20 DECEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 24bis, eerste lid, punt 9 en 34, § 1, O, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, betreffende de periodes van tijdskrediet op het einde van de loopbaan
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 24bis, eerste lid, punt 9, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 februari 2013, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de inleidende zin van het tweede lid worden de woorden "het vorige lid" vervangen door de woorden "het eerste lid";
2° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden ", zoals van kracht voor 1 januari 2015";
3° in het tweede lid wordt de bepaling onder 3° aangevuld met de woorden ", zoals van kracht voor 1 januari 2015";
4° in het tweede lid, 5°, worden de woorden "van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001" vervangen door de woorden "van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals van kracht voor 1 januari 2015";
5° twee leden worden tussen het tweede en het derde lid ingevoegd, luidende :
"De in het eerste lid bedoelde beperking is, voor de perioden met recht op onderbrekingsuitkeringen zoals bedoeld in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001 waarvoor de eerste aanvraag voor onderbrekingsuitkeringen, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, ingaat na 31 december 2014 niet van toepassing op :
1° de gelijkgestelde dagen gelegen in perioden van tijdskrediet toegekend in geval van een bedrijf in moeilijkheden of herstructurering zoals bedoeld in artikel 6, § 5, 1° van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001;
2° de gelijkgestelde dagen gelegen in perioden van tijdskrediet toegekend aan de werknemers zoals gedefinieerd in artikel 6, § 5, 3° van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001;
3° de eerste 312 gelijkgestelde dagen die vallen onder de toepassing van artikel 34, § 1, O, en die volgen op de maand van de 60e verjaardag.
In afwijking van het derde lid blijft het tweede lid van toepassing op de gevallen bedoeld in artikel 7, derde lid van het voormeld koninklijk besluit van 30 december 2014.".
Art.2. In artikel 34, § 1, O van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 februari 2013, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden ", zoals van kracht voor 1 januari 2015," ingevoegd tussen de woorden "een halftijdse betrekking" en de woorden "wegens uitoefening";
2° het wordt aangevuld met twee leden, luidende :
"De perioden van inactiviteit die een aanvang nemen vanaf 1 januari 2015 en vanaf de leeftijd voorzien in artikel 6, §§ 1, 2, 3 en 5 van het voormeld koninklijk besluit van 12 december 2001.
In afwijking van het derde lid, blijft het tweede lid van toepassing op de gevallen bedoeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art. 4. De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.