Details





Titel:

31 JULI 2017. - [Koninklijk besluit van 31 juli 2017 tot uitvoering van de artikelen 20, § 2, tweede lid, 78, eerste lid, 80, tweede lid, 86, eerste lid, 87, § 2/1 en § 3, 89, eerste lid, en 96 eerste lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat] <KB2024-08-12/12, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-08-2017 en tekstbijwerking tot 06-09-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemeen bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de structuur van de begrotingstabel
Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de horizontale structuur van de begrotingstabel
Art. 2-3
Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de verticale structuur van de begrotingstabel
Art. 4-5
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen betreffende de verantwoordingstukken met betrekking tot de begroting
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen betreffende de neerlegging en de goedkeuring van de jaarlijkse begroting
Art. 7-10
HOOFDSTUK 5. - Bepaling betreffende de betaling van de toelagen aan de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie en de administratieve openbare instellingen
Art. 11
HOOFDSTUK 6. - Bepaling betreffende de modaliteiten van de overzichtstabel, per juridische verbintenis, met de bedragen die vereffend zullen worden ten laste van volgende begrotingsjaren
Art. 12-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2018011734  2021030860 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemeen bepaling
Artikel 1. De begrotingstabel van de diensten en gelijkgestelde entiteiten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2° tot 4°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat bevat een deel ontvangsten en een deel uitgaven, geordend volgens de codes van de economische classificatie, die de verrichtingen groepeert volgens de macro-economische structuur gebaseerd op het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR).
  De begrotingstabellen worden opgemaakt volgens een horizontale en verticale structuur die in hoofdstuk 2 bepaald wordt.

HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de structuur van de begrotingstabel
Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de horizontale structuur van de begrotingstabel
Art.2. De artikelen van de uitgaven en ontvangsten worden genummerd op basis van de eerste twee posities van de economische classificatie.
  Elk begrotingsartikel wordt opgesplitst tot op een code van vier posities van de economische classificatie, gevolgd door een volgnummer met twee posities in oplopende volgorde geklasseerd, en per kredietsoort, limitatief en niet-limitatief.
  De Franse en Nederlandse omschrijving van het artikel is die van de economische classificatie.
  Het volgnummer stemt overeen met een verdere opsplitsing van de economische code en zorgt ervoor dat men een specifieke uitgave of ontvangst nader kan bepalen. Standaard bestaat het volgnummer uit twee nullen.
  De Minister van Begroting kan per economische code een lijst van vaste volgnummers bepalen, evenals hun omschrijving.

Art.3. De totalen worden opgemaakt per artikel, per economische code en op globale wijze voor de uitgavenbegroting en de ontvangstenbegroting. Deze totalen worden per kredietsoort opgemaakt.

Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de verticale structuur van de begrotingstabel
Art.4. De begrotingstabel bevat de volgende kolommen :
  1° een kolom die het artikel bevat;
  2° een kolom die de economische code bevat;
  3° een kolom die het volgnummer bevat;
  4° een kolom met de aanduiding van de kredietsoort : de limitatieve kredieten worden aangeduid met "lim", de niet-limitatieve kredieten met "n.lim";
  5° een kolom die de omschrijving in het Frans, de economische code en het volgnummer bevat en een kolom met dezelfde omschrijving in het Nederlands.
  Indien het gaat om een initiële begroting voor een bepaald begrotingsjaar (jaar t) worden de volgende kolommen toegevoegd :
  1° een kolom die de kredieten bevat voor de uitgaven of de ramingen van de ontvangsten van de initiële begroting van het begrotingsjaar t;
  2° een kolom die de kredieten bevat voor de uitgaven of de ramingen van de ontvangsten van de laatste goedgekeurde begroting van het begrotingsjaar t-1;
  3° een kolom die de uitvoering bevat van de begroting van het begrotingsjaar t-2.
  Indien het gaat om een aanpassing van de begroting voor een bepaald begrotingsjaar, worden de volgende kolommen vermeld :
  1° een kolom die de kredieten bevat voor de uitgaven en de ramingen van de ontvangsten van de initiële begroting van het begrotingsjaar t;
  2° een kolom die de aanpassingen van de kredieten bevat voor de uitgaven en de ramingen van de ontvangsten van het beschouwde begrotingsjaar;
  3° een kolom die de raming van het aangepaste krediet bevat, die overeenkomt met de som van de ramingen van de initiële kredieten en de aanpassingen van de kredieten;
  Indien de Wet voor een bepaald jaar voorlopige kredieten opent, worden de volgende kolommen vermeld in de begrotingstabel :
  1° een kolom die de referentiekredieten bevat van de laatste begroting die het begrotingsjaar voorafgaat;
  2° een kolom die de kredieten bevat ten belope van n/12en van de referentiekredieten, met inbegrip van de afwijkingen goedgekeurd door de Minister van Begroting en de minister onder wie de dienst ressorteert.

Art.5. Een begrotingsartikel kan kredieten bevatten die nog niet werden opgesplitst volgens de economische classificatie met vier posities. Om deze kredieten in de uitgavenbegroting of deze ramingen in de ontvangstenbegroting in te schrijven, wordt een generieke economische code gebruikt die overeenkomt met de twee posities van het artikel gevolgd door twee nullen, gevolgd door het standaard volgnummer.
  De kredieten of begrotingsramingen moeten eerst toegewezen worden naar economische codes gevolgd door een bestaand volgnummer alvorens ze kunnen worden gebruikt, met een mogelijke uitzondering van de generieke code "1100".

HOOFDSTUK 3. - Bepalingen betreffende de verantwoordingstukken met betrekking tot de begroting
Art.6. Per begrotingsartikel wordt een verantwoordingsfiche opgesteld, waarvan het model wordt overgemaakt aan de diensten.

HOOFDSTUK 4. - Bepalingen betreffende de neerlegging en de goedkeuring van de jaarlijkse begroting
Art.7. De termijnen waarbinnen hun begrotingsontwerp moet worden overgemaakt aan de Minister van Begroting worden meegedeeld aan elke administratieve openbare instelling.

Art.8. Het begrotingsontwerp van elke administratieve openbare instelling met beheersautonomie, vergezeld van het verantwoordingsdocument, wordt door de minister waarvan de instelling afhangt en de Minister van Begroting goedgekeurd ten laatste op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de initiële begroting betrekking heeft.
  Elke aanpassing van de begroting opgemaakt door het beheersorgaan wordt overgemaakt aan de Minister van Begroting.

Art.9. Het begrotingsontwerp van de instellingen gelijkgesteld met de diensten bedoeld in artikel 2, 3° b), van de voormelde wet van 22 mei 2003, goedgekeurd door de Minister van wie de dienst afhangt, of bij ontstentenis door het beheersorgaan, wordt aan de Minister van Begroting overgemaakt ten laatste op 31 december van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de begroting betrekking heeft.

Art.10. Het niet tijdig overmaken van zijn begroting, samen met het verantwoordingsdocument, door een dienst bedoeld in artikel 2, 3° van de voormelde wet van 22 mei 2003, leidt tot de gedeeltelijke blokkering van de stortingen van de Staatsbijdragen in zijn voordeel voor het betrokken begrotingsjaar. Enkel de stortingen van de bijdragen die de uitgaven ten laste van de personeelskredieten dekken worden in twaalfden gestort totdat de instelling haar begroting overmaakt op basis van de overeenkomstige kredieten van de laatste goedgekeurde uitgavenbegroting.

HOOFDSTUK 5. - Bepaling betreffende de betaling van de toelagen aan de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie en de administratieve openbare instellingen
Art.11. Nadat de algemene uitgavenbegroting voor een begrotingsjaar gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad, vereffenen en betalen de diensten van het algemeen bestuur de toelagen ten voordele van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie en de administratieve openbare instellingen die een toelage genieten.

HOOFDSTUK 6. - Bepaling betreffende de modaliteiten van de overzichtstabel, per juridische verbintenis, met de bedragen die vereffend zullen worden ten laste van volgende begrotingsjaren
Art.12. De administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie en administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer houden een overzichtstabel bij per meerjarige juridische verbintenis, met een opdeling van de vastgestelde rechten ten laste van huidige en volgende begrotingsjaren.

Art.13. De verbintenissen worden in de overzichtstabel gegroepeerd volgens de eerste 2 posities van de economische classificatie.
  Alle bedragen in de overzichtstabel worden uitgedrukt in constante prijzen van het begrotingsjaar T.
  Een model van overzichtstabel wordt bepaald door de minister bevoegd voor Begroting.

Art. 14. De minister bevoegd voor Begroting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.