Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

26 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is



Inhoudstafel:


Art. 1-23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014000805 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 betreffende het administratief statuut van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het woord "vier" wordt vervangen door het woord "vijf";
  2° de bepaling wordt aangevuld als volgt :
  "- deelname aan het bevorderingsexamen."

Art.2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "of door professionalisering" vervangen door de woorden ", door professionalisering of door overgang bedoeld in het koninklijk besluit van 26 januari 2018 betreffende de overgang van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van het brandweerpersoneel naar het ambulancepersoneel en vice versa".

Art.3. Artikel 9 van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende :
  "Ingeval van gelijke graadanciënniteit wordt het gezag uitgeoefend door het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit."

Art.4. In boek 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 9/1 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 9/1. Voor de toepassing van artikelen 13, § 2, eerste en tweede lid, en 32, § 2, eerste en tweede lid moet onder zesenzeventig prestatieuren begrepen worden tien keer de duur gelijk aan een vijfde van de arbeidsregeling per week."

Art.5. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid wordt "twintig" vervangen door "dertig";
  2° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
  "De oproep tot de kandidaten vermeldt de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten worden, de opgelegde proef of proeven en de inhoud ervan, de uiterste datum voor de kandidaatstelling evenals de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, de reserve, de eventuele woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting voor de vrijwillige personeelsleden, een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking en of het om een onmiddellijke vacature en/of om de aanleg van een wervingsreserve gaat.".

Art.6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, 7° wordt opgeheven;
  2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De aanwerving is onderworpen aan het slagen in een vergelijkend examen, georganiseerd door de raad.";
  3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Het vergelijkend examen bestaat uit één of meerdere proeven, waaronder een mondeling interview, bedoeld om de motivatie, de inzetbaarheid en de overeenstemming van de kandidaat met de functiebeschrijving en de zone te testen. De proeven kunnen eliminerend zijn.";
  4° in het derde lid worden de woorden "de bijkomende proef" vervangen door de woorden "de één of meerdere proeven".

Art.7. In artikel 12, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "die een eliminerend medisch onderzoek zoals bedoeld in artikel I.4-26 van de Codex over het welzijn op het werk ondergaan hebben," ingevoegd tussen de woorden "uit de reserve" en de woorden "worden";
  2° in het zevende lid wordt het woord "hiërarchische" vervangen door het woord "functionele";
  3° in het achtste lid worden de woorden "of de operaties leidt, in functie van zijn graad" ingevoegd tussen de woorden "aan de operaties" en de woorden "voor zover".

Art.8. In artikel 13, § 2, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "tien werkdagen" vervangen door de woorden "zesenzeventig prestatie-uren".

Art.9. In artikel 15, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "of de operaties leidt, in functie van zijn graad" ingevoegd tussen de woorden "aan de operaties" en de woorden "voor zover".

Art.10. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het tweede lid, 2° wordt aangevuld met de woorden "of bij gebreke hieraan, een functionele meerdere;";
  2° in het zesde lid worden de woorden "bij geheime stemming en" opgeheven.

Art.11. In de artikelen 22, derde lid en 38, vierde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "neemt de commissie een beslissing of formuleert ze een voorstel" vervangen door de woorden "geeft de commissie haar advies".

Art.12. In artikel 24, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de leden van de zone" vervangen door de woorden "de personeelsleden van de zone".

Art.13. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de tweede en derde zin vervangen als volgt :
  "De oproep tot de kandidaten vermeldt de te vervullen voorwaarden en de datum waarop ze vervuld moeten worden, de opgelegde proef of proeven en de inhoud ervan, de uiterste datum voor de kandidaatstelling evenals de praktische modaliteiten voor de indiening ervan, de reserve, de eventuele woonplaats- of beschikbaarheidsverplichting voor de vrijwillige personeelsleden, een verwijzing naar de functiebeschrijving van de vacante betrekking en of het om een onmiddellijke vacature en/of om de aanleg van een bevorderingsreserve gaat. De uiterste datum voor de kandidaatstelling kan niet minder zijn dan dertig dagen vanaf de dag van bekendmaking van de vacante betrekking op de website van de zone.";
  2° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art.14. In artikel 29, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder b) worden de woorden "de vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "de vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed"";
  2° in de bepaling onder c) worden de woorden "de bevorderingsproef bedoeld" vervangen door de woorden "het bevorderingsexamen bedoeld";
  3° het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder d), luidende :
  "d) niet beschikken over een niet-doorgehaalde tuchtsanctie.".

Art.15. In artikel 30 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, eerste lid worden de woorden "De bevorderingsproef" vervangen door de woorden "Het bevorderingsexamen";
  2° in § 1, tweede lid worden de woorden "de proef" vervangen door de woorden "het examen" en worden de woorden "deze proef" vervangen door de woorden "dit examen";
  3° § 1, tweede lid wordt aangevuld als volgt :
  "De tijd nodig voor het afleggen van het bevorderingsexamen wordt voor de beroepspersoneelsleden beschouwd als arbeidstijd."
  4° tussen het achtste en het negende lid wordt een lid ingevoegd, luidende :
  "De laureaat opgenomen in een reserve, kan niet aangesteld worden door de raad, zolang hij beschikt over een niet-doorgehaalde tuchtsanctie zoals bedoeld in artikel 248, eerste lid, 3° tot en met 7° of artikel 248, tweede lid, 3° tot en met 5° van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones."

Art.16. In artikel 32, § 2, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "tien werkdagen" vervangen door de woorden "zesenzeventig prestatie-uren".

Art.17. In artikel 42, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "voor de beroepspersoneelsleden" gevoegd tussen de woorden "wordt, wordt" en het woord "gelijkgesteld".

Art.18. In de artikelen 43, 5°, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 mei 2016, en 44, 5° van hetzelfde besluit worden de woorden "in artikel 47" vervangen door de woorden "in de artikelen 47 en 48".

Art.19. Artikel 44, 3°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.20. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  " § 2. Het beroepslid van het ambulancepersoneel dat vrijwillig ontslag neemt of dat via mobiliteit naar een andere zone wordt overgeplaatst, kan vragen om benoemd te worden als vrijwillig lid van het ambulancepersoneel in dezelfde of een lagere graad. De raad beslist over de aanvraag op advies van de commandant.
  Daartoe richt het lid van het ambulancepersoneel een gemotiveerde aanvraag naar de zone ten laatste op het moment van de betekening van zijn vrijwillig ontslag of van de melding aan de raad dat hij de zone zal verlaten via mobiliteit."
  2° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3, 4, 5 en 6, luidende :
  " § 3. De bepalingen van paragraaf 2 zijn niet van toepassing op zones of posten van een zone die uitsluitend met beroepspersoneel werken.
  § 4. Het lid van het ambulancepersoneel komt in aanmerking om als vrijwillig lid van het ambulancepersoneel benoemd te worden in dezelfde of een lagere graad wanneer het aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° geen stagiair zijn;
  2° desgevallend voldoen aan de woonplaatsverplichting of beschikbaarheidsverplichting zoals bedoeld in artikel 10, § 2,, vijfde lid, van één of meerdere posten van de zone;
  3° beschikken over een vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed" bij zijn laatste evaluatie";
  4° niet beschikken over een niet-doorgehaalde tuchtsanctie.
  § 5. De kandidaat begint binnen de drie maanden vanaf de datum van zijn verzoek aan de stage.
  De stage duurt drie maanden voor alle graden.
  Ingeval van ziekte van minimum twee weken van de stagiair tijdens de stage, wordt de stage verlengd met de duur van de ziekte, die aangetoond wordt met een geneeskundig getuigschrift.
  § 6. Voor de stage van het vrijwillig lid van het ambulancepersoneel zijn de artikelen 75 tot 82 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones van toepassing."

Art.21. Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 55. De evaluatievoorwaarde "voldoende", "goed" of "zeer goed", vermeld in artikel 29 van dit besluit en in de artikelen 70; 83, § 3; 87 en 92 van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, is slechts van toepassing na het einde van de eerste evaluatieperiode gevoerd krachtens dat besluit."

Art.22. Dit besluit heeft geen toepassing op de procedures van bevordering die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit nog lopende waren.

Art. 23. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.