De graden van rang 34 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 32 die 8 jaar graadanciënniteit hebben.
   De graden van rang 32 worden toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan; ze zijn voorbehouden aan de ambtenaren van rang 30 die 4 jaar graadanciënniteit hebben.]1
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Afdeling 3. - Bevordering door verhoging in graad
Onderafdeling 1. - Bevordering in niveau 1
Art.12.§ 1. [1 ...]1
  § 2. In het kader van de bevordering in niveau 1, indien er geen kandidaat is die de voorwaarden inzake de vereiste anciënniteit vervult om te worden benoemd in een graad van rang 13 of van rang 12, wordt een nieuwe procedure met een nieuwe oproep tot kandidaatstelling opgestart. In dit geval wordt de benoemende overheid gemachtigd van die voorwaarden af te wijken door de vereiste anciënniteit met één derde ter verminderen.
  § 3. De beslissing wordt vermeld in het bericht over de vacante betrekking en in de inleiding van het besluit tot bevordering.
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Art.13.[1 Behoudens toepassing van artikel 7, tweede lid, worden de graden van adviseur (rang 12) en adviseur-diensthoofd (rang 13) begeven volgens de bevorderingsregels door verhoging in graad.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.14. § 1. Voor iedere bevordering door verhoging in graad in niveau 1 brengt de Directieraad een met redenen omkleed advies uit.
  De Directieraad spreekt zich in zijn advies uit over iedere kandidaat die voldoet aan de voorwaarden om de betrekking te bekleden.
  Hij neemt hierbij in overweging:
  1° de beschrijving van de functie en de algemene en bijzondere voorwaarden;
  2° de titels en de nuttige ervaring die de kandidaat kan laten gelden voor een benoeming in de vacante betrekking;
  3° het evaluatiedossier van de kandidaten.
  Ingeval verscheidene kandidaten dezelfde of gelijkwaardige titels voor een benoeming in de vacante betrekking kunnen laten gelden, wordt de voorkeur gegeven aan de ambtenaar die de meest positieve waardering kreeg krachtens artikel 81 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie.
  De Directieraad stelt een voorlopige met redenen omklede rangschikking op die ten hoogste zes namen van kandidaten per vacante betrekking bevat.
  De kandidaten worden gerangschikt in de volgorde waarin zij voor de bevordering in aanmerking komen.
  Van de voorlopige rangschikking wordt kennisgegeven aan de ambtenaren die zich kandidaat hebben gesteld voor de te begeven betrekking.
  § 2. De ambtenaar die zich benadeeld acht, kan binnen de 10 werkdagen na de kennisgeving van de voorlopige rangschikking bezwaar indienen bij de Directieraad.
  Deze termijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag die volgt op de dag dat de kennisgeving van de voorlopige rangschikking overhandigd is aan de betrokkene of per post naar de woonplaats van de ambtenaar is verstuurd. Het ontvangstbewijs van de post geldt als bewijs.
  De ambtenaar kan op zijn vraag gehoord worden door de Directieraad. Hij kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.
  § 3. De Directieraad stelt de definitieve rangschikking op en motiveert deze.
  De leidend ambtenaar wordt belast met de indiening van het voorstel van de Directieraad bij de benoemende overheid.
  Indien het voorstel eenparig wordt uitgebracht, is dit voorstel gebiedend ten opzichte van de benoemende overheid.

Art.15.[1 De ambtenaren van rang 11, die een graadanciënniteit van 2 jaar hebben in de graad van eerstaanwezend attaché van rang 11 en een niveau-anciënniteit van minstens 6 jaar, kunnen bevorderd worden door verhoging in graad naar een graad van adviseur van rang 12.
   De ambtenaren van rang 12 die een graadanciënniteit van 2 jaar hebben in de graad van adviseur van rang 12 en een niveau-anciënniteit van minstens 7 jaar, kunnen bevorderd worden door verhoging in graad naar een graad van adviseur diensthoofd van rang 13.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 9, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Onderafdeling 2.   
Art.16.
  <Opgeheven bij BESL 2019-05-09/20, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Art.17.
  <Opgeheven bij BESL 2019-05-09/20, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Onderafdeling 3. - Benoeming door verandering van graad
Art.18. § 1. De tabel in bijlage 2 van dit besluit legt de graden vast die begeven kunnen worden door benoeming door verandering van graad, alsook de graden die er toegang tot verlenen. De tabel kan eveneens een grotere graadanciënniteit voorschrijven dan degene die werd vastgesteld in artikel 19, alsook bijkomende voorwaarden opleggen voor de beroepskwalificatie vereist voor de uitoefening van de betrekking die overeenkomt met de te begeven graad. De tabel kan bovendien de controle van de beroepsgeschiktheid voorschrijven en, in voorkomend geval, de regels ervan vastleggen.
  § 2. De controle van de beroepsgeschiktheid vereist voor de uitoefening van een betrekking wordt georganiseerd door de leidend ambtenaar.
  Hij stelt het huishoudelijk reglement met betrekking tot de organisatie van deze controles vast, zorgt voor de bekendmaking ervan bij het personeel en waakt over de toepassing ervan. De leidend ambtenaar bepaalt voor elke functie, na advies van de Directieraad en op voorstel van het betrokken diensthoofd, het programma waarop de controle betrekking heeft. Hij duidt de leden van de jury aan. Deze is samengesteld uit:
  1. de leden van de Directieraad;
  2. het betrokken diensthoofd;
  3. de vormingsdirecteur.
  Als de voorwaarden voor de controle van de beroepsgeschiktheid dit vereisen, kan de leidend ambtenaar echter de samenstelling van de jury wijzigen en een beroep doen op personen die, uit hoofde van hun competenties of hun specialisaties, bijzonder bekwaam zijn. De samenstelling van de jury wordt in de betrokken diensten geafficheerd.
  Overeenkomstig artikel 17, 3°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, hebben de representatieve vakbondsorganisaties het recht waarnemers aan te duiden bij de bekwaamheidsproeven bedoeld in dit artikel onverminderd de prerogatieven van de jury.
  § 3. Alle veranderingen van graad zijn geoorloofd voor de ambtenaren bij wie het Bestuur Medische expertise hun definitieve beroepsongeschiktheid om hun ambt uit te oefenen heeft vastgesteld, maar die evenwel aangewezen kunnen worden voor een ander ambt waarvoor zij op grond van hun toestand geschikt zijn.
  Op hun vraag of op initiatief van de benoemende overheid kunnen deze ambtenaren bij voorrang benoemd worden volgens de procedure voor de verandering van graad en binnen de perken van de vacante betrekkingen tot een graad van hun rang. De toekenning van deze graden is aan geen enkele bijkomende en bijzondere beroepsbekwaamheidsvoorwaarde, verantwoord door de aard van de uit te oefenen functie, onderworpen.
  De in dit lid bedoelde benoeming moet worden voorafgegaan door het advies van het Bestuur Medische expertise, waarbij vastgesteld wordt dat de betrokken ambtenaar niet meer in staat is zijn functie op normale wijze uit te oefenen zonder daarom definitief ongeschikt te zijn.

Art.19. Enkel de ambtenaren met minstens een "gemiddelde" globale evaluatievermelding en die minstens 6 maanden graadanciënniteit tellen, kunnen aanspraak maken op een verandering van graad.

Art.20. Voor elke benoeming door verandering van graad in niveau 1 geeft de Directieraad een met redenen omkleed advies volgens dezelfde procedure als die voorzien in artikel 14.

Art.21. Voor elke benoeming door verandering van graad in niveau 2 of 3 doet de leidend ambtenaar van het Instituut voorstellen volgens dezelfde procedure als die voorzien in artikel 16.

Afdeling 4. - Bevordering door overgang naar het hogere niveau
Art.22.§ 1. De vergelijkende examens voor overgang naar het hogere niveau worden georganiseerd voor de bevordering naar graden die in rang 10, 20 of 26 gerangschikt zijn.
  Het College kan bovendien beslissen bepaalde graden van andere rangen bij wege van een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau te verlenen. Het besluit stelt de voorwaarden van deelneming aan het vergelijkend examen vast, zonder evenwel de in § 2 gestelde voorwaarden inzake niveau-anciënniteit te mogen inkorten.
  § 2. Het vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau staat open:
  1° voor de bevordering tot een graad van rang 10, voor de ambtenaren van niveau 2+ en 2 die 4 jaar anciënniteit tellen in niveau 2+ of 2 of in beide niveaus.
  2° voor de bevordering tot een graad van de rangen 26 en 20, voor de ambtenaren die een anciënniteit van 2 jaar tellen in het niveau dat onmiddellijk onder het niveau van de te begeven graad staat.
  § 3. De deelnemingsvoorwaarden bepaald krachtens § 2 moeten vervuld zijn op de door [1 Leidend ambtenaar]1 bepaalde datum.
  § 4. De ambtenaar die tijdens eender welk deel van het examen één van die voorwaarden niet langer vervult, verliest het voordeel van zijn slagen voor het vergelijkend examen.
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

HOOFDSTUK III. - Algemene regels inzake loopbaan
Afdeling 1. - Loopbanen in niveau 3
Art.23. De graden van administratief adjunct en adjunct-vakman (rang 30) worden begeven aan de laureaten van een aanwervingsexamen.

Art.24. Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 30, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 32:


administratief adjunct administratief adjunct 1ste klasse
adjunct-vakman adjunct-vakman 1ste klasse
Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 32, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 34:


administratief adjunct 1ste klasse eerstaanwezend administratief adjunct
adjunct-vakman 1ste klasse eerstaanwezend adjunct-vakman
De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden begeven volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan.

Art.25.[1 Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 34, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 35:


Eerstaanwezend administratief adjunct Adjunct-bestuurschef
Eerstaanwezend adjunct-vakman Hoofd adjunct-vakman
De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden toegekend volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan, mits de ambtenaren geslaagd zijn in de opleiding zoals bedoeld in artikel 48.]1
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Afdeling 2. - Loopbanen in niveau 2
Art.26. De graden van administratief assistent en technisch assistent (rang 20) mogen worden begeven aan de laureaten van het rekruteringsexamen of van een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau.

Art.27. Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 20, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 22:


administratief assistent administratief assistent 1ste klasse
technisch assistent technisch assistent 1ste klasse
Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 22, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 24:


administratief assistent 1ste klasse eerstaanwezend administratief assistent
technisch assistent 1ste klasse eerstaanwezend technisch assistent
De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden begeven volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan.

Art.28.[1 Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 24, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 25:


Eerstaanwezend administratief assistent Hoofd administratief assistent
Eerstaanwezend technisch assistent Hoofd technisch assistent
De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden toegekend volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan, mits de ambtenaren geslaagd zijn in de opleiding zoals bedoeld in artikel 48]1
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

Afdeling 3. - Loopbanen in niveau 2+
Art.29.§ 1. [1 ...]1
  § 2. De graden van administratief gegradueerde en technisch gegradueerde (rang 26) kunnen worden begeven aan de laureaten van een aanwervingsexamen of van een overgangsexamen voor het hogere niveau.
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.30. § 1. Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 26, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 27:


[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>
administratief gegradueerdeadministratief gegradueerde 1ste klasse
technisch gegradueerdetechnisch gegradueerde 1ste klasse
(<font color="red">1</font>)<BESL <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024062012" target="_blank">2024-06-20/12</a>, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>
Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 27, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 28:


[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>
administratief gegradueerde 1ste klasseeerstaanwezend administratief gegradueerde
technisch gegradueerde 1ste klasseeerstaanwezend technisch gegradueerde
(<font color="red">1</font>)<BESL <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024062012" target="_blank">2024-06-20/12</a>, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>
De bevorderingen bedoeld in deze paragraaf worden begeven volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan.
  § 2. Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 28, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 29:


[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>
hoofd administratief gegradueerdeeerste administratief gegradueerde
hoofd technisch gegradueerdeeerste technisch gegradueerde
(<font color="red">1</font>)<BESL <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024062012" target="_blank">2024-06-20/12</a>, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>
De bevorderingen bedoeld in deze paragraaf worden begeven volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan, mits de ambtenaren geslaagd zijn in de opleidingen zoals bedoeld in artikel 48 van dit besluit.

Afdeling 4. - Loopbanen in niveau 1
Art.31.[1 ...]1
  De graad van attaché (rang 10) kan alleen worden begeven aan de laureaten van een aanwervingsexamen of van een overgangsexamen voor het hogere niveau.
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.32. Enkel de ambtenaren die houder zijn van een van de hiernavolgende graden uit de linkerkolom en met rang 10, kunnen worden bevorderd tot de graad ertegenover van rang 11:


attachéeerstaanwezend attaché
[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>[<font color="red">1</font> ...]<font color="red">1</font>
(<font color="red">1</font>)<BESL <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2024062012" target="_blank">2024-06-20/12</a>, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>
De bevorderingen bedoeld in dit artikel worden begeven volgens de bevorderingsregels van de vlakke loopbaan.

Art.33.[1 § 1. Ambtenaren van de Franse rol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, alsook de instellingen van openbaar nut die van hen afhangen, die gedurende ten minste twee jaar, overeenkomstig de bepalingen van het statuut dat op hen van toepassing is, een graad hebben uitgeoefend die volgens hun statuut toegang geeft tot de graad die overeenstemt met die van adviseur bij Bruxelles Formation en die ten minste 6 jaar niveau-anciënniteit hebben, kunnen eveneens door bevordering in graad worden bevorderd tot de graad van adviseur van rang 12. Het College stelt de gelijkwaardigheid van de in het vorige lid bedoelde graden vast."
   § 2. Ambtenaren van de Franse rol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, alsook de instellingen van openbaar nut die van hen afhangen, die overeenkomstig de bepalingen van het statuut dat op hen van toepassing is, een graad hebben uitgeoefend die volgens hun statuut toegang geeft tot de graad die overeenstemt met die van adviseur bij Bruxelles Formation en die ten minste 6 jaar niveau-anciënniteit hebben, kunnen eveneens benoemd worden tot de graad van adviseur van rang 12. Het College stelt de gelijkwaardigheid van de in het vorige lid bedoelde graden vast.
   § 3. Ambtenaren van de Franse rol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, alsook de instellingen van openbaar nut die van hen afhangen, die gedurende ten minste een jaar, overeenkomstig de bepalingen van het statuut dat op hen van toepassing is, een graad hebben uitgeoefend die volgens hun statuut toegang geeft tot de graad die overeenstemt met die van adviseur-diensthoofd bij Bruxelles Formation en die ten minste 7 jaar niveau-anciënniteit hebben, kunnen eveneens door bevordering in graad worden bevorderd tot de graad van adviseur-diensthoofd van rang 13. Het College stelt de gelijkwaardigheid van de in het vorige lid bedoelde graden vast.
   § 4. Ambtenaren van de Franse rol van de Federale Staat, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, alsook de instellingen van openbaar nut die van hen afhangen, die overeenkomstig de bepalingen van het statuut dat op hen van toepassing is, een graad hebben uitgeoefend die volgens hun statuut toegang geeft tot de graad die overeenstemt met die van adviseur-diensthoofd bij Bruxelles Formation en die ten minste 7 jaar niveau-anciënniteit hebben, kunnen eveneens benoemd worden tot de graad van adviseur-diensthoofd van rang 13. Het College stelt de gelijkwaardigheid van de in het vorige lid bedoelde graden vast.
   § 5. Ambtenaren die overeenkomstig § 3 of § 4 worden bevorderd of benoemd, behouden de niveau- en dienstanciënniteit die zij in hun oorspronkelijke administratie hebben verworven.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 14, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

HOOFDSTUK IV. - Het mandaat
Afdeling 1.   
Art.34.
  <Opgeheven bij BESL 2024-07-04/27, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 10-11-2024>

Art.35.
  <Opgeheven bij BESL 2024-07-04/27, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 10-11-2024>

Art.36.
  <Opgeheven bij BESL 2024-07-04/27, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 10-11-2024>

Afdeling 2. [1 Mandaten van rang 15 en 16]1   ----------   (1)
Art.37.[1 Het College wijst, op voorstel van het Lid van het College belast met Beroepsopleiding, per mandaat de betrekkingen toe die overeenstemmen met de graden van rang 15 en 16. Elke betrekking wordt door het College vacant verklaard alvorens het per mandaat kan toegewezen worden.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 16, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.38.[1 § 1. [2 Op voorstel van het Lid van het College belast met Beroepsopleiding, bepaalt het College de functiebeschrijving van de te vervullen mandaatbetrekkingen en de doelstellingen voor de duur van het mandaat.]2
   § 2 Tijdens de duur van het mandaat kan de in § 1 bedoelde bevoegde autoriteit de doelstellingen die het vóór de toekenning van het genoemde mandaat heeft bepaald, wijzigen om er de elementen uit de algemene beleidsverklaring en de door het lid van het College bevoegd voor de beroepsopleiding bepaalde krachtlijnen in op te nemen.
   § 3 Binnen zes maanden na zijn ambtsaanvaarding stelt de mandataris van rang 16 een beheerplan op dat rekening houdt met de door het College vastgestelde te bereiken doelstellingen, waarin de mandataris de indicatoren vaststelt die nodig zijn om de doelstellingen te beoordelen. De mandataris legt het beheerplan ter goedkeuring voor aan het Lid van het College bevoegd voor de beroepsopleiding. Deze legt het vervolgens ter goedkeuring voor aan het College.
  [2 De mandataris van rang 15 stelt binnen zes maanden na het opnemen van zijn functie een beheerplan op waarin rekening wordt gehouden met de te bereiken doelstellingen die door het College zijn vastgelegd en waarin de mandataris de indicatoren vaststelt die nodig zijn om de doelstellingen te evalueren. De mandataris legt het beheerplan ter goedkeuring voor aan de mandataris van rang 16 en aan het Lid van het College belast met beroepsopleiding.]2
   § 4 De mandataris kan ook wijzigingen van de in § 1 vermelde doelstellingen voorstellen. Voorafgaand aan elke wijziging door het College vindt overleg plaats tussen de mandataris van rang 16 en het Lid van het College bevoegd voor de beroepsopleiding.
   § 5 Alvorens de doelstellingen bedoeld in §§ 1, 2 en 4 worden aangenomen, wordt het advies van het Beheerscomité ingewonnen. Dit advies wordt uitgebracht binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum van indiening van het verzoek door het Lid van het College bevoegd voor de Beroepsopleiding ]1.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.39.[1 § 1. De mandataris [2 ...]2 oefent het mandaat daadwerkelijk uit.
   In geval hij het mandaat niet kan uitoefenen wegens overlijden, langdurige ziekte, zwangerschapsverlof, schorsing in het belang van de dienst, ontslag of enige andere reden die hem verhindert zijn mandaat uit te oefenen, kan het College het mandaat tijdelijk toekennen aan een ander personeelslid voor een hernieuwbare periode van maximaal zes maanden.
   In dit geval, is het College niet gehouden door de bepalingen bedoeld in artikelen 37 tot 46. Het College spreekt zich bij gemotiveerde beslissing uit over de titels en verdiensten van de kandidaten.
   § 2 De mandataris oefent zijn taak voltijds uit.
   Tijdens zijn mandaat kan hij:
   1° geen verlof voor loopbaanonderbreking krijgen, uitgezonderd als dit het ouderschapsverlof, de palliatieve verzorging en de zorgen in geval van ernstige ziekte betreft;
   2° geen verlof krijgen om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen, om een ambt uit te oefenen in het kabinet van een minister of om een functie uit te oefenen bij een erkende politieke fractie;
   3° geen politiek verlof krijgen;
   4° geen verlof krijgen voor een stage of een proefperiode in een andere betrekking van een overheidsdienst;
   5° geen verlof krijgen voor opleiding;
   6° geen verlof krijgen voor het verrichten van sommige militaire prestaties in vredestijd en van bepaalde diensten in uitvoering van de wetten betreffende de statuten van de gewetensbezwaarden;
   7° geen verlof voor opdracht van algemeen belang krijgen;
   8° geen toelating verkrijgen om zijn functies uit te oefenen met verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheden, in het kader van de vierdagenweek en in het kader van een halftijds werk vanaf 50 of 55 jaar;
   9° geen verlof krijgen voor persoonlijke aangelegenheden;
   10° geen verlof krijgen om ter beschikking gesteld te worden van de Koning van België;
   11° geen ouderschapsverlof krijgen buiten de loopbaanonderbreking.
   12° geen toelating verkrijgen om een functie van bestuurder uit te oefenen in een beheerscomité van een publiek- of privaatrechtelijke vennootschap of van een vereniging zonder winstoogmerk waarvan het maatschappelijk doel onder de bevoegdheid valt van de uitgeoefende mandaatfunctie ]1.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.40.[1 De graadanciënniteit van de titularis van het mandaat is gelijk aan zijn anciënniteit in die graad die hij had vóór zijn aanstelling in het mandaat. De duur van het mandaat wordt verrekend in zijn anciënniteit in dienst, graad, niveau en bezoldiging.
   Het personeelslid oefent de prerogatieven uit en geniet de wedde en de geldelijke voordelen die verbonden zijn aan de graad die hij per mandaat bekleedt.]1
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 19, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.41.§ 1. De duur van het mandaat [2 ...]2 bedraagt vijf jaar.
  Onverminderd artikel 86/3 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, kan de mandataris [2 ...]2 van wie het mandaat een einde neemt, evenwel door het College toegelaten worden om de uitoefening van zijn functie voort te zetten tot de indiensttreding van zijn opvolger.
  Het mandaat [2 ...]2 neemt ofwel een einde bij het verstrijken van de vastgelegde duur, ofwel na een bijkomende "ongunstige" evaluatie als bedoeld in artikel 86/3, § 1, tweede lid, van voormeld besluit of in geval van niet-hernieuwing van het mandaat als bedoeld in artikel 86/3, § 4 en § 5, van het voornoemd besluit, ofwel in geval van opschorting in het belang van de dienst gedurende meer dan zes maanden, ofwel in geval van ononderbroken afwezigheid wegens ziekte van lange duur van meer dan zes maanden, ofwel in geval van [1 of ook door vrijwillig ontslag van de mandataris]1 of ook door vrijwillig ontslag van de mandataris [2 ...]2.
  § 2.[1 De ambtenaar wiens mandaat afloopt, aanvaardt bij het Instituut een ambt dat overeenkomt met de rang die hij vóór zijn benoeming bekleedde]1.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.42.§ 1. [2 Het mandaat van rang 15 en 16]2 is open voor de ambtenaren van niveau 1 van het Instituut die over minstens [1 negen]1 jaar anciënniteit beschikken in niveau 1, of die over een minimumervaring van zes jaar in een leidende functie beschikken.
  Onder ervaring in een leidende functie wordt verstaan de ervaring inzake het beheer in een openbare dienst of in een organisatie van de privésector.
  § 2.[1 ...]1.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 21, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.43.§ 1.[1 De ambtenaren worden ingelicht over de vacature voor de betrekking van rang 16 door middel van een oproep tot kandidaten die wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, op de websites van het Instituut en van de Franse Gemeenschapscommissie en in ten minste twee Belgische Franstalige gedrukte of elektronische media die gespecialiseerd zijn in personeelsadvertenties]1.
  De kandidaatoproep vermeldt voor [2 ieder mandaat van rang 15 en 16]2 dat vacant wordt verklaard:
  1° de termijn bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel waarin de kandidatuur dient te worden ingediend bij [1 het secretariaat van de selectiecommissie]1;
  2° de elementen die de kandidatuurakte moet bevatten en die in paragraaf 3 van dit artikel vermeld worden;
  3° [1 de coördinaten van de dienst waar een functiebeschrijving van de openstaande betrekking, de beoogde doelstellingen bedoeld in artikel 38 en een standaard cv zoals bedoeld in § 3, bekomen kunnen worden]1.
  § 2. Enkel de kandidaturen van de ambtenaren die per aangetekende brief [1 aan het secretariaat van de selectiecommissie]1t, zijn verstuurd, worden in aanmerking genomen, en dit binnen een termijn van 30 dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag die volgt op de publicatie van de oproep in het Belgisch Staatsblad.
  § 3. [1 Elke kandidatuur bevat een uiteenzetting van de titels en verdiensten die de kandidaat laat gelden om te solliciteren voor het mandaat van rang 16. De kandidaat maakt gebruik van het standaard cv opgesteld waarvan het model gezamenlijk wordt vastgesteld door de Leden van het College die bevoegd zijn voor het Openbaar Ambt en de Beroepsopleiding.]1
  § 4. De ambtenaren krijgen de toestemming vooraf te solliciteren voor elk mandaat van rang 16 dat tijdens hun afwezigheid vacant zou worden verklaard. De voorafgaandelijke kandidaatstelling is op dezelfde wijze geldig als degene die werd ingediend volgens de voorwaarden in artikel 43, § 2, indien, en enkel indien, deze per aangetekende zending werd verstuurd aan het lid van het College dat toezicht houdt over het Instituut en het mandaat zoals bedoeld in de kandidatuur in kwestie vacant verklaard werd binnen een termijn van 2 maanden vanaf het versturen van deze aangetekende zending.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 22, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.44.
  <Opgeheven bij BESL 2023-09-07/17, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.45.§ 1. De selectiecommissie controleert de algemene en bijzondere voorwaarden voor de toelaatbaarheid van de kandidaten.
  De kandidaten die niet aan deze voorwaarden voldoen, worden van de selectie uitgesloten door middel van een met redenen omklede beslissing van de commissie. Deze beslissing wordt aan de uitgesloten kandidaten meegedeeld middels een aangetekend schrijven.
  Binnen de vijftien dagen die volgen op deze bekendmaking kan iedere kandidaat een bezwaarschrift indienen door een aangetekend schrijven te richten aan de voorzitter van de commissie en kan hij vragen om te worden gehoord.
  De kandidaat mag zich door een persoon van zijn keuze laten bijstaan.
  Na onderzoek van het bezwaar spreekt de commissie zich definitief uit over de toelaatbaarheid en deelt ze haar beslissing mee middels een aangetekend schrijven.
  Wanneer de commissie een uitspraak doet over de toelaatbaarheidsvoorwaarden van de kandidaten, begint de voorziene termijn om haar advies te verlenen te lopen vanaf de dag dat de commissie zich definitief over de toelaatbaarheidsvoorwaarden uitgesproken heeft.
  [1 1/2. De selectiecommissie nodigt de kandidaten van wie de kandidatuur ontvankelijk is verklaard, uit voor een assessment. Het assessment bestaat uit een geheel van simulatieoefeningen om na te gaan of iemand beschikt over de vereiste vaardigheden en bekwaamheden voor het mandaat van rang 16. Het assessment wordt georganiseerd door een assessmentbureau.]1
  § 2.[1 De selectiecommissie nodigt de kandidaten voor het mandaat van rang 16 die geslaagd zijn voor het assessment uit voor een interview.
   Vóór het interview vraagt de commissie het advies van het Lid van het College bevoegd voor de Beroepsopleiding of zijn afgevaardigde over zijn verwachtingen in het licht van de door het College bepaalde doelstellingen.
   De Selectiecommissie brengt een gemotiveerd advies uit, rekening houdend met:
   - de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de functiebeschrijving, getoetst na voornoemd gesprek;
   - de titels en verdiensten die de kandidaat laat gelden;
   - het resultaat van het assessment.
   Na afloop van de selectie en na analyse van hun kandidatuur, worden de kandidaten bij gemotiveerde beslissing ingeschreven in hetzij groep A "geschikt", hetzij groep B "niet geschikt". In groep A worden de kandidaten gerangschikt.
   Indien er een ex-aequo is tussen de kandidaten die in groep A "geschikt" ingeschreven worden, wordt diegene behorend tot het geslacht dat voor minder dan een derde vertegenwoordigd is in de eerste twee trappen van de hiërarchie voor de kandidaat van het ander geslacht gerangschikt]1.
  § 3. De selectiecommissie draagt het met redenen omkleed advies en de klassering voorzien in § 2 over aan het lid van het College dat toezicht houdt over het Instituut.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-07/17, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.46.Het College kent, op voorstel van het lid van het College dat toezicht houdt over het Instituut, [1 het mandaat van rang 15 en 16]1 toe aan een van de kandidaten van groep A.
  ----------
  (1)<BESL 2024-06-20/12, art. 23, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.46/1.[1 Elk jaar, uiterlijk op 15 februari, [2 dienen de mandatarissen van rang 16 en van rang 15]2 bij het lid van het College dat bevoegd is voor de beroepsopleiding een jaarverslag in waarin de resultaten van het voorbije jaar worden getoetst aan de strategische doelstellingen die in het beheerplan zijn opgenomen. Het jaarverslag bevat een toelichting bij de vastgestelde ontwikkeling op basis van de eerder vastgestelde indicatoren bedoeld in artikel 38, § 3.
   Voor zover mogelijk worden in het jaarverslag de relevante basisallocaties van de begroting van het Instituut per doelstelling vermeld, teneinde een verband te leggen tussen de begroting en de in het beheerplan te verwezenlijken doelstellingen. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2023-09-07/17, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 24, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

Art.46/2.[1 Naar aanleiding van het jaarverslag worden de procedures voor de opvolging van de strategische doelstellingen van het beheerplan bedoeld in artikel 38, § 3, georganiseerd [2 tussen de mandatarissen van rang 16 en van rang 15]2 en het lid van het College bevoegd voor de beroepsopleiding ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BESL 2023-09-07/17, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<BESL 2024-06-20/12, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>

HOOFDSTUK V. - Opleiding die toegang verleent tot de graden in de rangen 29, 25 en 35
Art.47. De ambtenaren met respectievelijk een graad in rang 28, 24 of 34 die een graadanciënniteit van minstens 3 jaar hebben, kunnen de opleidingen volgen die vereist zijn voor de bevordering tot een graad van rang 29, 25 of 35.

Art.48.Om bevorderd te kunnen worden tot een graad van rang 29, 25 of 35, moet de ambtenaar twee opleidingen succesvol hebben afgerond in het daartoe specifiek voorziene jaarlijkse opleidingsplan voor het personeel van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.
  Deze twee opleidingen moeten worden gevolgd binnen de twee jaar die aan de bevordering voorafgaan.
  [1 De ambtenaar moet effectief aanwezig zijn tijdens de volledige opleiding]1
  ----------
  (1)<BESL 2019-05-09/20, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019>

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.49. Dit besluit heft het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 betreffende de loopbaan van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie op en vervangt het, alsook het besluit van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 tot vaststelling van het personeelsreglement van het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding.

Art.50. Dit besluit treedt in werking op de 1ste dag van de tweede maand die volgt op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art.51. De leden van het College bevoegd voor Beroepsopleiding en Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-05-2019, p. 47561)

  (NOTA : Gewijzigd bij :
  - BESL 2019-05-09/20, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 28-06-2019)
  - <BESL 2024-06-20/12, art. 26, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>
  - <BESL 2024-06-20/12, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 19-07-2024>