6 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het vervoer van wild van of naar een revalidatiecentrum voor in het wild levende diersoorten en hun vrijlating en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de revalidatiecentra voor in het wild levende inheemse diersoorten
Art. 1-6
Artikel 1. Elk wild dier dat gewond, ziek, verzwakt is of dat door de overheid in beslag genomen is, kan worden vervoerd naar een revalidatiecentrum voor in het wild levende diersoorten, bedoeld in artikel 2sexies van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, hierna "het revalidatiecentrum" genoemd, behalve in het geval van wild dat na een jacht- of vernietigingsactiviteit gewond is, waarvan de opsporing door de houder van het jachtrecht of de door hem aangewezen personen nog aan de gang is.
Art.2. Elk wild dier dat in een revalidatiecentrum wordt gerevalideerd, mag onder de verantwoordelijkheid van de beheerder van bedoeld centrum worden vervoerd, om :
1° in de natuur te worden vrijgelaten;
2° in een park te worden geplaatst waar kweek toegelaten is overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 25 april 1996 tot toekenning van afwijkingen voor de uitbating van bepaalde kweekparken van dieren van de categorieën "grof en overig wild", alsook voor de aankoop, het vervoer en de verkoop van deze levende gekweekte dieren.
Art.3. Gerevalideerd wild wordt in de natuur vrijgelaten in de nabijheid van de plaats waar het opgevangen is.
De beheerder van het revalidatiecentrum brengt vooraf de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst schriftelijk op de hoogte ervan en verstrekt de volgende informatie :
1° de plaats waar het wild opgevangen is en de datum van het aantreffen ervan;
2° de identiteit van de persoon die het wild gevangen heeft;
3° de datum et de plaats waar het wild moet worden vrijgelaten;
4° een attest van een dierenarts waarin hij bevestigt dat hij het dier heeft onderzocht en geen symptomen heeft waargenomen die wijzen op de aanwezigheid van een pathogeen in bedoeld dier dat de dieren waarmee het na vrijlating in contact zal komen, kan besmetten.
Art.4. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de revalidatiecentra voor in het wild levende inheemse diersoorten, worden de woorden "die niet als grofwild gerangschikt zijn en" opgeheven.
Art.5. In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "en die niet als grofwild gerangschikt zijn" toegevoegd na de woorden "op het grondgebied van het Waalse Gewest".
Art. 6. De Minister bevoegd voor de jacht is belast met de uitvoering van dit besluit.