Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 en van diverse besluiten van de Vlaamse Regering met het oog op het uitvoeren van het kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed en andere financiële en technische aanpassingen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014
Art. 1-29
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen
Art. 30
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed
Art. 31
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria van 14 mei 2004
Art. 32-33
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundig vergunning
Art. 34
HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning
Art. 35
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen
Art. 36
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Art. 37-38
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 39-41



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004035215  2004035933  2004036010  2004036708  2009035719  2009035778  2014036539  2016035143  2016036280 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014
Artikel 1. In artikel 2 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt punt 16° opgeheven.

Art.2. In artikel 3.2.1, eerste lid, 5°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° tussen het woord "adviezen" en het woord "en" wordt de zinsnede ", de bekrachtiging van de archeologienota's en de nota's" ingevoegd;
  2° er wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt:
  "De opname van een beslissing in het register gebeurt binnen een ordetermijn van tien dagen, die ingaat op de dag na de beslissing. De melding van het voornemen om een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem uit te voeren en in voorkomend geval de beslissing daarover wordt opgenomen in het register binnen een ordetermijn van tien dagen, die ingaat op de dag na het verstrijken van de termijn van vijftien dagen, vermeld in artikel 5.4.6, § 2, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.".

Art.3. In artikel 5.2.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt het tweede lid opgeheven.

Art.4. In artikel 5.4.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid wordt opgeheven;
  2° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt:
  "Over de vaststelling van de gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt wordt zesmaandelijks gerapporteerd aan de Vlaamse Regering.";

Art.5. In artikel 5.4.5, 9°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de zinsnede ", of, in het geval van rechtspersonen, de volgende gegevens van de gemandateerden" wordt opgeheven;
  2° aan punt b) worden de woorden "of de maatschappelijke zetel" toegevoegd;
  3° punt c) wordt opgeheven.

Art.6. In artikel 5.4.6, 7°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de zinsnede ", of, in het geval van rechtspersonen, de volgende gegevens van de gemandateerden" wordt opgeheven;
  2° aan punt b) worden de woorden "of de maatschappelijke zetel" toegevoegd;
  3° punt c) wordt opgeheven.

Art.7. In artikel 5.4.7 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden tussen het woord "agentschap" en de woorden "de archeologienota" de woorden "of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd.

Art.8. In artikel 5.4.9, 10°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de zinsnede ", of, in het geval van rechtspersonen, de volgende gegevens van de gemandateerden" wordt opgeheven;
  2° aan punt b) worden de woorden "of de maatschappelijke zetel" toegevoegd;
  3° punt c) wordt opgeheven.

Art.9. In artikel 5.4.10 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden tussen het woord "agentschap" en de woorden "de nota" de woorden "of in voorkomend geval de erkende onroerenderfgoedgemeente" ingevoegd.

Art.10. Artikel 5.4.13 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 5.4.13 De erkende onroerenderfgoedgemeente bezorgt de archeologienota's en nota's die ze bekrachtigt aan het agentschap en in voorkomend geval aan de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst waar ze deel van uitmaakt.
  Het agentschap bezorgt de archeologienota's en nota's die het bekrachtigt in voorkomend geval aan de erkende intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst.
  Als de archeologienota of de nota betrekking heeft op percelen die op het grondgebied van verschillende gemeenten liggen, bezorgt het agentschap de bekrachtigde archeologienota of nota aan de erkende onroerenderfgoedgemeente.
  Het agentschap stelt de resultaten van het archeologisch vooronderzoek publiek beschikbaar op zijn website.".

Art.11. Aan artikel 6.2.2 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als een toelating vereist is voor de uitvoering van handelingen aan of in beschermde goederen die niet uitdrukkelijk van toelating zijn vrijgesteld in een daarvoor opgestelde lijst die bij een overeenkomstig artikel 8.1.1 of artikel 8.1.3 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 goedgekeurd beheersplan hoort, is een motivering die voortbouwt op het goedgekeurde beheersplan verplicht.".

Art.12. In artikel 6.2.5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt het vierde lid opgeheven.

Art.13. In artikel 6.3.2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "werken" wordt telkens vervangen door het woord "handelingen";
  2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° in voorkomend geval een motivering van de handelingen aan of in beschermde goederen die voortbouwt op het goedgekeurde beheersplan.".

Art.14. In artikel 6.3.12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "werken" wordt telkens vervangen door het woord "handelingen";
  2° aan het tweede lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° in voorkomend geval een motivering van de handelingen aan of in beschermde goederen die voortbouwt op het goedgekeurde beheersplan.";
  3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Voor de gehele of gedeeltelijke sloop, het optrekken, het plaatsen of het herbouwen van een gebouw of een constructie in een beschermd stads- of dorpsgezicht moet een toelating gevraagd worden overeenkomstig artikel 6.3.2 tot en met 6.3.11.".

Art.15. In hoofdstuk 8, afdeling 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° onderafdeling 2, die bestaat uit artikel 8.1.2, wordt opgeheven;
  2° onderafdeling 3, die bestaat uit artikel 8.1.3, wordt opgeheven;
  3° aan artikel 8.1.4, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden een punt 8° tot en met 10° toegevoegd, die luiden als volgt:
  "8° in voorkomend geval een voorstel voor ZEN-erfgoed;
  9° in voorkomend geval een voorstel van handelingen aan of in beschermde goederen die vrijgesteld zijn van toelating of melding;
  10° als het beheersplan betrekking heeft op verschillende zakelijkrechthouders of gebruikers, een overzicht van hoe de participatie en communicatie over de opmaak van het beheersplan is verlopen.";
  4° aan artikel 8.1.5 van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd:
  "Bij de indiening van het beheersplan worden de volgende gegevens of bijlagen gevoegd:
  1° de identificatiegegevens van de zakelijkrechthouder en, in voorkomend geval, van de gebruiker of de gevolmachtigde;
  2° als het beheersplan wordt ingediend door een gevolmachtigde, een geschreven volmacht;
  3° als het beheersplan wordt ingediend door een gebruiker, het schriftelijk akkoord van de zakelijkrechthouders";
  5° in artikel 8.1.6, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "en kan de oppervlakte van het gebied waarop het betrekking heeft, niet uitbreiden" opgeheven.

Art.16. In artikel 9.1.1 van hetzelfde besluit worden de woorden "onroerend erfgoed" vervangen door de woorden "beschermd onroerend erfgoed of erfgoedlandschappen".

Art.17. In artikel 9.1.6 van hetzelfde besluit worden de woorden "onroerend erfgoed" vervangen door de woorden "beschermd onroerend erfgoed of erfgoedlandschappen".

Art.18. Aan artikel 11.2.4, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende zinnen toegevoegd:
  "Om in aanmerking te komen voor een erfgoedpremie voor energiebesparende maatregelen moet er voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
  a) de energiebesparende maatregelen worden vermeld in een energieaudit;
  b) er worden specifieke technieken, materialen of toepassingen opgelegd in de toelating van het agentschap of van de erkende onroerenderfgoedgemeente, vermeld in artikel 6.4.4, § 1, eerste lid, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, of in het advies van het agentschap, vermeld in artikel 6.4.4, § 2, van voormeld decreet;
  c) de specifieke technieken, materialen of toepassingen brengen een meerkost met zich mee.".

Art.19. In artikel 11.2.11, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zin "Een kerkenbeleidsplan biedt een langetermijnvisie voor alle gebouwen die bestemd zijn voor de eredienst op het grondgebied van de gemeente of regio in kwestie;" opgeheven.

Art.20. In artikel 11.2.13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als andere overheidsbijdragen aangevraagd worden, voegt de premienemer bij het verzoek tot uitbetaling van het saldo van de erfgoedpremie een volledig overzicht van die andere overheidsbijdragen. Als blijkt dat de gezamenlijke overheidsbijdragen 100% overschrijden, zal de premie verminderd worden tot de gezamenlijke overheidsbijdrage gelijk is aan 100% van de totale en aangetoonde kostprijs. Het agentschap deelt de beslissing om daartoe over te gaan onverwijld mee aan de aanvrager.".

Art.21. In artikel 11.2.14, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "Een premienemer" worden vervangen door het woord "Er";
  2° de woorden "in aanmerking komen voor" worden opgeheven;
  3° tussen de woorden "aangevraagd" en "volgens" wordt "worden" ingevoegd.

Art.22. Aan artikel 11.2.18, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° bij beschermde monumenten die bestemd zijn voor een erkende eredienst: het kerkenbeleidsplan van de gemeente of regio in kwestie of de datum van goedkeuring van het kerkenbeleidsplan als dat al aan het agentschap is bezorgd.".

Art.23. In artikel 11.2.27, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "De maatregelen en werken" vervangen door de zinsnede "De beheersmaatregelen, werken en diensten".

Art.24. Aan artikel 11.2.28, eerste lid, 8°, van hetzelfde besluit worden de woorden "of de datum van goedkeuring van het kerkenbeleidsplan als dat al aan het agentschap is bezorgd" toegevoegd.

Art.25. Artikel 11.2.34, 3°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, wordt vervangen door wat volgt:
  "de stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en het verslag van de brandweer."

Art.26. Aan artikel 11.3.5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "5° het laten uitvoeren van een energieaudit van een beschermd monument.".

Art.27. In artikel 11.4.12, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "geen voorschot" worden vervangen door de woorden "alleen een voorschot van 50%";
  2° de woorden "de laatste schijf" worden vervangen door de woorden "het resterende saldo".

Art.28. In artikel 11.4.14 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art.29. In artikel 11.7.4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "De premie voor buitensporige opgravingskosten wordt berekend door de variabelen die overeenstemmen met de aangetroffen toestand, toe te passen op de forfaitaire basiskosten, verminderd met een franchise, en dat bedrag te vermenigvuldigen met 40%.";
  2° in paragraaf 1 wordt aan het tweede lid een zin toegevoegd, die luidt als volgt:
  "Voor de berekening van de premie voor buitensporige opgravingskosten zijn de forfaitaire basiskosten, de variabelen en de franchise van toepassing die golden op het moment van de aanvang van de archeologische opgraving.";
  3° paragraaf 2 wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen
Art.30. In artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° wordt tussen het woord "de" en het woord "inventaris" het woord "vastgestelde" ingevoegd;
  2° punt 4° wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed
Art.31. Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014, wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "Het hoofd van Onroerend Erfgoed stelt tweemaandelijks de gebieden vast waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt, vermeld in artikel 5.4.1, derde lid, 1°, en artikel 5.4.2, derde lid, van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.".

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria van 14 mei 2004
Art.32. Aan artikel 46 van het besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria van 14 mei 2004 worden de volgende woorden toegevoegd:
  "of het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.".

Art.33. In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de woorden "de Monumenten en de Landschappen" vervangen door de woorden "het onroerend erfgoed".

HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundig vergunning
Art.34. Aan artikel 3, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundig vergunning worden de woorden "of de archeologienota die is ingediend ter bekrachtiging" toegevoegd.

HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning
Art.35. Aan artikel 3, § 1, 17°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een verkavelingsvergunning worden de woorden "of de archeologienota die is ingediend ter bekrachtiging" toegevoegd.

HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen
Art.36. In artikel 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en 4 december 2015 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt a) worden de woorden "of met betrekking tot percelen die palen aan voorlopig of definitief beschermde monumenten" opgeheven;
  2° punt c), 1) wordt opgeheven;
  3° punt g) en punt h) worden opgeheven.

HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Art.37. In artikel 13, 1°, b), van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning worden punt 7) en 8) opgeheven.

Art.38. In artikel 35, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° worden de woorden "of palen aan" opgeheven;
  2° punt 4° wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art.39. Het decreet van 15 juli 2016 houdende wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en van diverse decreten wat betreft de uitvoering van het kerntakenplan van het agentschap Onroerend Erfgoed en wat betreft financiële en technische aanpassingen, treedt in werking op 1 januari 2017.

Art.40. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017, met uitzondering van:
  1° de artikelen 16 en 17 die in werking treden op 1 november 2017;
  2° artikel 25, dat in werking treedt de dag volgend op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
  3° de artikelen 37 en 38 die in werking treden op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Art. 41. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed, de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.