Details





Titel:

4 MEI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opleidingsaanbod, de structuur, organisatie en financiering van de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-2018 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Structuur en indeling van het opleidingsaanbod in vakken
Afdeling 1. - Structuur, lessenroosters en beroepskwalificatie
Art. 3-4
Afdeling 2. - Vakken
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - Rechten en plichten van leerlingen
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Financiering
Art. 7-9
HOOFDSTUK 5. - Personeel
Art. 10-11
HOOFDSTUK 6. - Inschrijvingsgeld
Art. 12
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 13-15
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2005035975 



Uitvoeringsbesluit(en):

2020016219 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Beiaardschool.

Art.2.In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Beiaardschool: de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn te Mechelen;
  2° besluit van 4 mei 2018: het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
  [1 3° decreet van 9 maart 2018: het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-07-07/15, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 2. - Structuur en indeling van het opleidingsaanbod in vakken
Afdeling 1. - Structuur, lessenroosters en beroepskwalificatie
Art.3.[1 § 1. De Beiaardschool kan alleen een langlopende studierichting beiaardier en een kortlopende studierichting specialisatie: optie beiaardier organiseren.]1.
  § 2. Het aantal wekelijkse lestijden dat de Beiaardschool in de verschillende graden over heel de graad bekeken organiseert als ze de graad in kwestie organiseert, bedraagt:
  1° in de twee leerjaren van de eerste graad: 2 lestijden;
  2° in de vier leerjaren van de tweede graad[1 voor volwassenen]1: 14 lestijden;
  3° in de drie of vier leerjaren van de derde graad: 12 lestijden;
  4° in de drie leerjaren van de vierde graad: 15 lestijden.
  [1 Als de Beiaardschool de kortlopende studierichting specialisatie: optie beiaardier organiseert, bedraagt de studieomvang vier wekelijkse lestijden over het geheel van de twee leerjaren bekeken.]1
  § 3. [2 In afwijking van paragraaf 2 kan de Beiaardschool de studierichtingen ook organiseren in intensievere lespakketten op een kortere termijn dan een leerjaar in het lineaire traject. In het voormelde geval is de totale studieomvang dezelfde als die van een leerjaar in het lineaire traject]2.
  § 4. De volgende beroepskwalificatie geldt voor de vierde graad van de langlopende studierichting beiaardier, vermeld in artikel 18 § 1, 1° van het decreet van 9 maart 2018: beiaardier.
  ----------
  (1)<BVR 2023-07-07/15, art. 12, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
  (2)<BVR 2024-06-21/34, art. 47, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.4. § 1. De Beiaardschool bepaalt in een schoolwerkplan de volgende organisatorische aspecten van de opleiding:
  1° de doelstellingen en de inhoud van de opleiding, het opleidingsprogramma en de studieomvang;
  2° de organisatie van het schooljaar;
  3° de mogelijkheid om de opleiding te volgen in intensieve lessenpakketten zoals vermeld in artikel 3, § 3;
  4° de gehanteerde onderwijs-, werk- en evaluatievormen;
  5° de toelatingsvoorwaarden, die betrekking hebben op artistieke vooropleiding of competenties.
  De Beiaardschool bezorgt het schoolwerkplan jaarlijks aan het Departement Onderwijs en Vorming.
  In het tweede lid wordt verstaan onder het Departement Onderwijs: het departement, vermeld in artikel 22, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.
  § 2. De onderwijsinspectie is belast met de kwaliteitsbewaking, vermeld in TITEL IV van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van het onderwijs.

Afdeling 2. - Vakken
Art.5. De volgende vakken kunnen in de Beiaardschool worden gegeven:
  1° instrument beiaard;
  2° theorie en techniek van de beiaard;
  3° instrument piano-beiaard;
  4° samenspel/handbellenkoor;
  5° campanologie;
  6° harmonie en praktische harmonie;
  7° harmonie, arrangement en compositie;
  8° improvisatie.

HOOFDSTUK 3. - Rechten en plichten van leerlingen
Art.6. Voor wat de rechten en plichten van leerlingen betreft, zijn de bepalingen van hoofdstuk 4 van het besluit van 4 mei 2018 van toepassing op de Beiaardschool.

HOOFDSTUK 4. - Financiering
Art.7. Conform de voorwaarden, vermeld in dit besluit, worden de personeels- en werkingskosten van de Beiaardschool gefinancierd op de wijze, vermeld in artikel 8 en 9.

Art.8.De Beiaardschool ontvangt voor het schooljaar X, X+1 een werkingsbudget van 25.606 euro.
  Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden de bedragen van het voorgaande schooljaar jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingscoëfficiënt A, die berekend wordt met de volgende formule: A = (Cx-1/Cx-2), waarbij:
  1° Cx-1: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-1;
  2° Cx-2: de gezondheidsindex van de maand januari van het begrotingsjaar x-2.
  De A-coëfficiënt wordt voor 100% in rekening gebracht.
  [1 Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, verminderd met 2000 euro. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd dit artikel in de toe- komst te wijzigen.]1
  ----------
  (1)<DVR 2019-12-20/13, art. 60, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.9.Op basis van het aantal [1 financierbare]1 leerlingen ontvangt de Beiaardschool jaarlijks een pakket lestijden. Dat pakket lestijden bedraagt per ingeschreven leerling twee lestijden. De Beiaardschool kan dat urenpakket vrij aanwenden.
  De Beiaardschool heeft recht op het ambt van directeur naar rato van 1/20 per volledige reeks van tien leerlingen.
  Als de Beiaardschool het aantal van vijf leerlingen niet bereikt, gaat ze over tot de geleidelijke sluiting van iedere graad, leerjaar per leerjaar, te beginnen met het laagste, tenzij ze op de vorige teldag voldeed aan de voorwaarden, vermeld in artikel 125 van het decreet van 9 maart 2018 [1 ...]1. In dat aantal zijn ook de studenten inbegrepen die de opleiding, vermeld in artikel 4, § 1, 3°, volgen. In dat geval worden de werkingsmiddelen en het aantal lestijden proportioneel aangepast.
  [1 Behalve de norm, vermeld in het derde lid, zijn geen rationalisatie- of programmatienormen van toepassing op de Beiaardschool.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-07-07/15, art. 13, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 5. - Personeel
Art.10. Het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het ondersteunend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, domeinen "Muziek", "Woordkunst-drama" en "Dans", is van toepassing op het bestuurs- en onderwijzend personeel van de Beiaardschool, met dien verstande dat de bekwaamheidsbewijzen waarvan de leraars van de Beiaardschool houder moeten zijn en de bijhorende weddenschalen, opgesomd zijn in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.11. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie is van toepassing op het bestuurs- en onderwijzend personeel van de Beiaardschool. Voor de toepassing ervan gelden de volgende ambtshalve concordanties:
  1° het vak praktische harmonie en improvisatie wordt ambtshalve geconcordeerd naar het vak harmonie en praktische harmonie;
  2° het vak praktische harmonie en improvisatie wordt ambtshalve geconcordeerd naar het vak improvisatie;
  3° het vak harmonie en beiaardcompositie (carillonistiek) wordt ambtshalve geconcordeerd naar het vak harmonie, arrangement en compositie;
  4° het vak samenspel wordt ambtshalve geconcordeerd naar het vak samenspel/handbellenkoor.

HOOFDSTUK 6. - Inschrijvingsgeld
Art.12. Voor het inschrijvingsgeld zijn de bepalingen van hoofdstuk 6 van het besluit van 4 mei 2018 ook van toepassing op de Beiaardschool.

HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.13. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2005 houdende de organisatie en de financiering van de Koninklijke Beiaardschool Jef Denyn in Mechelen wordt opgeheven.

Art.14. § 1. De weddentoelagen die aan de personeelsleden van de Beiaardschool werden uitgekeerd op basis van diensten die werden gepresteerd in de Beiaardschool tot en met 31 augustus 2004, zijn definitief verworven.
  § 2. De afwijkingen voor de bekwaamheidsbewijzen die voor 31 augustus 2004 uitdrukkelijk of in feite werden toegestaan aan de personeelsleden van de Beiaardschool, zijn definitief verworven.
  § 3. De overgangsregeling, vermeld in de paragrafen 1 en 2, is van toepassing op:
  1° het personeelslid dat in de Beiaardschool uiterlijk op 1 januari 2004 vastbenoemd is en als zodanig erkend is door de Vlaamse Gemeenschap;
  2° het tijdelijke personeelslid in de Beiaardschool dat, met behoud van toepassing van de verloven en afwezigheden, vermeld in artikel 14, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", vanaf 1 september 2002 ononderbroken in dienst was in de Beiaardschool in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en als dusdanig bezoldigd werd door de Vlaamse Gemeenschap.
  De overgangsregeling, vermeld in de paragrafen 1 en 2, geldt voor het ambt van leraar, het vak en de specialiteit waarmee het personeelslid belast was in het schooljaar 2003-2004 en ook voor het vak en de specialiteit waarvan het op 1 juni 2004 titularis was.
  In het tweede lid wordt verstaan onder titularis: het personeelslid dat in een vacante betrekking vastbenoemd of tijdelijk aangesteld is.
  Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, 1° of 2° en dat geen vereist bekwaamheidsbewijs bezit bij de toepassing van dit besluit, wordt voor de rechtspositie en de bezoldiging bij overgangsmaatregel beschouwd een vereist bekwaamheidsbewijs te hebben.

Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.[1 Bijlage]1

  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-04-2023, p. 41949)
  ----------
  (1)<BVR 2023-03-10/07, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2023>