Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 JANUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende overdracht van personeel van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges naar de dienst van de Bestuursrechtscolleges en tot vaststelling van de rechtspositie van dit personeel en van de bestuursrechters van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat de vergoeding van de aanvullende bestuursrechters van de Raad voor Vergunningsbetwistingen betreft



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014035703 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende overdracht van personeel van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges naar de dienst van de Bestuursrechtscolleges en tot vaststelling van de rechtspositie van dit personeel en van de bestuursrechters van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges wordt een afdeling 8, die bestaat uit artikel 34/1, toegevoegd, die luidt als volgt :
  "Afdeling 8. - Vergoeding voor de aanvullende bestuursrechter van de Raad voor Vergunningsbetwistingen
  Art. 34/1. § 1. De aanvullende bestuursrechter, vermeld in artikel 91, § 3, van het decreet, die geen gelijkaardige functie als bestuursrechter uitoefent in een ander Vlaams bestuursrechtscollege, krijgt een forfaitaire vergoeding van 1.400 euro per afgehandeld dossier.
  In het eerste lid wordt verstaan onder afgehandeld dossier: een dossier waarin de aanvullende bestuursrechter een uitspraak doet waarmee het geding ten gronde wordt beslecht.
  § 2. De forfaitaire vergoedingen worden betaald binnen dertig dagen na de datum van de uitspraak waarmee het geding ten gronde wordt beslecht.
  Deze vergoedingen worden als uitgaven in de rekeningen ten laste van de begroting van het Grondfonds geboekt."

Art.2. In hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende overdracht van personeel van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges naar de dienst van de Bestuursrechtscolleges en tot vaststelling van de rechtspositie van dit personeel en van de bestuursrechters van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wordt afdeling 8, die bestaat uit artikel 34/1, opgeheven.

Art.3. Artikel 1 heeft uitwerking met ingang van 1 november 2014.
  Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.

Art. 4. De minister-president, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, zijn ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.