Details





Titel:

16 OKTOBER 1997. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning en de subsidiëring van de revalidatiecentra voor in het wild levende inheemse diersoorten (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-11-1997 en tekstbijwerking tot 27-11-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I- Erkenning.
HOOFDSTUK 0 - [1 Begripsomschrijvingen]1
Art. -
Afdeling 1- Principe van de erkenning.
Art. 1-2
Afdeling 2- Procedure voor de indiening en de behandeling van de erkenningsaanvraag.
Art. 3
Afdeling 3- Inhoud van het besluit tot erkenning.
Art. 4
Afdeling 4-[1 Afwijkingen en verplichtingen]1
Art. 5, 5/1
Afdeling 5- Wijziging of intrekking van de erkenning.
Art. 6-7
Afdeling 6- Informatiemaatregelen.
Art. 8
HOOFDSTUK II-[1 Subsidiëring]1
Afdeling 1 - [1 Subsidie voor de inrichting en uitrusting van een CREAVES-centrum]1
Art. 9, 9/1
Afdeling 2. [1 Subsidie voor de werking van een CREAVES-centrum]1
Art. 10, 10/1
Afdeling 3. [1 Controle]1
Art. 10/2
HOOFDSTUK III- Slotbepalingen.
Art. 11-14
BIJLAGE.
Art. N1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985023298  1991027094 



Uitvoeringsbesluit(en):

2018205034  2023046163  2023047327 



Artikels:

HOOFDSTUK I- Erkenning.
HOOFDSTUK 0 - [1 Begripsomschrijvingen]1   ----------   (1)
art.0 -. [1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
   1° "CREAVES": het krachtens dit besluit erkende centrum voor de revalidatie van in het wild levende dieren dat in het Waalse Gewest gevestigd is, dat gewonde, zieke of verzwakte wilde dieren die aan het centrum worden toevertrouwd, opneemt, verzorgt en tracht gratis te revalideren, met als doel ze in hun natuurlijke omgeving vrij te laten;
   2° directeur: de directeur van de directie Natuur en Groengebieden van het Departement Natuur en Bossen;
   3° "DNF": het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
   4° zorgwekkende uitheemse soorten : soorten die voorkomen op de lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten voor de Unie, vastgesteld overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014
   5° niet-inheemse soort: een soort die van nature niet in het wild voorkomt op het Belgisch grondgebied of die er minder dan twee eeuwen is ingeburgerd;
   6° de sanctionerend ambtenaar: de gewestelijke sanctionerend ambtenaar, vermeld in artikel D.156 van boek I van het Milieuwetboek, door de Regering aangesteld om de administratieve geldboeten, vermeld in deel VIII van boek I van hetzelfde Wetboek, toe te passen;
   7° inspecteur-generaal: de inspecteur-generaal van het "DNF";
   8° wet van 12 juli 1973: de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud.
   9° Minister: de Minister bevoegd voor het natuurbehoud in het Waalse Gewest;
   10° beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden": beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden" bedoeld in artikel 2/6 van het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie;
   11° contractdierenarts: een dierenarts ingeschreven op de lijst van de Orde, bedoeld in de wet van 19 december 1950 tot instelling van de Orde der Dierenartsen, die een contract aangaat met een "CREAVES" of zijn vervanger, aangewezen in onderling overleg.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2023-09-27/12, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>


Afdeling 1- Principe van de erkenning.
Artikel1.De revalidatiecentra voor in het wild levende inheemse diersoorten [1 ...]1 waarvan het bezit verboden is, moeten erkend worden door de Minister tot wiens bevoegdheden het natuurbehoud behoort, hierna "de Minister" genoemd.
  ----------
  (1)<BWG 2018-09-06/19, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 19-10-2018>

Art.2. De erkenning van een revalidatiecentrum voor in het wild levende inheemse diersoorten mag alleen toegestaan worden aan personen die voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° als het gaat om een natuurlijke persoon :
  a. Belgisch staatsburger of onderdaan van een andere Lidstaat van de Europese Gemeenschap zijn;
  b. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  c. vijf jaar voor de indiening van de aanvraag niet definitief zijn veroordeeld wegens misdrijven i.v.m. de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud of met elke andere gelijkwaardige wetgeving van een Lidstaat van de Europese Gemeenschap;
  d. beschikken over de nodige menselijke krachten en de technische en financiële middelen om de in artikel 5 van dit besluit bedoelde verplichtingen na te komen;
  e. zich van de diensten van een dierenarts verzekeren met het oog op de opvolging van de betrokken dieren;
  f. geen activiteit verrichten die gericht is op de commercialisering van al dan niet wilde dieren;
  2° als het gaat om een rechtspersoon :
  a. opgericht zijn overeenkomstig de vigerende wetgeving;
  b. de bestuurders of personen die ertoe gemachtigd zijn hem te verbinden, moeten voldoen aan de in punt 1°, b en c, van dit artikel bedoelde voorwaarden;
  c. voldoen aan de in punt 1°, d, e en f, van dit artikel bedoelde voorwaarden.

Afdeling 2- Procedure voor de indiening en de behandeling van de erkenningsaanvraag.
Art.3.§ 1. De erkenningsaanvraag wordt in tweevoud bij aangetekende brief aan de Minister gericht.
   § 2. Bij de aanvraag worden de volgende documenten gevoegd :
  1° als het gaat om een natuurlijke persoon :
  a. de naam en woonplaats;
  b. een getuigschrift van goed zedelijk gedrag of, bij gebreke daarvan, een gelijkwaardig bewijsstuk;
  c. het adres, een plan van de installaties en de lijst van de uitrustingen van het revalidatiecentrum;
  d. de lijst van de diersoorten of groepen diersoorten, met telkens het aantal dieren, die de aanvrager wenst op te nemen alsook een overzicht van hun verspreiding in het centrum;
  e. een nota betreffende de menselijke krachten en de technische en financiële middelen waarover de aanvrager beschikt en, in het bijzonder, de kwalificaties en de ervaring van het hoofd van het centrum alsook, in voorkomend geval, van het personeel dat er tewerkgesteld is;
  f. de naam, voornaam en woonplaats van de dierenarts op wie het centrum een beroep doet, alsook een overzicht van de maatregelen die overwogen worden in het kader van de veterinaire opvolging van de opgenomen dieren en hun onderhoud;
  g. de subsidies die de aanvrager reeds heeft verkregen in hetzelfde verband;
  2° als het gaat om een rechtspersoon :
  a. een afschrift van de akte van haar oprichting en de wijzigingen die eventueel aangebracht worden in die akte;
  b. het adres van de [1 zetel]1;
  c. de naamlijst van de bestuurders en van de personen die ertoe gemachtigd zijn de vennootschap te verbinden;
  d. een getuigschrift van goed zedelijk gedrag van de persoon (personen) die ertoe gemachtigd is (zijn) de vennootschap te verbinden of, bij gebreke daarvan, een gelijkwaardig bewijsstuk;
  e. de in § 2, 1°, c, d, e, f en g, van dit besluit vereiste stukken.
  § 3. De Minister beslist over de erkenningsaanvraag na advies van de Afdeling Natuur en Bossen van het Ministerie van het Waalse Gewest. Zijn beslissing wordt binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld en bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
  ----------
  (1)<BWG 2023-07-20/34, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 09-11-2023>

Afdeling 3- Inhoud van het besluit tot erkenning.
Art.4. In het besluit tot erkenning wordt bepaald welke diersoorten of groepen diersoorten door het centrum opgenomen mogen worden, met telkens het maximumaantal dieren.

Afdeling 4-[1 Afwijkingen en verplichtingen]1   ----------   (1)
Art.5.[1De CREAVES-centra, de personen die ze aanstellen en de contractdierenartsen zijn gemachtigd om individuen te vangen en vast te houden die behoren tot een beschermde diersoort bedoeld in de artikelen 2 tot 2ter van de wet van 12 juli 1973 of tot een wildsoort bedoeld in artikel 1 bis van de jachtwet van 28 februari 1882 die verweesd ziek of gewond worden aangetroffen met het oog op hun revalidatie, in toepassing van artikel 2sexies van de wet van 12 juli 1973 en het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de revalidatiecentra voor in het wild levende inheemse diersoorten.]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-09-27/12, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>

Art. 5/1. [1 De exploitatie van een CREAVES-centrum is onderworpen aan de volgende verplichtingen:
   1° CREAVES neemt alle dieren die behoren tot een Europese diersoort en die aan zijn zorg zijn toevertrouwd op en probeert ze te verzorgen;
   2° CREAVES verzekert zich van de diensten van een algemene dierenarts of van een dierenarts die gespecialiseerd is in de verzorging van de diersoort waarvoor CREAVES bevoegd is en sluit een contract met hem af;
   3° CREAVES ontvangt dagelijks dieren in moeilijkheden, informeert het "DNF" over zijn openingsuren en stelt buiten de openingsuren of wanneer CREAVES volzet is, een telefoonbeantwoordingssysteem in om mensen die dieren in moeilijkheden ontdekken door te verwijzen;
   4° CREAVES zorgt ervoor dat de mensen die met hem samenwerken om de dieren te verzorgen een basisopleiding krijgen in dierenwelzijn en de verzorging van wilde dieren en deelnemen aan permanente opleidingen die op initiatief van het "DNF" worden georganiseerd;
   5° CREAVES neemt alle nodige profylactische maatregelen, rekening houdend met de voorzieningen waarover het beschikt, en vermijdt dat de te revalideren dieren in contact komen met als huisdier gehouden soorten of rassen;
   6° alleen dieren die gewond, ziek of verzwakt zijn, die zich in een situatie bevinden die hun voortbestaan in gevaar brengt of die door de overheid in beslag zijn genomen, mogen worden gehouden. Deze dieren mogen worden gehouden, ook vervoerd, uitsluitend met het doel om :
   a) ze te verzorgen en vervolgens vrij te laten zodra het dier is gerehabiliteerd ;
   b) ze tijdelijk vast te houden na een gerechtelijke of administratieve inbeslagname, gedurende de tijd die de rechter of de sanctionerend ambtenaar nodig heeft om over hun bestemming te beslissen;
   c) ze over te brengen naar een CREAVES-centrum dat gemachtigd is om ze op te vangen wanneer CREAVES niet over de uitrusting of de medische vaardigheden beschikt om de nodige zorgen te verstrekken of wanneer zijn capaciteit verzadigd is;
   d) wanneer ze behoren tot een soort die als "wild" wordt beschouwd, ze over te brengen naar een kweekpark dat erkend is krachtens het besluit van de Waalse regering van 25 april 1996 dot toekenning van afwijkingen voor de uitbating van bepaalde kweekparken van dieren van de categorieën "grof en overig wild", alsook voor de aankoop, het vervoer en de verkoop van deze levende gekweekte dieren;
   e) wanneer zij behoren tot een niet-inheemse soort die niet voorkomt op de lijst van exotische diersoorten die aanleiding geven tot bezorgdheid, hen over te brengen naar een inrichting met voorzieningen die het hen onmogelijk maken in het wild te ontsnappen of hen over te brengen naar een inheems revalidatiecentrum in hun regio;
   7° de dieren krijgen een evenwichtige en voldoende overvloedige voeding, in overeenstemming met de behoeften van hun soort, en worden in goede hygiënische omstandigheden gehouden;
   8° de lokalen waarin de dieren worden gehouden, zijn voldoende geventileerd, hebben daglicht en worden regelmatig gereinigd en ontsmet;
   9° de dieren worden gehouden op de zetel van CREAVES of bij de contractdierenarts gedurende de tijd die nodig is voor de diergeneeskundige verzorging, behalve in het bijzondere geval van het tijdelijk houden, door naar behoren opgeleide medewerkers van CREAVES, van dieren die een bijzondere verzorging nodig hebben, onder dekking van een door de directeur verleende toelating, en met uitzondering van het tijdelijk houden in een inrichting om de vrijlating voor te bereiden;
   10° CREAVES kan medewerkers toestemming geven om dieren van of naar CREAVES te vervoeren. Deze medewerkers zijn in het bezit van een door de directeur uitgereikte identificatiekaart;
   11° alle opgevangen dieren zijn :
   a) hetzij gecodeerd door middel van een doorlopend genummerde lijst in een gecomputeriseerd register aan de hand waarvan een lijst kan worden opgesteld van wilde dieren die op een bepaalde datum in het centrum aanwezig zijn, alsmede een totale lijst van wilde dieren die in het lopende jaar zijn opgevangen, met vermelding van hun lot ;
   b) hetzij, tot uiterlijk 31 december 2024, opgenomen in een papieren register met een vast blad waarvan het model wordt vastgesteld door de inspecteur-generaal. Deze registers worden in een ononderbroken reeks genummerd;
   12° het register wordt dagelijks bijgewerkt. De ambtenaren van het "DNF" kunnen tijdens de openingsuren van CREAVES te allen tijde de installaties en het register raadplegen om na te gaan of de gegevens in het register overeenstemmen met de werkelijk gehouden dieren. De gegevens in het register worden vijf jaar bewaard;
   13° CREAVES bewaart voor controledoeleinden gedurende twaalf maanden de bewijzen voor de verwijdering en het achterlaten van de kadavers, die minstens het gewicht van de verwijderde kadavers vermelden, alsook de lijst van de overeenkomstige kadavers;
   14° CREAVES stelt een jaarverslag op en zendt het uiterlijk op 28 februari toe aan de inspecteur-generaal, dat betrekking heeft op het voorgaande jaar en voor elke soortengroep ten minste een opgave bevat van het aantal opgevangen exemplaren en het aantal exemplaren dat in goede omstandigheden is vrijgelaten, informatie over de belangrijkste oorzaken van verwondingen, de belangrijkste ziekten en eventuele bijzondere gevallen die zich in het voorgaande jaar hebben voorgedaan;
   15° gehouden inheemse wilde dieren worden niet overgedragen, verkocht of te koop aangeboden ;
   16° gerevalideerde dieren worden vrijgelaten in een omgeving die overeenkomt met hun leefomgeving, zo dicht mogelijk bij de locatie waar ze vandaan komen;
   17° niet-inheemse dieren worden niet vrijgelaten. Ze worden alleen verkocht aan instellingen met een infrastructuur die het onmogelijk maakt dat ze in het wild ontsnappen of ze worden overgebracht naar een revalidatiecentrum in hun geboortestreek;
   18° dieren die in gevangenschap worden gehouden, worden niet vrijgelaten;
   19° het is verboden om fokprojecten op te zetten met dieren die gerehabiliteerd worden en in CREAVES verblijven;
   20° de gehouden dieren worden niet met winstoogmerk tentoongesteld aan het publiek. Ze mogen wel aan het publiek worden tentoongesteld in het kader van informatie-, opvoedings- en sensibiliseringsactiviteiten, op voorwaarde dat de infrastructuur dit toelaat zonder de gehouden dieren te storen en zonder dat de dieren in visueel of geluidsmatig contact komen met de bezoekers;
   21° de installaties beschikken over alle andere vereiste wettelijke en reglementaire toelatingen;
   22° CREAVES en zijn vrijwilligers meewerken aan de inspecties van de inrichtingen die worden uitgevoerd door de diensten van het "DNF" of de Eenheid Dierenwelzijn van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, afgekort "UBEA", of door hun onderaannemers, en de bij die gelegenheid geformuleerde aanbevelingen uitvoeren.
   In afwijking van lid 1, 1°, en wanneer CREAVES niet over de uitrusting of de medische vaardigheden beschikt om de nodige zorgen te verstrekken voor hun revalidatie of wanneer zijn opvangcapaciteit verzadigd is, draagt CREAVES hen onmiddellijk over aan een ander CREAVES-centrum, eventueel gelegen in een ander gewest of in een andere Staat indien er geen geschikte opvanginfrastructuur beschikbaar is in Wallonië, onverminderd de vergunningen die vereist zijn voor het vervoer en het houden van het dier in dit gewest of deze Staat.
   Een afwijking van lid 1, 6°, kan worden toegestaan door de inspecteur-generaal wanneer dieren die gewond, ziek of verzwakt zijn, die zich in een situatie bevinden die hun overleving in gevaar brengt of die door de overheid in beslag zijn genomen, opnieuw kunnen worden gerevalideerd maar niet worden vrijgelaten en wanneer het houden ervan gebeurt voor naar behoren gerechtvaardigde educatieve of wetenschappelijke doeleinden. Het verzoek om vrijstelling moet worden gemotiveerd. De inspecteur-generaal beslist over de aanvraag en informeert de aanvrager binnen 15 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag. In geval van een door de aanvrager naar behoren gemotiveerde noodsituatie wordt deze termijn verkort tot 5 werkdagen.
   De in lid 1, 4°, bedoelde informatie kan door het "DNF" worden gebruikt voor publieke informatiedoeleinden en kan worden gepubliceerd op het we portaal "Bidodiversité" van het Waalse Gewest.
   Voor de toepassing van lid 1, 16°, worden vogels die het gevolg zijn van inbeslagname geringd voordat ze worden vrijgelaten.
   Voor de toepassing van lid 1, 17°, worden individuen die behoren tot een uitheemse soort die zorgen baart, geëuthanaseerd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2023-09-27/12, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>


Afdeling 5- Wijziging of intrekking van de erkenning.
Art.6. Elk project dat aanleiding zou geven tot de wijziging van één of meer gegevens die bedoeld zijn in artikel 3, § 2, 1°, c tot f als het centrum geëxploiteerd wordt door een natuurlijke persoon, of in artikel 3, § 2, 2°, a, b, c en e als het centrum geëxploiteerd wordt door een rechtspersoon, moet onmiddellijk bij aangetekende brief aan de Minister meegedeeld worden.
  Binnen zestig dagen na ontvangst van die mededeling, kan de Minister hetzij zich tegen het project verzetten, hetzij de voorwaarden wijzigen voor het verkrijgen van de aanvankelijk verleende erkenning. Indien de Minister geen beslissing heeft genomen binnen de bovenvermelde termijn, wordt het wijzigingsproject geacht goedgekeurd te zijn, onverminderd artikel 7.

Art.7. Na advies van de Afdeling Natuur en Bossen kan de Minister de erkenning van een revalidatiecentrum bij gemotiveerde beslissing opschorten of intrekken indien :
  1° niet voldaan wordt aan de in artikel 2 bedoelde voorwaarden;
  2° de overeenkomstig artikel 3 verstrekte inlichtingen onjuist zijn;
  3° de bij artikel 5 opgelegde verplichtingen niet nagekomen worden;
  4° de in artikel 6 bedoelde procedure voor de wijziging van de erkenning niet in acht genomen wordt.
  De Minister verwittigt de houder van de erkenning dat hij van plan is de erkenning in te trekken. De houder heeft zestig dagen om zijn verweermiddelen schriftelijk in te dienen. De definitieve beslissing van de Minister wordt hem hoogstens drie maanden na ontvangst van de verweermiddelen meegedeeld. Zodra de definitieve beslissing tot intrekking van de erkenning in werking treedt, staat de betrokken houder de dieren onmiddellijk af aan het erkende revalidatiecentrum dat door de Afdeling Natuur en Bossen wordt aangewezen.

Afdeling 6- Informatiemaatregelen.
Art.8. Een afschrift van het besluit tot erkenning of van de beslissing tot intrekking wordt bezorgd aan het gemeentelijk bestuur van de gemeente waar het centrum gelegen is.
  Een regelmatig bijgewerkte lijst van de erkende revalidatiecentra, met hun adres en de diersoorten of groepen diersoorten die kunnen worden opgenomen, kan steeds geraadpleegd worden op de website van de Afdeling Natuur en Bossen of op die van de Minister.

HOOFDSTUK II-[1 Subsidiëring]1   ----------   (1)
Afdeling 1 - [1 Subsidie voor de inrichting en uitrusting van een CREAVES-centrum]1   ----------   (1)
Art.9.[1 § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent het Waalse Gewest één of meer subsidies voor de inrichting en uitrusting van een CREAVES-centrum.
   Het subsidiepercentage is vastgesteld op maximaal zeventig procent van de gemaakte kosten.
   De maximale subsidie bedraagt 500.000 per aanvrager voor de uitgaven in verband met de inrichting van CREAVES en 40.000 per aanvrager voor uitgaven in verband met de uitrusting van CREAVES.
   § 2. Uitgaven voor de inrichting van CREAVES omvatten uitgaven voor de aankoop van een gebouw of grond, de bouw van een gebouw, met inbegrip van honoraria van architecten, de kosten voor de binnen- en buiteninrichting van het gebouw en de installatie van volières, verzorgings- en quarantaineruimten en bijgebouwen in verband met de revalidatie van in het wild levende diersoorten.
   De kapitaaluitgaven van CREAVES omvatten apparatuur voor de behandelingsruimten en andere ruimten die nodig zijn voor de revalidatie van in het wild levende dieren, zoals veterinaire, sanitaire, voeder-, opslag- en schoonmaakapparatuur, evenals kooien voor het vervoeren en houden van gerevalideerde dieren.
   § 3. Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor de inrichting van een CREAVES-centrum voor een bedrag van meer dan 60.000, moet CREAVES worden opgericht als een vereniging in de zin van artikel 1:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
  ----------
  (1)<BWG 2023-09-27/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>


Art. 9/1.[1 Elke subsidieaanvraag voor de inrichting of uitrusting van een CREAVES-centrum wordt aan de inspecteur-generaal bezorgd op elke wijze die het mogelijk maakt de verzending en de ontvangst van de aanvraag met zekerheid te dateren, met inbegrip van de middelen bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid.
   Het dossier van de subsidieaanvraag voor de inrichting van een CREAVES-centrum omvat :
   1° een beschrijving van het ontwikkelingsproject ;
   2° een terreinplan en een kadastrale kaart;
   3° het bewijs van overleg met ten minste drie bedrijven voor het ontwikkelingsproject;
   4° het lastenboek, de stuklijst en een kopie van de kostenramingen.
   Het dossier van de subsidieaanvraag voor de uitrusting van een CREAVES-centrum omvat :
   1° de lijst van de betrokken apparatuur;
   2° het bewijs van overleg met ten minste drie bedrijven voor het uitrustingsproject;
   3° een kopie van de kostenramingen.
   § 2. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag zal de inspecteur-generaal de ontvangst bevestigen en eventuele ontbrekende informatie en de deadline voor het verstrekken van deze informatie specificeren.
   § 3. De inspecteur-generaal stuurt de aanvraag en zijn advies per post naar de Minister, die een beslissing neemt en zijn beslissing meedeelt binnen negentig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag, op basis van een analyse van de behoeften, de kwaliteit van het project en de geschiktheid van de infrastructuur voor de te revalideren dieren.
   § 4 De subsidie wordt in twee schijven betaald:
   1° de eerste schijf overeenstemt met vijftig procent van het bedrag van de subsidie, op voorlegging van een verklaring van schuldvordering ;
   2° de tweede schijf is gelijk aan het saldo, beperkt tot het bedrag van de betaalde facturen, na verificatie door het "DNF" van de uitgevoerde werken, op voorlegging van een verklaring van schuldvordering vergezeld van voor echt verklaarde en oprechte facturen die de totale kostprijs van de uitgevoerde werken verantwoorden.
   Art. 9/2.§ 1. In geval van intrekking van de erkenning is CREAVES gehouden alle voor de inrichting van CREAVES ontvangen subsidies terug te betalen onder aftrek van een afschrijvingslast van 5% per jaar.
   § 2. In geval van stopzetting van de activiteiten van CREAVES, vastgesteld door de Minister na een brief van CREAVES waarin bedoeld CREAVES" zijn voornemen tot stopzetting meedeelt, is het gehouden 70% van de voor de inrichting van CREAVES ontvangen subsidies terug te betalen onder aftrek van een waardevermindering van 5% per jaar.
   § 3. De inspecteur-generaal wordt gemachtigd om de terugbetaling van de subsidies te vorderen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-09-27/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>

Afdeling 2. [1 Subsidie voor de werking van een CREAVES-centrum]1   ----------   (1)
Art.10.[1 §1 Elk erkend CREAVES-centrum kan jaarlijks een werkingssubsidie aanvragen. Deze subsidie wordt toegekend binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten.
   § 2. Deze werkingssubsidie bestaat uit een vast basisbedrag dat een deel van de exploitatiekosten van het centrum dekt, plus een bedrag dat berekend wordt naar rato van het gemiddelde aantal dieren dat de afgelopen drie jaar is verzorgd.
   Deze bedragen worden berekend op basis van de volgende cumulatieve bedragen, waarbij het aan het aantal opgenomen dieren gekoppelde bedrag wordt berekend op basis van de begonnen tranches.

  Basiswerkingsforfait
  <400 individuen >400-1000 individuen >1001-1500 individuen >1501-2000 individuen > 2000 individuen
  >4.500 7.000 9.000 11.000 13.000
  Forfait gekoppeld aan het aantal individuen
  Niet vliegende zoogdieren >3000 per 100 dieren
  Roofvogels, watervogels, steltlopers en waadvogels >1250 per 50 dieren
  Andere vogels en vleermuizen >1250 per 100 dieren

  Deze bedragen zijn gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex. De gezondheidsindex wordt berekend op basis van de index die van kracht is op de datum van afkondiging van dit besluit.
   § 3. Gedurende het eerste jaar na de oprichting van CREAVES of na een wijziging in de capaciteit ervan, wordt het gemiddelde aantal gehuisveste dieren geraamd op basis van de capaciteit van CREAVES vermenigvuldigd met drie en vervolgens aan het begin van het volgende jaar herzien op basis van het aantal werkelijk gehuisveste dieren.
   In het tweede en derde jaar na de oprichting van CREAVES of na een capaciteitswijziging wordt het gemiddelde aantal gehuisveste dieren geschat op basis van het aantal dieren dat respectievelijk in het voorgaande jaar of de voorgaande twee jaren is gehuisvest.]1
  ----------
  (1)<BWG 2023-09-27/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>



Art. 10/1. [1§ 1. De aanvraag tot subsidiëring van werkingskosten wordt uiterlijk op 28 februari van het jaar volgend op het jaar waarin de werkingskosten zijn gemaakt, ingediend bij de inspecteur-generaal door middel van een formulier waarvan het model door de Minister wordt vastgesteld.
   Ze bevat een gedetailleerd financieel verslag over het afgelopen kalenderjaar, evenals een balans met het aantal ontvangen en gerevalideerde dieren, ingedeeld per soortcategorie en de meest voorkomende oorzaken van revalidatie en sterfte.
   De CREAVES bewaren de bewijsstukken van de uitgaven tot twee jaar na de subsidieaanvraag, met het oog op eventuele controles door de bevoegde diensten.
   Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag zal de inspecteur-generaal de ontvangst bevestigen en eventuele ontbrekende informatie en de deadline voor het verstrekken van deze informatie specificeren.
   § 3. De inspecteur-generaal stuurt zijn advies per gewone brief naar de Minister die een beslissing neemt binnen zestig dagen na ontvangst van de volledige aanvraag.
   § 4. De subsidie wordt in één schijf betaald bij de kennisgeving van de subsidie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2023-09-27/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>


Afdeling 3. [1 Controle]1   ----------   (1)
Art. 10/2. [1Krachtens artikel 61 van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden, is de inspecteur-generaal bevoegd om controles ter plaatse uit te voeren met betrekking tot het gebruik van de toegekende middelen en om de terugbetaling te eisen van alle of een deel van de subsidies bedoeld in hoofdstuk 4 in de gevallen bedoeld in artikel 61, 5°, van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2023-09-27/12, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 07-12-2023>


HOOFDSTUK III- Slotbepalingen.
Art.11. Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 29 november 1990 houdende vaststelling van de voorwaarden en procedure voor de erkenning van de revalorisatiecentra van de in het wild levende diersoorten, wordt opgeheven.

Art.12. De erkenningen die verleend werden overeenkomstig het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 29 november 1990 houdende vaststelling van de voorwaarden en procedure voor de erkenning van de revalorisatiecentra van de in het wild levende diersoorten, blijven geldig tot aan het einde van het vijfde jaar na het jaar van inwerkingtreding van dit besluit.

Art.13. In artikel 2, § 2, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 16 november 1984 houdende uitvoering van de artikelen 59, 60, 61 en 65 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, worden de termen "overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 1997 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de revalidatiecentra van in het wild levende inheemse diersoorten" ingevoegd tussen de termen "erkend" en "en".
  In § 3 van hetzelfde artikel worden de eerste twee zinnen geschrapt.

Art.14. De Minister tot wiens bevoegdheden het Natuurbehoud behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 16 oktober 1997.
  De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium,
  R. COLLIGNON
  De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw,
  G. LUTGEN

BIJLAGE.
Art. N1. Bijlage 1.
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. 15-11-1997, p. 30450).