7 OKTOBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, wat betreft de omzetting van Richtlijn 2014/101/EU
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
Art. 1-38
HOOFDSTUK 2. - Slotbepaling
Art. 39
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "de bijlage" worden vervangen door de zinsnede "bijlage 1,";
2° de volgende zin wordt toegevoegd :
"De indeling, definities en presentatie van de oppervlaktewatertoestand zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.".
Art.2. Aan artikel 1/1 van hetzelfde besluit worden de woorden ", in de gedeeltelijke omzetting van bijlage V van de richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid en in de omzetting van richtlijn 2014/101/EU van de Commissie van 30 oktober 2014 tot wijziging van richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid" toegevoegd.
Art.3. In artikel 1/3, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015, wordt tussen de zinsnede "bijlage 4.2.5.2, artikel 4," en de woorden "opgegeven meetonzekerheid" de zinsnede "bij titel II van het VLAREM" ingevoegd.
Art.4. In artikel 1/4, § 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015, wordt de zinsnede "als vermeld in paragraaf 2 en de bijlage," vervangen door de zinsnede "als vermeld in paragraaf 2 en bijlage 1,".
Art.5. In de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015, wordt het opschrift "Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het geactualiseerde monitoringprogramma van de watertoestand ter uitvoering van artikel 67 en 69 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid" vervangen door het opschrift "Bijlage 1. Monitoringprogramma voor oppervlakte- en grondwater".
Art.6. In punt 1.3 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "bijlage V" vervangen door de zinsnede "bijlage 2".
Art.7. In punt 2.1.2, 2.5.2, 2.6.2 en 2.7.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de woorden "De KRW" telkens vervangen door de woorden "Het Decreet Integraal Waterbeleid".
Art.8. In punt 2.1.3 van de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2015, wordt de zinsnede "bijlage V bij de KRLW" vervangen door de zinsnede "bijlage 2".
Art.9. In punt 2.2.1 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "selectiecriteria die zijn opgenomen in paragraaf 1.3.1 van bijlage V van de KRLW" vervangen door de woorden "volgende criteria".
Art.10. In punt 2.2.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "drie opeenvolgende meetjaren" worden vervangen door de woorden "een meetjaar";
2° het woord "KRW-beoordeling" wordt vervangen door het woord "DIW-beoordeling".
Art.11. In punt 2.2.2, 2.4.2, 2.5.2 en 2.7.2 wordt de zinsnede ", zoals kwik en zijn verbindingen, hexachloorbenzeen en hexachloorbutadieen," opgeheven.
Art.12. In punt 2.2.3, 2.4.3, 2.5.3 en 2.7.3 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt na de zinsnede "biota 1" de zinsnede "x/4 jaar" toegevoegd.
Art.13. In punt 2.4.1 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede "selectiecriteria, opgenomen in paragraaf 1.3.1 van bijlage V van de KRLW" vervangen door de woorden "volgende criteria".
Art.14. In punt 2.4.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in Gemeten variabelen / bemonsteringsfrequentie worden de woorden "drie opeenvolgende meetjaren" vervangen door de woorden "een meetjaar";
2° de woorden "Bemonsteringsfrequentie Maandelijkse meting gedurende drie opeenvolgende meetjaren in de 6-jaarlijkse plancyclus" worden opgeheven;
3° het woord "KRW-beoordeling" wordt vervangen door het woord "DIW-beoordeling".
Art.15. In punt 2.5.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de zinsnede "nitriet, nitraat en ammonium" wordt vervangen door de woorden "nitriet en nitraat";
2° de zinsnede "minstens eenmaal per jaar uitgevoerd, tenzij technische kennis en het oordeel van deskundigen een andere tussenpoos rechtvaardigen" wordt vervangen door de woorden "gespreid over een cyclus van vier jaar";
3° het woord "KRW-beoordeling" wordt vervangen door het woord "DIW-beoordeling".
Art.16. In punt 2.5.3 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "2 tot 6" (onder KRLW) worden telkens vervangen door de woorden "1 tot 6";
2° in het punt Fysico-chemie (onder DIW) wordt het woord "2" vervangen door het woord "1 tot 2";
3° in het punt Fysico-chemie (onder DIW) wordt het woord "6" vervangen door het woord "Max. 6".
Art.17. In punt 2.6.2 en 2.7.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt het woord "KRW-beoordeling" vervangen door het woord "DIW-beoordeling".
Art.18. In punt 2.7.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de zin "In elk waterlichaam worden voor de bepaling van de toestand, opgeloste zuurstof, pH, watertemperatuur, geleidbaarheid, totaal stikstof en totaal fosfor gemeten." wordt vervangen door de zinnen "In elk waterlichaam worden voor de bepaling van de toestand opgeloste zuurstof, pH, watertemperatuur en geleidbaarheid gemeten. In waterlichamen van het type O1o worden daarnaast totaal stikstof en totaal fosfor gemeten. In waterlichamen van type O1b en O2zout worden daarnaast ammonium, nitraat, nitriet en orthofosfaat gemeten.";
2° de zinsnede "minstens eenmaal per jaar uitgevoerd, tenzij technische kennis en het oordeel van deskundigen een andere tussenpoos rechtvaardigen" wordt vervangen door de woorden "gespreid over een cyclus van vier jaar".
Art.19. In punt 3.1.1 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "definieert de KRLW" worden vervangen door de woorden "bestaan er";
2° de zinsnede "in 2015" wordt vervangen door de woorden "op het einde van een planningscyclus van de stroomgebiedbeheerplannen".
Art.20. In punt 3.2.1 van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord "bekend" wordt vervangen door het woord "gekend";
2° de woorden "of kunnen eventueel bijkomend putten worden geboord" worden toegevoegd.
Art.21. In punt 3.2.2 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt het woord "parameterspecifieke" vervangen door de woorden "stof- of parameterspecifieke".
Art.22. Punt 3.2.3 van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"3.2.3 Bemonsteringsfrequentie, bemonsteringsmethode en analysemethode / beoordelingsmethode
Chemische kwaliteit
Bemonsteringsfrequentie
Om voldoende meetgegevens te verzamelen en om een kortetermijntrendbepaling op Vlaamse schaal mogelijk te maken, worden de relevante chemische stoffen en parameters op jaarlijkse basis gemeten. Bovendien kan op die manier een mogelijke trendommekeer beter worden gedetecteerd. Onafhankelijk of een operationele monitoring voor bepaalde lichamen al dan niet moet worden toegepast, kan de frequentie in het kader van de volgende planningscycli, indien nodig, worden aangepast, meer specifiek voor watervoerende systemen die gekenmerkt zijn door trage grondwaterstroming en een laag risico op contaminatie (zie tabel). In geval van aanvullend te meten stoffen of parameters wordt die frequentie, die aan de natuurlijke randvoorwaarden gekoppeld is, aangehouden.
Bemonsteringsmethode
De bemonstering van de grondwaterputten gebeurt in overeenstemming met de `klassieke staalnameprocedure', zoals beschreven in de toepasselijke WAC-methode `Monstername van grondwater inclusief conservering en transport' (WAC/I/A/005), vastgelegd bij ministerieel besluit van 8 januari 2014. Voor sommige aspecten van de staalname is aanvullend ook met de `Code van goede praktijk van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) betreffende de monstername en analyse' (CMA) rekening gehouden. De staalname wordt door geaccrediteerde laboratoria uitgevoerd die volgens de VLAREL-wetgeving, in werking sinds 1 januari 2011 (besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu), erkend zijn. Onafhankelijk van het totale analysepakket wordt er altijd naar gestreefd om een voldoende grote hoeveelheid waterstaal te nemen om alle hoofdionen en daaraan gekoppelde ionenbalansen te kunnen bepalen, ter uitvoering van een grondige kwaliteitscontrole, onder andere rekening houdend met elementen uit de QA/QC-procedure, zoals opgenomen in de VLAREL-wetgeving.
In afwijking van de klassieke staalnamemethode is het voor een aantal putten met trage voeding of diepe grondwaterstanden noodzakelijk een ander pompsysteem toe te passen, om ook hier waterstalen te kunnen nemen zonder luchtcontact. Ter vervanging van de klassieke dompelpompen worden balgpompen en dubbele kleppompen ingezet.
Analysemethode / beoordelingsmethode
De analyses worden alleen door laboratoria uitgevoerd die geaccrediteerd zijn voor de te onderzoeken stoffen en parameters overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 (VLAREL). De meetmethodes zijn gebaseerd op de WAC-methodes (Compendium voor de analyse van water) die door het referentielaboratorium van de VITO zijn gepubliceerd, zijn Beltest-geaccrediteerd en volgen de NBN- en ISO-normen.
Op het terrein :
- fysicochemische parameters, zoals opgeloste zuurstof, geleidbaarheid, pH, redoxpotentiaal en temperatuur worden met meetelektroden rechtstreeks in de doorstroomcel bepaald;
- bicarbonaat en carbonaat worden ook ter plaatse gemeten via een titratiemethode.
In het laboratorium :
- de metaalionen worden gemeten met de AAS, AFS of de ICP-MS;
- voor de anionen, inclusief ammonium, wordt met colorimetrische, spectrofotometrische, turbidimetrische en argentometrische methoden of met een ionenchromatograaf gewerkt; soms wordt ook gebruikgemaakt van selectieve elektroden;
- de pesticiden worden bepaald met een LC-MStoestel (multiresidubepaling) en met stofspecifieke methoden;
- vluchtige organische stoffen worden met GC-MS bepaald.
Alle onderzochte stoffen en parameters worden aan de geldende grondwaterkwaliteitsnormen getoetst. Bij de toestands- en trendbeoordeling per grondwaterlichaam wordt bovendien met bepaalde grondwaterlichaamspecifieke drempelwaarden en achtergrondniveaus rekening gehouden. Die zijn vastgelegd krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2016 tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 en van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, voor wat betreft de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren, waterbodems en grondwater.
Of een grondwaterlichaam zich in een goede toestand bevindt, hangt af van de vraag of minimaal 90% van de bijbehorende meetlocaties de kwaliteitsdoelstellingen haalt. Per geaggregeerde meetlocatie moet de gemeten maximaal gemiddelde concentratie van een risicoparameter per kalenderjaar lager zijn dan de grondwaterkwaliteitsnorm of, voor grondwaterlichamen waar het achtergrondniveau voor die stof/parameter hoger is dan de grondwaterkwaliteitsnorm, mag die gemeten concentratie dat achtergrondniveau niet overschrijden (als gwnorm < achtergrondniveau dan drempelwaarde = achtergrondniveau). Grondwaterlichamen met minimaal één risicostof of -parameter, die de 90-percentiel waarde niet bereikt (meer dan 10% overschrijdingen), zijn in een ontoereikende toestand en lopen het risico de doelstellingen op het einde van de planningscyclus of, bij uitstel, op het einde van de daaropvolgende planningscyclus, niet te halen (one-out-all-outprincipe). Voor die lichamen moet een operationele monitoring worden uitgevoerd.
De drempelwaarden die lager zijn dan de grondwaterkwaliteitsnormen, zijn actiedrempels voor het opstarten van maatregelen om een verdere verslechtering van de grondwaterkwaliteit tegen te gaan, ondanks het feit dat een ontoereikende toestand nog niet is bereikt.
De trendbepaling wordt voor elke risicostof of -parameter per grondwaterlichaam apart uitgevoerd. Daarbij wordt met langetermijn meetreeksen rekening gehouden (minimaal een planningscyclus van zes jaar en maximaal vanaf 2004 - opstart freatisch grondwatermeetnet). De lengte van de meetreeksen is onder andere afhankelijk van het tijdstip vanaf wanneer een risicostof of -parameter regelmatig wordt gemeten. Trendbepaling vindt zowel op het niveau van de meetlocaties als op het niveau van de grondwaterlichamen zelf plaats. Daarbij wordt de best-fitmethode toegepast (onder andere lineaire regressie). Er wordt alleen met meetlocaties rekening gehouden die geregeld konden worden bemonsterd.
Niet-limitatieve lijst van stoffen en parameters voor chemische kwaliteitsbepaling van grondwater
wetgeving en motivatie | stoffen/parameters | |
type | benaming | |
VLAREM II, bijlage 2.4.1 | chemisch | ammonium |
chemisch | nitraat | |
fysicochemisch | zuurstofgehalte | |
fysicochemisch | geleidbaarheid | |
fysicochemisch | zuurtegraad (pH) | |
extra stoffen uit VLAREM II, bijlage 2.4.1 | chemisch- synthetisch | pesticiden (incl. omzettings- en afbraakproducten) |
chemisch | arseen | |
chemisch | cadmium | |
chemisch | lood | |
chemisch | kwik | |
chemisch | chloride | |
chemisch | sulfaat | |
chemisch | nitriet | |
chemisch | fosfaat | |
chemisch- synthetisch | trichloorethyleen | |
chemisch- synthetisch | tetrachloorethyleen | |
bijkomend naar aanleiding van referentiemetingen en risico-overwegingen (VLAREM II, bijlage 2.4.1) | chemisch | zink |
chemisch | nikkel | |
chemisch | koper | |
chemisch | chroom | |
chemisch | fluoride | |
chemisch | kalium | |
chemisch | boor | |
chemisch | kobalt |
<td colspan="5" valign="top">type watervoerende laag of grondwaterlichaam | ||||||
gespannen | <td colspan="4" valign="top">freatisch||||||
significante intergranulaire stroming | karstaquifer | spleet- porositeit | ||||
<td colspan=";" valign="top">ondiep gedeelte (geoxideerd en licht gereduceerd) | dieper gedeelte (gereduceerd) | |||||
Kortetermijn frequentie (tot en met 2021 en langer, indien noodzakelijk) - alle relevante stoffen en parameters op lichaamsniveau | een keer per jaar | een keer per jaar | een keer per jaar | een keer per jaar | een keer per jaar | |
Langetermijn frequentie - basisstoffen/-parameters + bekende risicostoffen/ parameters | hoge tot matige advectieve snelheden (>= 20m per jaar) | elke drie jaar | elke drie jaar | elke drie jaar | elke drie jaar | elke drie jaar |
geringe advectieve snelheden (<20m per jaar) | elke zes jaar | elke drie jaar | elke zes jaar | elke drie jaar | elke drie jaar | |
aanvullende stoffen (indien gewijzigd risico door nieuwe of opkomende stoffen) | elke zes jaar | elke drie jaar | elke zes jaar | elke drie jaar | elke drie jaar |
<td colspan="4" valign="top">watervoerende laag of grondwaterlichaam | ||||
gespannen | freatisch | specifieke doelstellingen | ||
significante intergranulaire stroming | karstaquifer of spleetporositeit | |||
Kortetermijn frequentie (tot en met 2021 en langer, indien noodzakelijk) - op lichaamsniveau | jaarlijks | jaarlijks | jaarlijks | jaarlijks |
Langetermijn frequentie | jaarlijks | elke drie jaar | elke drie jaar of meer | jaarlijks |
wetgeving en motivatie | stoffen/parameters | |
Type | benaming | |
VLAREM II, bijlage 2.4.1 | chemisch | ammonium |
chemisch | nitraat | |
fysicochemisch | zuurstofgehalte | |
fysicochemisch | geleidbaarheid | |
fysicochemisch | zuurtegraad (pH) | |
extra stoffen uit VLAREM II, bijlage 2.4.1 | chemisch - synthetisch | pesticiden (inclusief omzettings- en afbraakproducten) |
chemisch | arseen | |
chemisch | cadmium | |
chemisch | lood | |
chemisch | chloride | |
chemisch | sulfaat | |
chemisch | nitriet | |
chemisch | fosfaat | |
bijkomend naar aanleiding van referentiemetingen en risico-overwegingen (VLAREM II, bijlage 2.4.1) | chemisch | zink |
chemisch | nikkel | |
chemisch | fluoride | |
chemisch | kalium | |
chemisch | boor |
<td colspan="5" valign="top">type watervoerende laag of grondwaterlichaam | ||||||
gespannen | <td colspan="4" valign="top">freatisch||||||
significante intergranulaire stroming | karstaquifer | spleet- porositeit | ||||
ondiep gedeelte (geoxideerd en licht gereduceerd) | dieper gedeelte (gereduceerd) | |||||
vastgestelde risicostoffen / -parameters + basisstoffen/ parameters | hoge tot matige advectieve snelheden (≥ 20 m per jaar) | halfjaarlijks tot jaarlijks | halfjaarlijks tot frequenter | jaarlijks | halfjaarlijks tot frequenter | halfjaarlijks tot frequenter |
geringe advectieve snelheden (< 20 m per jaar) | jaarlijks | halfjaarlijks | jaarlijks | halfjaarlijks tot minder frequent | halfjaarlijks tot minder frequent |