26 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, met het oog op de uitbreiding van de doelgroepvermindering voor eerste aanwervingen
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 16 van het koninklijk beluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 2004, 4 maart 2013, 16 februari 2014 en 22 februari 2015, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt :
" § 1. Een doelgroepvermindering voor eerste aanwervingen wordt op de volgende wijze toegekend :
1° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G7 gedurende zijn volledige tewerkstelling, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 1, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een eerste werknemer in dienst neemt, voor zover de tewerkstelling een aanvang neemt op een datum gelegen tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020;
2° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G14 tijdens maximum 5 kwartalen, van een forfaitair bedrag G15 tijdens maximum 4 kwartalen die op de 5 eerste volgen en van een forfaitair bedrag G16 tijdens maximum 4 kwartalen die op de 9 eerste volgen voor zover hij tijdens deze kwartalen minimum twee werknemers in dienst heeft. De betreffende kwartalen moeten zich in een periode van 20 kwartalen situeren, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 2, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een tweede werknemer in dienst neemt;
3° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G15 tijdens maximum 5 kwartalen en van een forfaitair bedrag G16 gedurende maximum 8 kwartalen die op de eerste 5 volgen, voor zover hij tijdens deze kwartalen minimum drie werknemers in dienst heeft. De betreffende kwartalen moeten zich in een periode van 20 kwartalen situeren, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een derde werknemer in dienst neemt;
4° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G15 tijdens maximum 5 kwartalen en van een vermindering van een forfaitair bedrag G16 tijdens maximum 4 kwartalen die op de eerste 5 volgen, voor zover hij tijdens deze kwartalen minimum vier werknemers in dienst heeft. De betreffende kwartalen moeten zich in een periode van 20 kwartalen situeren, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 3/1, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een vierde werknemer in dienst neemt.
5° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G1 tijdens maximum 5 kwartalen en van een vermindering van een forfaitair bedrag G2 tijdens maximum 4 kwartalen die op de eerste 5 volgen, voor zover hij tijdens deze kwartalen minimum vijf werknemers in dienst heeft. De betreffende kwartalen moeten zich in een periode van 20 kwartalen situeren, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 3/2, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een vijfde werknemer in dienst neemt.
6° de werkgever geniet voor een werknemer van een vermindering van een forfaitair bedrag G1 tijdens maximum 5 kwartalen en van een vermindering van een forfaitair bedrag G2 tijdens maximum 4 kwartalen die op de eerste 5 volgen, voor zover hij tijdens deze kwartalen minimum zes werknemers in dienst heeft. De betreffende kwartalen moeten zich in een periode van 20 kwartalen situeren, die een aanvang neemt vanaf het kwartaal dat de werkgever, in de hoedanigheid van nieuwe werkgever in de zin van artikel 343, § 3/3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, een zesde werknemer in dienst neemt. "
Art.2. De werkgever die reeds voor de inwerkingtreding van dit besluit genoot van een vermindering zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van het koninklijk beluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, kan, voor de werknemers die in dienst zijn getreden in 2015, genieten van de nieuwe verminderingsbedragen voor het resterend aantal kwartalen waarop hij nog recht had vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
De werkgever die reeds voor de inwerkingtreding van dit besluit genoot van een vermindering zoals bedoeld in artikel 16, § 1, van het voormeld koninklijk besluit, kan, voor de werknemers die in dienst zijn getreden vóór 1 januari 2015, verder genieten van de regeling van artikel 16, § 1, zoals deze gold op 31 december 2015.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.