15 JANUARI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning van kinesitherapeuten en van de bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-02-2016 en tekstbijwerking tot 07-08-2024)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De erkenningscommissie, de samenstelling en opdrachten
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - De erkenning
Afdeling 1. - De erkenning als kinesitherapeut
Art. 7-8
Afdeling 2. - De erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden
Art. 9
HOOFDSTUK 4. - De procedure tot heroverweging
Art. 10-11
HOOFDSTUK 5. - De intrekking van de erkenning
Art. 12, 12/1, 13-14
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 15-19
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:
1° [1 administratie: het Departement Zorg, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg]1;
2°[1 ...]1
3° bijzondere beroepsbekwaamheden: de bijzondere beroepsbekwaamheden, vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van de lijst van bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten;
4° erkenningscommissie: de erkenningscommissie voor de erkenning van kinesitherapeuten en van de bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten;
5° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;
[1 5° /1 secretaris-generaal: het hoofd van de administratie.]1
6° wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen: wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 337, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK 2. - De erkenningscommissie, de samenstelling en opdrachten
Art.2.Bij [1 administratie]1 wordt een erkenningscommissie opgericht.
De erkenningscommissie heeft als taak gemotiveerde adviezen te verstrekken aan [1 administratie]1 over:
1° de aanvragen voor het verkrijgen van een erkenning als kinesitherapeut, vermeld in artikel 43, § 1, en artikel 154 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
2° de aanvragen voor het verkrijgen van een erkenning waarbij de kinesitherapeut gemachtigd wordt zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, vermeld in artikel 86 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
De erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement op.
De erkenningscommissie kan [1 de administratie]1 machtigen om voor bepaalde categorieën van aanvragen een beslissing te nemen zonder daarover vooraf het advies van de erkenningscommissie in te winnen.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 338, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.3.§ 1. De erkenningscommissie is samengesteld uit:
1° vier leden-kinesitherapeuten die sedert ten minste [2 vijf]2 jaar de kinesitherapie uitoefenen. Ze worden voorgedragen door hun beroepsverenigingen;
2° [2 hetzelfde aantal leden-kinesitherapeuten als het aantal bijzondere beroepsbekwaamheden, vermeld in het Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van de lijst van bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten,]2 die houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid en die een minimale beroepservaring van [2 vijf]2 jaar kunnen bewijzen, waarbij elke beroepsbekwaamheid één mandaat krijgt. Ze worden voorgedragen door hun beroepsverenigingen;
3° vier leden-kinesitherapeuten die ten minste [2 vijf]2 jaar onderwijservaring in een universitaire instelling kunnen bewijzen. Ze worden voorgedragen [2 vanuit het beleidsdomein Onderwijs waaronder de Vlaamse Interuniversitaire Raad]2;
4° [2 hetzelfde aantal leden-kinesitherapeuten als het aantal bijzondere beroepsbekwaamheden, vermeld in het Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van de lijst van bijzondere beroepsbekwaamheden voor kinesitherapeuten,]2 die ten minste [2 vijf]2 jaar onderwijservaring in een universitaire instelling kunnen bewijzen, waarbij elke beroepsbekwaamheid één mandaat krijgt. Ze worden voorgedragen [2 vanuit het beleidsdomein Onderwijs waaronder de Vlaamse Interuniversitaire Raad]2.
§ 2. De leden van de erkenningscommissie worden door de [1 secretaris-generaal]1 benoemd voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze blijven in functie tot de [1 secretaris-generaal]1 over de hernieuwing van hun mandaten een beslissing heeft genomen.
In geval van overlijden, ontslag of intrekking van een mandaat van een lid, benoemt de [1 secretaris-generaal]1 een nieuw lid, voorgedragen door een beroepsvereniging of [2 vanuit het beleidsdomein Onderwijs waaronder de Vlaamse Interuniversitaire Raad]2. De [1 secretaris-generaal]1 benoemt dat vervangend lid voor de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt.
§ 3. De erkenningscommissie kiest uit haar leden een voorzitter en een ondervoorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitter wordt de erkenningscommissie voorgezeten door het oudste lid in leeftijd.
§ 4. Om geldig te beraadslagen moet ten minste de helft van de leden van de erkenningscommissie aanwezig zijn.
Als de leden niet in voldoende aantal aanwezig zijn, organiseert het agentschap een nieuwe vergadering met dezelfde agenda. De erkenningscommissie kan dan geldig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden.
De leden van de erkenningscommissie die een bijzondere beroepsbekwaamheid vertegenwoordigen, worden alleen verwacht aanwezig te zijn wanneer er aanvragen zijn voor de bijzondere beroepsbekwaamheid waarvoor ze benoemd zijn.
De erkenningscommissie spreekt zich uit bij meerderheid van de aanwezige leden.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De erkenningscommissie kan, als ze dat nuttig acht en na akkoord van [1 de administratie]1, ook een beroep doen op externe deskundigen. Die personen hebben een raadgevende stem.
§ 5. De beraadslagingen van de erkenningscommissie, alsook het verslag ervan, zijn geheim. De erkenningscommissie motiveert haar adviezen.
§ 6. De functie van secretaris van de erkenningscommissie wordt waargenomen door een personeelslid van [1 de administratie]1.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 339, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
(2)<BVR 2024-06-21/22, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 17-08-2024>
Art.4.§ 1. De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering waarop ze aanwezig zijn.
§ 2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, bedraagt 5 euro (vijf euro), behalve voor de voorzitter, aan wie een vergoeding van 7,5 euro (zeven euro vijftig cent) wordt toegekend.
De vergoeding wordt voor maximaal achttien vergaderingen, die plaatsvinden op initiatief van [1 de administratie]1, per jaar toegekend.
Verschillende vergaderingen van de erkenningscommissie die op dezelfde dag plaatsvinden, gelden maar als één vergadering.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 340, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.5. De voorzitter en de leden van de erkenningscommissie, en de eventuele externe deskundigen ontvangen een vergoeding voor de reiskosten die verbonden zijn aan de deelname aan de vergaderingen, overeenkomstig de op dat moment geldende regeling voor de kilometervergoeding van personeelsleden van de Vlaamse overheid.
Art.6.Indien de [1 secretaris-generaal]1 in de onmogelijkheid verkeert om tot de benoeming van de leden van de erkenningscommissie over te gaan omdat niet voldoende leden worden voorgedragen door de beroepsverenigingen of [2 vanuit het beleidsdomein Onderwijs waaronder de Vlaamse Interuniversitaire Raad]2, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden, tijdelijk toegewezen aan [1 de administratie]1.
[1 De administratie]1kan voor het uitvoeren van de adviserende bevoegdheid eender welke ambtenaar, expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan [1 de administratie]1.
De tijdelijke bevoegdheid van [1 de administratie]1 neemt een einde op het moment dat de leden van de betreffende erkenningscommissie benoemd zijn.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 341, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
(2)<BVR 2024-06-21/22, art. 6, 004; Inwerkingtreding : 17-08-2024>
HOOFDSTUK 3. - De erkenning
Afdeling 1. - De erkenning als kinesitherapeut
Art.7.§ 1. De aanvrager die de erkenning als kinesitherapeut als vermeld in artikel 43, § 2 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient een erkenningsaanvraag in bij [2 de administratie]2. Het agentschap stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een eensluidend verklaarde kopie van het diploma of een document waarmee de universiteit bevestigt dat de aanvrager geslaagd is voor het eindexamen dat recht geeft op het vereiste diploma, waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 43, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
§ 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
[2 De administratie]2 vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.
§ 3. [2 De administratie]2 beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.
§ 4. [1 Als onderwijsinstellingen het diploma dat vereist is voor een erkenning conform artikel 43, § 2, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, registreren in de leer- en ervaringsbewijzendatabank, vermeld in artikel 20 van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, hoeft de houder van dat diploma zelf geen individuele aanvraag in te dienen en wordt de erkenning als kinesitherapeut automatisch afgeleverd.]1.
----------
(1)<BVR 2023-01-13/12, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2023>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 342, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.8.§ 1. De aanvrager die een erkenning als kinesitherapeut als vermeld in artikel 154 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient daartoe zijn aanvraag in bij [1 de administratie]1. [1 De administratie]1 stelt daarvoor een aanvraagformulier ter beschikking.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag de documenten waaruit blijkt dat hij aan de voorwaarden van artikel 154 voldoet.
§ 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
[1 De administratie]1 vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.
De aanvrager kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie waarbij hem gevraagd wordt om eventuele bijkomende inlichtingen te verstrekken.
Als een aanvrager die op de vergadering van de erkenningscommissie werd uitgenodigd, niet aanwezig kan zijn, kan de erkenningscommissie adviseren op basis van het dossier.
§ 3. [1 De administratie]1 beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 343, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Afdeling 2. - De erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden
Art.9.§ 1. Een kinesitherapeut die een erkenning voor een bijzondere beroepsbekwaamheid als vermeld in artikel 88 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen wil verkrijgen, dient zijn erkenningsaanvraag in bij [1 de administratie]1. De aanvrager doet zijn aanvraag met het aanvraagformulier dat [1 de administratie]1 ter beschikking stelt.
[1 De administratie]1kan voor het indienen van de aanvragen, vermeld in het eerste lid, een digitaal platform ter beschikking stellen dat het aanvraagformulier, vermeld in het eerste lid, aanvult of vervangt.
De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een bijzondere beroepsbekwaamheid.
§ 2. Alleen volledige dossiers worden aan de erkenningscommissie voorgelegd.
[1 De administratie]1 vraagt bij de aanvrager, in geval van onvolledigheid van het dossier, de ontbrekende documenten op. Als de aanvrager die documenten niet binnen drie maanden na de opvraging bezorgt, kan de aanvraag administratief worden afgesloten.
De aanvrager kan worden uitgenodigd voor de vergadering van de erkenningscommissie waarbij hem gevraagd wordt om eventuele bijkomende inlichtingen te verstrekken.
Als een aanvrager die op de vergadering van de erkenningscommissie werd uitgenodigd, niet aanwezig kan zijn, kan de erkenningscommissie adviseren op basis van het dossier.
§ 3. [1 De administratie]1 beslist, na advies van de erkenningscommissie, over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut. Het gemotiveerde advies van de erkenningscommissie wordt bij de beslissing gevoegd.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 343, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK 4. - De procedure tot heroverweging
Art.10.[1 Als de erkenningscommissie een negatief advies geeft en [2 de administratie]2 beslist om dat advies te volgen, bezorgt het agentschap een voornemen tot negatieve beslissing aan de aanvrager met een aangetekende brief.
§ 2. De aanvrager kan binnen dertig dagen na de dag waarop hij het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, heeft ontvangen, een bezwaarnota met zijn opmerkingen bezorgen aan [2 de administratie]2.
De bezwaarnota van de aanvrager, vermeld in het eerste lid, wordt, samen met het negatieve advies en het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, en het aanvraagdossier, vermeld in artikel 7, § 1, artikel 8, § 1, of artikel 9, § 1, opnieuw voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een nieuw advies uitbrengt.
[2 De administratie]2 bezorgt zijn definitieve beslissing aan de aanvrager.
§ 3. Als de aanvrager geen bezwaarnota indient binnen de termijn, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, van rechtswege geacht een weigeringsbeslissing te zijn ]1.
----------
(1)<BVR 2023-01-13/12, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2023>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 344, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.11.[1 § 1. Als de erkenningscommissie een positief advies geeft en als [2 de administratie]2 van oordeel is dat het advies van de erkenningscommissie niet gevolgd kan worden, brengt het de erkenningscommissie daarvan op de hoogte.
Als de erkenningscommissie na de kennisgeving, vermeld in het eerste lid, bij haar oorspronkelijke positieve advies blijft, bezorgt het agentschap een voornemen tot negatieve beslissing, samen met het positieve advies, aan de aanvrager.
§ 2. De aanvrager kan binnen dertig dagen na de dag waarop hij het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, heeft ontvangen, een bezwaarnota met zijn opmerkingen bezorgen aan [2 de administratie]2.
De bezwaarnota van de aanvrager, vermeld in het eerste lid, wordt, samen met het positieve advies en het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, en het aanvraagdossier, vermeld in artikel 7, § 1, artikel 8, § 1, of artikel 9, § 1, voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, die op basis van die stukken een definitieve beslissing neemt over het dossier in kwestie.
[2 De administratie]2 bezorgt de definitieve beslissing van de minister aan de aanvrager.
§ 3. Als de aanvrager geen bezwaarnota indient binnen de termijn, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, wordt het voornemen tot negatieve beslissing, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, van rechtswege geacht een weigeringsbeslissing te zijn. ]1.
----------
(1)<BVR 2023-01-13/12, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2023>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 344, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK 5. - De intrekking van de erkenning
Art.12.Als een kinesitherapeut niet meer aan de erkenningscriteria voldoet, kan [1 de administratie]1 de erkenning als kinesitherapeut of de erkenning waarbij de kinesitherapeut gemachtigd wordt zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, intrekken.
[1 De administratie]1 kan een erkenning pas intrekken nadat het daarover het advies van de erkenningscommissie heeft ingewonnen, en nadat het, na het advies van de erkenningscommissie ontvangen te hebben, zijn voornemen tot intrekking aan de kinesitherapeut heeft bekendgemaakt.
De kinesitherapeut van wie [1 de administratie]1 de erkenning wil intrekken conform het tweede lid, kan binnen dertig dagen na de ontvangst van het voornemen een bezwaarnota indienen.
De bezwaarnota wordt, samen met het voornemen tot intrekking, voorgelegd aan de erkenningscommissie, die op basis van die stukken een advies uitbrengt. Na het advies van de erkenningscommissie wordt de definitieve beslissing van [1 de administratie]1 aan de kinesitherapeut bezorgd.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 345, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.12/1.[1 Als conform artikel 12, § 4, een erkenning wordt afgeleverd op basis van de leer- en ervaringsbewijzendatabank en achteraf blijkt dat onterecht een erkenning is afgeleverd omdat de gegevens niet correct zijn, kan [2 de administratie]2 de erkenning in afwijking van artikel 12 intrekken. Die beslissing wordt aan de persoon in kwestie bezorgd. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2023-01-13/12, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 31-05-2023>
(2)<BVR 2023-05-12/09, art. 346, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.13.Als de kinesitherapeut een erkenning die overeenkomstig dit besluit werd gegeven, niet wil behouden, brengt hij [1 de administratie]1 daarvan schriftelijk op de hoogte. [1 De administratie]1 trekt, op basis van die uitdrukkelijke vraag van de kinesitherapeut, de erkenning in.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 347, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.14.De kinesitherapeut van wie de erkenning werd ingetrokken overeenkomstig de artikelen 12 of 13, kan altijd bij [1 de administratie]1 een nieuwe erkenning aanvragen.
De erkenningsprocedure verloopt volgens de bepalingen van dit besluit.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 347, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.15. Het koninklijk besluit van 15 april 2002 betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden wordt opgeheven.
Art.16. De dossiers die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al in behandeling zijn, worden vanaf de inwerkingtreding verder behandeld conform dit besluit.
Art.17.Tot op het ogenblik dat de leden van de nieuw op te richten erkenningscommissie benoemd zijn, wordt de bevoegdheid om advies te verlenen over de aanvraag van de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van de bijzondere beroepsbekwaamheden, tijdelijk toegewezen aan [1 de administratie]1.
[1 De administratie]1 kan voor de uitvoering van de adviserende bevoegdheid om het even welk personeelslid of om het even welke expert of organisatie raadplegen of belasten met een adviesopdracht. De uiteindelijke beslissing over het te verlenen advies behoort toe aan [1 de administratie]1.
----------
(1)<BVR 2023-05-12/09, art. 347, 003; Inwerkingtreding : 10-07-2023>
Art.18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art. 19. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.