Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 JUNI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009035107 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015, wordt het punt 42° vervangen door wat volgt:
  "42° de Raad: de Vlaamse Hoge Handhavingsraad voor Ruimte en Milieu, vermeld in artikel 16.2.2 van het decreet en in artikel 6.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;".

Art.2. In artikel 6/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "ondervoorzitter" wordt vervangen door het woord "ondervoorzitters";
  2° de woorden "de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving" worden vervangen door de woorden "de Raad".

Art.3. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling III vervangen door wat volgt :
  "Afdeling III. - De Raad".

Art.4. In afdeling III van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 6/2 ingevoegd dat luidt als volgt:
  "Art. 6/2. De wijzigingen aan het huishoudelijk reglement, vermeld in artikel 16.2.9 van het decreet van 5 april 1995, worden goedgekeurd door de minister vermeld in artikel 1, 41°, en door de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening.".

Art.5. Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 30 april 2009, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 7. § 1. De voorzitter en de vaste secretaris van de Raad beheren de werkingsmiddelen die de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 16.2.10 van het decreet aan de Raad ter beschikking stelt.
  § 2. De voorzitter, de ondervoorzitters en de leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden een forfaitaire jaarlijkse vergoeding. Die vergoeding bedraagt:
  1° voor de voorzitter van de Raad: 12.500 euro;
  2° voor de ondervoorzitters: 10.000 euro;
  3° voor de leden, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 4° tot en met 10°, van het decreet: 7500 euro.
  Aan de plaatsvervangers van de leden, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 4° tot en met 10°, van het decreet wordt een presentievergoeding van 100 euro per vergadering toegekend tot maximaal 1000 euro per jaar.
  De leden en hun plaatsvervangers, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, vijfde en zesde lid, van het decreet wordt een presentievergoeding van 100 euro per vergadering toegekend tot maximaal 1000 euro.
  § 3. Het departement Ruimte Vlaanderen betaalt uit zijn algemene middelen:
  1° de helft van de werkingsmiddelen van de Raad;
  2° de helft van de forfaitaire vergoeding van de voorzitter, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet;
  3° de forfaitaire vergoeding of de presentievergoeding van de ondervoorzitter, vermeld in artikel 16.2.7 § 2, eerste lid, 3°, van het decreet en van de leden of hun plaatsvervangers, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 5° en 7°, van het decreet;
  4° de helft van de kosten voor de werking van het permanente secretariaat van de Raad en van de vaste secretaris.
  Het departement, vermeld in artikel 1, 21°, betaalt vanuit zijn algemene middelen:
  1° de helft van de werkingsmiddelen van de Raad;
  2° de helft van de forfaitaire vergoeding van de voorzitter, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet;
  3° de forfaitaire vergoeding of de presentievergoeding van de ondervoorzitter, vermeld in artikel 16.2.7 § 2, eerste lid, 2°, van het decreet en van de leden, de vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers, vermeld in artikel 16.2.7, § 2, eerste lid, 4°, 6°, 8°, 9° en 10°, en vijfde lid, van het decreet;
  4° de helft van de kosten voor de werking van het permanente secretariaat van de Raad en van de vaste secretaris.

Art.6. In artikel 8 en 9 van hetzelfde besluit wordt het woord "ondervoorzitter" vervangen door het woord "ondervoorzitters".

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 november 2014.

Art. 8. De Vlaamse ministers, bevoegd voor het leefmileu en het waterbeleid, en de ruimtelijke ordening, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.