17 MAART 2016. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang
Art. 1-13
Artikel 1. (geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepalingen onder 1° en 2° worden vervangen als volgt :
" 1° Minister: de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die het bejaardenbeleid onder zijn bevoegdheid heeft;
2° instellingen voor bejaardenopvang: het zorgaanbod en de seniorenresidenties vermeld in het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen, alsook bepaalde pilootprojecten bepaald door de Minister; "
2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende:
" 6° departement: het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Bejaarden. "
Art.3. (geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden "wordt bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst toegezonden aan de Prijzendienst, Koning Albert II-laan 16, 1000 Brussel" vervangen door de woorden "wordt toegezonden aan het departement";
2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie" vervangen door de woorden "het departement";
3° paragraaf 2, derde lid, wordt opgeheven.
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3.1 ingevoegd, luidende :
" Art. 3.1 Het departement gaat jaarlijks op 1 maart en op 1 oktober na of de ingediende aanvragen volledig zijn.
Wanneer de aanvraag niet volledig is, verwittigt het departement de instelling binnen 20 dagen na de in het eerste lid vermelde controledatum dat de aanvraag niet volledig is en vermeldt daarbij welke gegevens ontbreken.
Wanneer de aanvraag volledig is, zendt het departement een bevestiging daarvan aan de instelling. "
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 3.2 ingevoegd, luidende :
" Art. 3.2 De Minister kan het departement en/of externe deskundigen ermee belasten een advies over de ingediende aanvragen uit te brengen. "
Art.7. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
" § 1. Binnen 90 dagen na toezending van de bevestiging vermeld in artikel 3.1, derde lid, wordt de beslissing van de Minister met betrekking tot de verhoging van de dagprijzen en van de marges die hij toestaat, ter kennis gebracht van de aanvrager. ";
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
" De beslissing van de Minister kan in voorkomend geval voorwaardelijk zijn en/of bepalen dat de verhoging van de prijzen en de marges in de tijd wordt gespreid. "
3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2. De instelling mag de toegestane verhoging van de dagprijzen en de marges toepassen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin zij de beslissing van de Minister heeft ontvangen en de toegepaste dagprijzen en de percentages van de marges en hun toepassingsdatum heeft meegedeeld aan het departement.";
4° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. Bij ontstentenis van een beslissing binnen 90 dagen na toezending van de bevestiging vermeld in artikel 3.1, derde lid, is de instelling gerechtigd de gevraagde verhoging van de dagprijzen en de marges toe te passen en dit vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin ze de toegepaste dagprijzen en marges en hun toepassingsdatum heeft meegedeeld aan het departement. "
Art.8. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden de woorden "aan de Prijzendienst meedelen bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst," vervangen door de woorden "aan het departement meedelen";
2° paragraaf 2, tweede lid, wordt vervangen als volgt :
" Bij ontstentenis van een weigering door het departement binnen 20 dagen na ontvangst van de kennisgeving, kan de meegedeelde verhoging ten vroegste vanaf 1 april of 1 november van ieder jaar toegepast worden, onverminderd de federale bepalingen. "
Art.9. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden "de Prijzendienst" vervangen door de woorden "het departement" en wordt het woord "tien" vervangen door het getal "20";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Op de brief wordt de vermelding "kennisgeving nieuwe dienst" en/of de vermelding "kennisgeving nieuw product" aangebracht.";
3° in het derde lid worden de woorden "de Prijzendienst" vervangen door de woorden "het departement" en wordt het woord "tien" vervangen door het getal "20".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6.1 ingevoegd, luidende :
" Art. 6.1 Alle mededelingen, aanvragen en kennisgevingen vermeld in dit hoofdstuk kunnen elektronisch ingediend worden via een daarvoor bestemde functionele mailbox van het departement. "
Art.11. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Prijzendienst" vervangen door de woorden "het departement".
Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13. De minister bevoegd voor het bejaardenbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.