22 APRIL 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging wat betreft de formele vereisten van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan jeugdhuizen voor de uitvoering van een bovenlokaal project
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de toekenning van subsidies aan jeugdhuizen voor de uitvoering van een bovenlokaal project worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "vier" vervangen door het woord "drie" en wordt het woord "tien" vervangen door het woord "vier";
2° in paragraaf 1, derde lid, wordt de zinsnede "150m nuttige ruimte, die bestaat uit" opgeheven;
3° in paragraaf 3, inleidende zin, worden tussen het woord "jeugdhuis" en het woord "ook" de woorden "op het moment van de aanvraag" ingevoegd;
4° in paragraaf 3 wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
"2° het beschikt over een algemene vergadering van ten minste twintig stemgerechtigde leden, waarvan ten minste tien leden jonger zijn dan dertig jaar;";
5° in paragraaf 3, 5°, wordt het woord "website" vervangen door de woorden "digitaal medium";
6° in paragraaf 4, eerste lid, 1°, wordt de zinsnede "met het bijschrift `Met steun van de Vlaamse overheid'" opgeheven;
7° aan paragraaf 4, eerste lid, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt :
"4° het jeugdhuis besteedt bijzondere aandacht aan de communicatie over het gesubsidieerde project.";
8° in paragraaf 4, 3°, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.2. In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
"Met de aanvraag van de subsidiëring van een bovenlokaal project geeft het jeugdhuis naast de elementen, vermeld in artikel 3, § 2 1° t.e.m. 3°, ook aan hoe het samenwerkt met dan wel ondersteund en begeleid wordt door andere actoren die ter zake deskundig zijn.".
Art.3. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "op 1 september" vervangen door de zinsnede "op 15 september".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2016.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.